Arnhemse meisjes (17)

Zoals de geur van aspergesoep je opeens mee terug kan nemen naar het bejaardenhuis waar je vroeger oma moest bezoeken, zo kan een woord als Swingcafé ook een boekenkast aan herinneringen omvertrekken.
Douchen. Lang douchen, want hoe schoner hoe beter. Bovendien, het duurde nog een uurtje of drie voor die tent openging.
Zou ze weer komen?

Aankleden. Een strakke turquoise broek was het hipste item in mijn garderobe. Maar als ze nou weer zou komen, en ik zou haar durven aanspreken, en ze zou zien dat ik weer een strakke turquoise broek aan had... Anderzijds, zonder die broek zou ze me niet eens herkennen. Als ze al kwam.

Na het eten op puistjesjacht. Als ik ze aantrof, boetseerde ik van mijn gezicht een levend kunstwerk. In de jaren tachtig was het heel normaal dat jongens zich opmaakten. David Bowie en Boy George deden het ook. Ik had hiervoor een koolpotlood en een gezinstube DDD huidkleurige antipuistjescrème. Dat kon je het best laagsgewijs aanbrengen, net zo lang tot het hoogteverschil tussen de wang en de puist was overbrugd.
Als ze me nou maar niet aan het lachen zou maken, nadat ik haar had durven aanspreken! Die hele laag pancake zou barsten! (Als ze zou komen dan.)

Een half uur op zoek naar de meest ideale mix van Aqua Velvet, Paco Rabane en Cacherel Pour Hommes. Als je danst ben je nogal dicht bij elkaar en als ze zou komen moest ik natuurlijk wel lekker ruiken.

De fietstocht. Anticipatie. Hoe zou ik het aanleggen? Wat zeggen natuurlijk, iets leuks. Aan de praat raken. Vragen of we zouden gaan dansen. Duidelijk. Maar dan? Hoe zorgde je ervoor dat je met haar meekon, naar haar zelfstandige woonruimte, waar we verliefd verliefd verliefd - zou ze komen?

De rode munten die je moest kopen: één munt voor een biertje, twee voor een whisky. Hoeveel zou ik er nemen? Wat dronk ze eigenlijk? Stom dat ik daar vorige week vrijdag niet op gelet had.
Zou ze er al zijn?

Op een dansvloer ziet niemand dat je alleen bent. Op jezelf een biertje gaan halen kan ook best. Maar in je eentje ergens gaan zitten, dat ziet er tragisch uit. Dus danste ik uren stiekem met mezelf. Ik hoop dat ik het leuk vond. Zou ik de volgende week weer gaan, zou ze er dan misschien wel zijn?

Terugfietsen. Het zweet van het dansen en de koude motregen. Dat tyfuseind naar Velp. En mijn zakgeld ook op. Met rode munten kun je geen sigaretten kopen. Ik had er nog zes. Ik moest dus wel terug, vrijdag. Dan zou ze er zijn.

Veel vrijdagen later was ze er weer eens. Ze had twee vriendinnen bij zich, erg ordinaire meiden. Ze sjansten net zo lang met de trieste kerels aan de bar tot ze een biertje hadden losgeluld, en smeerden hem dan snel weer naar het dansvloertje.
Ik moest iets zeggen. Nu was ze er, misschien voor het laatst!

Hr brf mumbl kom je hier vaak.

Ze keek me een seconde te lang aan, draaide zich om, gooide zich in de armen van haar vulgaire vriendinnen en begon keihard te gieren.
Het swingcafé in Arnhem werd de Mus in Nijmegen werd Richter in Amsterdam. Hasj werd coke en coke werd XTC. Maar wezenlijk veranderde er niet veel: bij mij kwamen de meisjes niet, ze gingen.