'Betere test baarmoederhalskanker redt levens'
Het aantal gevallen van baarmoederhalskanker kan een stuk omlaag door het bevolkingsonderzoek anders uit te voeren. De maatregel kan ook levens redden, staat in een advies dat de Gezondheidsraad dinsdag uitbrengt aan minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers (VVD), meldt de NOS zondag op basis van bronnen.
Volgens de raad zou bij het uitstrijkje eerst moeten worden onderzocht of de vrouw drager is van het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Alleen als dat virus aanwezig is, zou er nader onderzoek moeten volgen, bepleit de raad. Nu worden bij het bevolkingsonderzoek alle vrouwen nog onderzocht op baarmoederhalskanker.
De Gezondheidsraad vindt dat alle vrouwen in de leeftijd van 30 tot 60 jaar getest moeten worden om vast te stellen of ze draagster zijn van een van de varianten van het HP-virus. Die geven een hoog risico op het ontstaan van baarmoederhalskanker.
Alleen vrouwen met een positieve testuitslag zouden vervolgens moeten worden onderzocht op baarmoederhalskanker, maar wel vaker dan eens in de vijf jaar, wat nu het geval is. Daardoor neemt de kans om voorstadia van de ziekte vroegtijdig op te sporen sterk toe.
Volgens de Gezondheidsraad is door de screening te richten op vrouwen met het meeste risico op baarmoederhalskanker, de kans op tijdige opsporing van de ziekte veel groter. De nieuwe maatregel zou moeten leiden tot ongeveer een derde minder nieuwe gevallen van baarmoederhalskanker. Nu krijgen elk jaar zes- tot zevenhonderd vrouwen de ziekte.
