Nationaal Holocaustmuseum trekt 17.000 bezoekers in één maand

Het Nationaal Holocaustmuseum is vandaag precies een maand open en trekt meer bezoekers dan verwacht. Hoewel de start onrustig was vanwege de demonstraties tegen de komst van de president van Israël bij de opening, merkt het museum daar in de afgelopen weken weinig van. 17.000 mensen hebben de tentoonstelling inmiddels gezien. Een bezoek dat niemand onberoerd laat. "Het laat me dichter bij de slachtoffers komen."

"Dit is een van de stenen die naar boven gesjouwd moesten worden uit de steengroeve bij  Mauthausen", vertelt een bezoeker. "Die steen is 50 kilo zwaar en die trap was heel gevaarlijk. Dus om de haverklap vielen er Joden naar beneden en dan waren ze meteen ook dood. Het grijpt mij aan, omdat er een niet-Jood een steen overneemt van een Jood die die steen niet kon dragen en daarmee gered wordt. Ik denk dat ik die tweede steen niet over zou nemen. Want dat is de vraag die steeds bij ons opkomt: wat zouden wij doen als we voor zulke keuzes kwamen te staan?"

Het is elke dag druk in het Nationaal Holocaustmuseum, dat 10 maart open ging. Per dag komen er gemiddeld 550 bezoekers. Het zijn vaak Nederlandse families, veel mensen met een Joodse achtergrond die lang op dit museum hebben gewacht. Maar ook bezoekers uit Duitsland en de Verenigde Staten, ziet conservator Annemiek Gringold. "Veel bezoekers zijn aangeslagen als ze hier komen. Opvallend is dat mensen zo'n tweeënhalf tot drie uur in het museum verblijven. Dat is bijna drie keer zo lang als bij een kunstmuseum van deze grootte en twee keer langer dan bij een historisch museum. Mensen geven ook aan dat ze nog eens terug willen komen. Vaak zijn ze er als ze thuis komen nog steeds mee bezig."

Twee scholieren die het museum bezoeker zijn erg onder de indruk van het speelgoed van de slachtoffers. "Zoals dit poppenhuis, daar heeft een meisje mee gespeeld dat later is vermoord in Auschwitz. Het zijn gebruikvoorwerpen van mensen die nog een heel leven voor zich hadden maar op een hele onrechtvaardige manier zijn omgekomen. Het laat me dichter bij de slachtoffers komen."

De meesten mensen die naar het museum komen zijn Nederlandse families, Joodse mensen die lang op dit museum hebben gewacht en bezoekers uit Duitsland en de Verenigde Staten, ziet conservator Annemiek Gringold. Inmiddels hebben al 50 scholen zich gemeld voor een educatief programma. Gringold hoopt dat ze vanaf september dagelijks 10 schoolklassen kunnen ontvangen.