De "Apartheidsmuur"

“Ieder mens heeft rechten. Ook kinderen. De Verenigde Naties vinden dat zo belangrijk dat ze zelfs een Internationale Dag van de Rechten van het kind hebben uitgeroepen. Die dag is 20 november, elk jaar. Daarnaast is de maand november uitgeroepen tot kinderrechtenmaand.”
(Bron: www.who.int)

In verband met de Internationale Dag van de Rechten van het kind zond Twee Vandaag op 20 november jl. een reportage uit over het groeiende aantal Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen.
Sinds in maart 2000 het Palestijnse gebied volledig werd afgezet, werden de controles nog veel strenger en pakt het Israëlische leger zonder enige vorm van aanklacht Palestijnen op, waaronder ook kinderen. In de uitzending werden enkele foto’s getoond. Hierop was te zien hoe Palestijnse kinderen in de kraag werden gevat door zwaarbewapende Israëlische soldaten. Eén jongen bleek zonder zijn stenen niet meer zo heldhaftig: hij had zich bevuild, getuige de grote, donkere vlek op zijn spijkerbroek.
Waarschijnlijk wist hij wat hem te wachten stond. In Israëlische gevangenissen gaat men namelijk niet zo zachtzinnig met Palestijnse kinderen om: vernederingen, bedreigingen en mishandelingen zijn er aan de orde van de dag.

We luisteren onder andere naar het verhaal van A.Mohammed, de vader van Rakan. Hij vertelt hoe Rakan werd opgepakt, terwijl hij samen met zijn broers aan het werk was op de boerderij. Volgens zijn vader werd Rakan valselijk beschuldigd: hij zou hebben deelgenomen aan een militaire training.
Over zijn verhoor tijdens zijn gevangenschap vertelt Rakan later hoe hij werd vernederd, geslagen en bedreigd. Ook had men hem gedreigd zijn vader, moeder en broers te zullen oppakken of zijn ouderlijk huis te zullen opblazen.
Buiten zijn advocaat – die in feite bitter weinig voor hem kon doen - was er niemand die hem bijstond. Rakan was wanhopig. Een paar maal probeerde hij in de gevangenis zelfmoord te plegen: door het mesje van een puntenslijper in te slikken en toen dat mislukte, probeerde hij zich op te hangen door een laken om zijn hals te knopen.
Vier keer in totaal werd Rakan voorgeleid bij de Militaire Rechtbank op de Jordaanoever. Toen langer uitstel onmogelijk bleek, zagen zijn vader en moeder hem eindelijk terug, geboeid aan handen en voeten, als ware hij een levensgevaarlijke misdadiger.
Israëlische soldaten gunden het drietal slechts een weerzien van twee minuten. Rakan mocht daarbij niet aangeraakt worden, zelfs een kus van zijn moeder was ten strengste verboden.
Tijdens de berechting van Rakan bleek de aanwezigheid van diens advocaat opnieuw een farce. Ondanks de valse beschuldiging en zijn jonge leeftijd moet Rakan zes maanden naar de gevangenis en krijgt hij bovendien acht maanden voorwaardelijk en 1200 euro boete opgelegd.
Terwijl buiten de moeder van Rakan haar tranen de vrije loop laat, voelt Rakan’s vader zich vooral schuldig: “Als hij gestorven was, zou ik het kunnen accepteren als Gods wil. Maar om te zien hoe hij vernederd wordt en niets te kunnen doen, dàt vreet aan mij. Ik krijg een hekel aan de hele wereld.”

Hekel, haat en wantrouwen, dat is waar het om draait tijdens de langst slepende “burenruzie” van de laatste tijd. Palestijnse kinderen krijgen het met de paplepel ingegoten: bij de checkpoints worden zij dagelijks vernederd, door Israëlische autoriteiten die verhinderen dat Palestijnse jongens en meisjes naar school kunnen, dat Palestijnse boeren hun land kunnen bebouwen, dat Palestijnse mannen en vrouwen kunnen werken om hun families te onderhouden, dat het Palestijnse volk leeft in hun eigen land.

De dood van Yasser Arafat heeft de situatie voor het Palestijnse volk ernstig verslechterd. De aanbeden Palestijnse leider laat een stuurloos en angstig volk achter wier toekomst nu onzeker en uitzichtloos lijkt. De Palestijnen vrezen de dag waarop de afschuwelijke constructie die premier Sharon laat bouwen, nu al “Apartheidsmuur” genoemd, klaar zal zijn als de dag waarop het Palestijnse volk zal verdwijnen, achter een afscheiding van negen meter hoog.

Het Israëlische volk daarentegen ziet reikhalzend naar die dag uit, want ook zij zijn bang. Bang voor de gevolgen van de dood van Arafat, bang voor nieuwe opstanden in de Palestijnse gebieden, maar nog veel banger voor nieuwe terroristische aanslagen.
Honderdduizenden Palestijnen worden daarom van hun grond verjaagd, landbouwgronden worden onteigend, huizen gesloopt en waterbronnen vernield. Dit alles opdat de “Apartheidsmuur” - die deels uit muur en deels uit hek bestaat – in een razendsnel tempo gebouwd kan worden, dwars door Palestijns grondgebied, de Westelijke Jordaanoever, op gestolen grond dus.

Vergis je niet: de “Apartheidsmuur” is niet bedoeld om Israël te beschermen tegen aanslagen, want dan zou de afscheiding immers op de grens tussen Israëlisch en Palestijns gebied moeten staan, zoals bij de Gaza-strook. Nee, het is bedoeld om de Palestijnen af te sluiten, van hun familie, van scholen en ziekenhuizen, van water en voedsel, van de rest van de wereld.
En reken maar dat de controle streng zal zijn. Op regelmatige afstand op de muur staan wachttorens met een schietinrichting en waar een hek staat, bevindt zich daarvoor een verboden zone van maar liefst 100 meter, mét alarmelektronica, om te voorkomen dat ongerechtigde personen het gebied ongemerkt zullen verlaten of betreden.
Nog even, dan heeft men de Palestijnen bijeen gedreven en zullen zij gedwongen worden om te leven in een ghetto.

De bittere woorden die Rakan’s vader bij de rechtbank uitsprak, krijgen in het kader van de "Apartheidsmuur" plotsklaps een geheel andere betekenis.
“Als hij gestorven was, zou ik het kunnen accepteren als Gods wil. Maar om te zien hoe hij vernederd wordt en niets te kunnen doen, dàt vreet aan mij. Ik krijg een hekel aan de hele wereld.”

Want als de hele wereld hier niets aan doet, zal Rakan nooit meer vrijkomen.