Eerste Nederlandse popidool Eddy Christiani (98) overleden

De Nederlandse gitarist, zanger, componist en tekstschrijver Eddy Christiani is gisteravond op 98-jarige leeftijd overleden. Het treurige nieuws werd door zijn familie bekend gemaakt. De uit Den Haag afkomstige artiest werd in de jaren dertig van de vorige eeuw bekend met zijn levensliederen en zijn kenmerkende gitaargeluid.

Christiani was in 1939 de eerste artiest in Europa die op een electrische gitaar speelde: een Epiphone Electar 125 (Model M) met een versterker van 15 Watt. In 1941 was hij eveneens de eerste Nederlander die een gitaarsolo opnam in het door hemzelf geschreven instrumentale nummer The Windmill. Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog mocht de artiest van de Kultuurkamer nog wel optreden, maar nadat hij het liedje 'Ouwe Taaie Yippy Yippy Yay' had opgenomen moest Christiani onderduiken in België.

Na de bevrijding van Brussel ging Christiani bij het Engelse legerorkest The Army Troupers spelen en trok zo achter de frontlinies mee Duitsland in. Nadat de gitarist in Bonn was aangekomen werd hij lid van de beroemde Cold Stream Guards en was hij onder meer te horen op de BFN (British Forces Network). In 1946 zou de snarenplukker terugkeren naar Nederland.

Na de tweede Wereldoorlog was Eddy Christiani één van de eerste Nederlandse popidolen. Om aan de vele aanbiedingen van optredens te kunnen voldoen richtte de artiest in 1951 samen met Frans Poptie zijn eigen ensemble op. Een jaar later was hij de eerste Nederlandse artiest die een gouden 78 toeren plaat in ontvangst mocht nemen voor zijn hit 'Zeemanshart'. Andere grote hits waren de platen 'Zonnig Madeira' (1938), 'Op De Woelige Baren' (1948), 'Kleine Greetje Uit De Polder' (1950), 'Spring Maar Achterop' (1952), 'Daar Bij De Waterkant' en 'Rosemarie Polka' (1953).

In 1961 maakt Christiani een comeback met de plaat 'Sucu Sucu (Mijn Sombrero)'. Een Spaanstalige versie van de plaat wordt uitgebracht in Duitsland, Scandinavië en de Verenigde Staten en in het laatstgenoemde land weet de plaat de 82e plaats te halen in de Billboard 100. Vanaf 1966 was Eddy Christiani regelmatig te zien in het tv-programma Voor De Vuist Weg van Willem Duys en van 1975 tot 1985 was de sympathieke muzikant bij de TROS te horen in zijn eigen radioprogramma Gitariteiten.

In 1977 zou Christiani worden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ook kreeg hij in 2005 de Edison Oeuvreprijs vanwege zijn enorme verdiensten in de Nederlandse muziekgeschiedenis. Twee jaar later zou de muzikant afscheid nemen van het grote publiek met de De engel op mijn schouder-tournee.