Het Poldermuseum, daar moet je heen

Vorig jaar zwierf ik per motor rond in Waverveen, een klein dorpje achter de Vinkeveense Plassen. Ik wilde erachter komen waar ik precies geboren ben en ik had, omdat mijn beide ouders niet meer leven, slechts wat losse gegevens om mee te werken. Algauw viel de naam Jan Compier: hij zou een wandelende encyclopedie zijn wat betreft de geschiedenis en inwoners van dit dorpje. Reden genoeg voor mij om hem eens op te bellen. Hij kon me in eerste instantie ook maar summiere informatie geven, maar onze familienaam kende hij wel. Hij bleek jaren geleden op een dorpsfeest in de buurt een heel oude oom van mij op de foto te hebben gezet. Hij was destijds verbaasd, want die man was toen al in de negentig, maar reed nog steeds auto. Jan beloofde me de foto's te zullen opzoeken, al zou dat wel een klus worden: hij heeft er vele duizenden. Jan blijkt qua hobby's van heel veel walletjes te eten. Als gepensioneerd mens zit hij in alle mogelijke geschiedkundige clubs in de buurt, laat zich voor tientallen karretjes spannen en geniet van iedere seconde.

En hij heeft eigenhandig een Poldermuseum opgezet. Het groeit al dertig of veertig jaar, want iedereen weet hem te vinden voor nieuwe oude dingen uit de buurt. Het is heel anders dan alles wat ik tot dusverre heb gezien. Evenwicht in de collectie? Niet bepaald, maar dat stelt de bezoekers voor aangename verrassingen. Zo zie je in de buitenschuur een hele rits boerengereedschap aan de wanden, maar ook zijn alle wanden behangen met oude kranten van belangrijke data in onze geschiedenis. Het voorblad van10 mei 1940, met het vlammende protest van Koningin Wilhelmina kun je er zo lezen. Een schoolkaart van Isings? Hangt er ook, waarbij Jan vertelt dat hij nog een grote kist vol schoolkaarten en tekeningen heeft, maar geen wandruimte om ze uit te stallen. Iemand maakte maquettes van het gemeentehuis en de kerk van het naburige Mijdrecht; ze staan er mooi bij, bij Jan.

Binnen gaat je neus helemaal te gast. Jan is katholiek van origine, dus is er een hoekje met kerkelijke beelden, een enorme rij kerkboekjes en noem maar op. Er stopte een dorpsschooltje in de buurt, zodat men Jan vergastte op alle oude boekjes en leermiddelen die men nooit had weggegooid. Er zijn hele tafels vol dingen uit de Tweede Wereldoorlog: fotoboeken van Duitse soldaten, een SS-dolk in foedraal, bonkaarten, spotprenten van alle mogelijke aard, verzetskrantjes, noem maar op. Aan een wand hangt een heel kleed vol met oude militaire rangtekens van alle mogelijke aard. Op een kast liggen bundels eigenbouw tabak, klaar om gesneden en tot sigaretten te worden verwerkt. Daar had je bedrijfjes voor: je bracht je tabak erheen en kreeg pakjes peuken terug. Het had heel wat verschillende, niet al te vleiende namen. Hooibroei was er een van. Peukie Blafjedood een andere.

Op een plank staat de eerste WP encyclopedie uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Het leuke is dat je in de meeste boeken gewoon mag kijken, het is niet onbenaderbaar achter glas opgeborgen. Ik genoot van oude rekenboekjes uit de jaren vijftig. Een paar van de sommen herkende ik nog steeds. Maar rekenen was dan ook een feest voor me. Onze bovenmeester had nog rekenboekjes uit de zevende, achtste en negende klas, die ik ook allemaal voor mijn neus heb gehad. En doorgewerkt, daar heb ik na al die jaren nog steeds gemak van.

Het meest bijzondere is het krantenarchief van Jan. Er was elders blijkbaar geen belangstelling voor, maar in een aparte ruimte staan alle afleveringen van het Algemeen Handelsblad van 1832 tot 2000. Het handelsblad is in 1970 opgegaan in de NRC. Bij de NRC staan slechts de eerste vier jaar, van 1828 tot en met 1831, de rest staat keurig ingebonden bij Jan. De eerste jaren in één enorm dik boek per jaar, de latere jaren per kwartaal, want toen werden de kranten dikker. Zo'n boek is nogal bijzonder van uitvoering: het is met twee linten dichtgebonden, terwijl een losse flap bovenop het verstoffen tegengaat. Heel vreemd, een praktisch compleet krantenarchief echt in the middle of nowhere. Heel verrassend en ontzettend interessant. Insiders weten ervan en komen geregeld een paar delen lenen om bepaalde zaken te gebruiken voor een eigen archief.

Een paar weken terug ging ik er alleen heen, op de motor natuurlijk. Ik werd heel hartelijk ontvangen, werd na afloop zelfs meegetroond naar binnen voor een bakkie koffie bij moeder de vrouw. Ik beloofde toen om gauw weer terug te komen, met vrouw en zoon, want met name die zoon zou wel van de ene verbazing in de andere vallen. Dat bleek deze week ook het geval; aanvankelijk had hij weinig puf maar ging toch maar mee om zijn ouders een genoegen te doen. Eenmaal daar was van die tegenzin niets meer te bespeuren: hij had de middag van zijn leven. Natuurlijk maakte hij honderden foto's en zegde een column toe. Ik denk dat ik hem nog wel eens meekrijg naar Jan.

O, als ik u nieuwsgierig heb gemaakt: plan uw bezoek op afspraak op een middag, want tijdens de ochtenduren heeft Jan vaak iets anders te doen. Kijk even op internet onder Poldermuseum Waverveen voor een afspraak. Het wordt een bezoek dat u zeker niet zult vergeten.