Ontslagprocedure via CWI nadelig voor werknemer

Icoon BinnenlandsDe werknemer is de dupe van de ontslagprocedure via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De procedure verloopt niet eerlijk, omdat die meer is gericht op de belangen van de werkgever dan die van de werknemer.

Dat concludeert de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer, die een onderzoek instelde omdat hem klachten hadden bereikt. Het verbaast hem dat er zoveel in het oog springende gebreken zijn en dat er niets is gedaan met kritiek op de procedure die al tientallen jaren wordt geuit.

Als een werkgever een werknemer wil ontslaan, heeft hij een ontslagvergunning nodig. Hij kan naar de kantonrechter stappen, of naar het CWI. De keuze is aan de werkgever.

In de CWI-procedure staat de werkgever sterker dan de werknemer. Zo krijgt hij meer en actuelere informatie. Ook wordt aan de werkgever zo nodig extra informatie gevraagd. Dat gebeurt niet wanneer het verweer van de werknemer die met ontslag wordt bedreigd, niet duidelijk is. Ook versnelt het CWI het afgeven van een ontslagvergunning als dat voor de werkgever beter uitkomt. Iemand kan dan bijvoorbeeld een maand eerder worden ontslagen.

Een ontslagcommissie waarin zowel een werkgever als een werknemer zit, dient het CWI van advies. Een medewerker van het CWI fungeert als voorzitter van die commissie. Om de schijn van partijdigheid te vermijden, mag die niets te maken hebben gehad met de voorbereiding van de ontslagaanvraag. Maar niet bij alle CWI-vestigingen wordt daar de hand aan gehouden. De namen van de commissieleden zijn niet bekend bij de betrokken werkgever en werknemer. Zij kunnen dus ook geen bezwaar maken als zij denken dat een lid bevooroordeeld is.