Bø en Bø pakken goud en zilver op WK biatlon, Vittozzi wereldkampioene bij de vrouwen
In het Tsjechische Nove Mesto zijn op het wereldkampioenschap biatlon weer twee setjes medailles uitgedeeld. Dat gebeurde op de individuele wedstrijd, vijftien kilometer bij de vrouwen, twintig bij de mannen, waarbij elke misser op de schietbaan één strafminuut oplevert.
Vrouwen
De Duitse Vanessa Voigt was van de echt vroege starters de beste, met twintig treffers zette ze een snelle tijd neer. Lisa Vittozzi was ondertussen echter ook onderweg en had ook alle schijven geraakt, maar de Italiaanse was een stuk sneller dan Voigt en aan de finish dook ze 1:06 minuten onder de snelste tijd door.
Vittozzi's tijd werd ondertussen bedreigd door de Française Julia Simon, maar die schoot bij de laatste schietbeurt één keer mis en kwam zo aan de finish 29,6 seconden tekort. Het zou haar wel het brons opleveren, want er kwam er nog één tussen: Janina Hettich-Walz uit Duitsland stuntte door met twintig treffers op 20,5 seconden zeer verrassend zilver te pakken.
De Duitsers waren sowieso zeer goed op dreef: Hettich werd met nul missers tweede, Voigt vijfde, achter de piepjonge Selina Grotian, die óók alle schijven raakte.
Mannen
Het werd de grote Bø-show bij de mannen, naast de eigen kwaliteiten ook een beetje geholpen door lichte regenval, waardoor veel van de latere starters - waaronder concurrenten uit eigen land - totaal kansloos waren. Johannes Thingnes Bø schoot één keer mis, net als zijn broer Tarjei, maar was bijna een minuut sneller op de ski's en pakte met overmacht het goud.
Tarjei Bø veroverde op 58,9 seconden het zilver, op zijn beurt weer bijna een minuut voor de Duitser Benedikt Doll, die ook één misser liet noteren. Andrejs Rastorgujevs schoot twee keer mis en verloor 2:50 minuten op de winnaar, maar dat leverde de Let toch plek vier op.
De grootste voorbeelden van de dramatisch slechte sneeuwomstandigheden kwamen uit Noorwegen: Vetle Sjåstad Christiansen en Endre Strømsheim schoten één keer mis, Sturla Holm Lægreid liet twee schijven staan, maar daarmee zouden ze doorgaans alledrie dik de top-10 in moeten kunnen. Christiansen was op plek zestien echter de beste van het drietal, op bijna vijf minuten van Bø - een immens verschil - en zo'n tien tellen voor zijn twee landgenoten.
