Lokale lasten opnieuw hoger

Burgers en bedrijven moeten dit jaar gemiddeld 448 euro aan gemeentelijke heffingen als onroerend zaakbelasting, hondenbelasting en rioolrechten betalen. Dit is ruim negen procent meer dan vorig jaar, toen de lokale lasten ook al met zeven procent stegen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De forse stijging wordt veroorzaakt door de hogere heffingen van de gemeenten (4,9 procent meer dan in 2004) en de afschaffing van de Zalmsnip. De Zalmsnip was een tegemoetkoming van het rijk voor de stijgende gemeentelijke lasten. Deze was eerst honderd gulden, maar in 2004 werd er nog maar 18 euro per inwoner gedekt door de Zalmsnip. Dit jaar is dat dus helemaal afgeschaft. De stijging van de lokale lasten betekent opnieuw een koopkrachtdaling voor veel burgers.

De lokale lasten per gemeente lopen echter sterk uiteen. Op de Waddeneilanden wonen is het duurst. Een inwoner op Schiermonnikoog is 2046 euro kwijt. Andere dure gemeenten zijn Blaricum (729 euro) en Bloemendaal (715 euro). Ook de grote steden zijn niet goedkoop: in Rotterdam (649 euro), Amsterdam (619 euro) en Den Haag (510 euro) liggen de lokale lasten hoger dan het landelijke gemiddelde van 448 euro.

Het goedkoopst wonen de mensen in gemeente Lingewaal in de Betuwe: zij betalen 219 euro per inwoner.