Beleid of Kafka?

Als je wilt genieten van kafkaëske toestanden op een campus, dan moet je gaan werken op een plek ver van de directie van de tent. Onze campus heeft twee grote gebouwen, de spullenbazen zitten in het andere hok. Dichtbij de docentenkamer hebben we een deur naar buiten die altijd open was. Wie tussen de lessen door of in de pauze even frisse lucht wilde snuiven of op de banken buiten zitten en van de zon genieten maakte gebruik van die deur. Ook de rokers waren natuurlijk gebruikers van de deur – binnen een bakkie koffie pakken en dan gauw naar buiten. Toen we vorig jaar terug kwamen van vakantie was opeens de deur dicht. Er was een noodknop aangebracht achter een ruitje, zodat bij een calamiteit van de deur kon worden gebruik gemaakt. Maar verder waren we binnen opgesloten. Jaja, in september, buiten mooi zonnig weer, banken om op te zitten, en dan binnen blijven. Waarom??? Insluipingsrisico heette het.

O ja? Ja! O. De enige legale manier om buiten te komen in de pauze van vijftien hele minuten was met je bekertje koffie een paar honderd meter door de gangen lopen en via de hoofdingang naar buiten. Voordat je er bent ligt de helft van de koffie in de gang. Er is nog wel een andere ingang, maar daar sta je tussen de leerlingen en dat willen we niet. Het gebeurde dan ook nooit, die halve marathon met een koffie in je hand. Er was van hoog tot laag veel gemopper en gezanik, maar de Olympus hulde zich in zwijgen. De deur bleef dicht, al bleken afdelingsdirecteuren weer wel een sleutel te hebben, evenals de beveiliging en de conciërges. Het idiote was dat er een buitengewoon goede en fraaie oplossing bestond: we hebben een opleiding tot beveiliger, waarbij heel wat leerlingen hun stage bij ons op de campus hebben. Die luitjes vervelen zich doorgaans helemaal te pletter, en dus waren ze enthousiast bij het idee om in de pauzetijd bij de gewraakte deur te gaan staan om ons gelegenheid te geven buiten te vertoeven en insluiprisico tegen te gaan. U raadt het – het mocht niet.

We vonden al de eerste dag een andere uitweg. Vlak naast de dichte deur hebben we een werkplaats met een toegangsdeur die wordt gebruikt voor aanvoer van materialen. Ik hoor bij die afdeling, samen met meer mensen die roken. Dus de deur ging los en bleef de hele dag los. Iedereen liep met zijn bakkie koffie door een spreekruimte, dan door het kantoor naast de werkplaats en zo naar buiten. Lieden die zo lomp waren tijdens de pauze de spreekruimte te gebruiken kregen een niet mis te verstane boodschap: ga NU koffiedrinken, praat zo maar weer verder. Met name de rokerskliek met niet-rokende aanhangers maakte altijd gebruik van deze route, open en bloot. Niemand die er ooit iets van zei. Weinig gezeik, probleem opgelost. Wonderlijkerwijs bleek naarmate de tijd verstreek de afgesloten deur steeds vaker open. De conciërge vergat nogal eens om de deur weer op slot te doen als hij was wezen roken. Of een verstrooide directeur liep naar buiten en vergat weer af te sluiten. Na een aantal maanden waren we verstoord als de deur NIET open was, want dan moesten we die twintig meter weer omlopen door de werkplaats. Een paar weken terug hadden we gelegenheid om eens vet te grijnzen. Een van de rokers is raadslid in onze vestigingsplaats. In haar functie sprak ze onlangs een brandweerofficier en zij bracht het verhaal van de buitendeur ter sprake. Zijn reactie was niet mis te verstaan: de actie van de directie was volkomen illegaal, de deur moest open zijn zolang er iemand in de school aanwezig was. Noodknop? MAG NIET!! Een reactie van de Olympus op dit bericht mocht ons tot dusverre niet bereiken, en dat zal wel zo blijven. Kom zeg, je ongelijk toegeven, dat gaat zeker niet gebeuren.

Iets veel zotters maakten we afgelopen week mee. Sinds dit gebeuren ben ik er vrijwel zeker van dat onze school eigenlijk meer op een halfopen inrichting lijkt voor lieden met een psychologische uitdaging. We hebben al jaren een cateringbedrijf dat de kantines runt en de koffie- en drankautomaten bijhoudt. Het personeel is altijd hetzelfde, het verandert gewoon van werkgever als we een nieuwe cateraar aantrekken. Verder hebben we een afdeling facilitair die de opdrachten aanneemt voor het verzorgen van koffie en dergelijke bij allerhande activiteiten, zoals vergaderingen. Bij een vergadering krijgen we sinds jaar en dag een karretje met daarop servies, papieren zakjes met suiker en koe en kannen met koffie en thee, alsmede een kan water met plastic bekertjes. Een goede collega had via facilitair het karretje met koffiemeuk geregeld, maar men kwam er al snel achter dat de kan met water en de bekertjes niet op het karretje stonden. Geen punt, de kantine was maar vijftig meter weg op dezelfde verdieping. Collega ging dus even naar de kantine en sprak ons aller cateringmoeder Marjet aan. ‘’Joh, ze zijn de kan met water en de bekertjes vergeten, geef me effe een kan kraanwater mee, dan zijn we happy met dit warme weer’’. ‘’Nee, dat mag ik niet doen, dat moet je aanvragen via facilitair, dan krijg ik het van hun door en dan mag ik pas die kan aan jou afgeven’’. ‘’Parrrdon? Daar staat een kan, daar is de kraan, wat is het probleem? Ik doe het anders zelf wel even. We willen NU water, niet morgenochtend’’. Na enig aandringen: ‘’Joh, je hebt eigenlijk wel gelijk, we zijn al zolang collega’s, hier heb je je kan met water’’.

Een paar minuten na afloop van de vergadering werd collega gebeld door facilitair. Dat verhaal van die kan water was een schandalige vertoning. De regels waren meer dan duidelijk, ALLES liep via facilitair, en dit soort eigenmachtig handelen mocht nooit meer voorkomen. Mijn collega had nog juist de tegenwoordigheid van geest om eerst de telefoon neer te leggen en zich pas daarna de krampen te lachen. Later kwamen evenwel de irritatie en de verdwazing. Hij had ook niet de tegenwoordigheid van geest gehad om de faciliknuppel te danken voor de reprimande en als wederdienst een linkje aan te bieden met alle Kafka-voorstellingen de komende maanden. Het zou waarschijnlijk ook boter aan de galg zijn, maar jammer blijft het. Natuurlijk heb ik, alvorens dit op te schrijven de zaken even nagegaan bij andere deelnemers aan de vergadering. Het leek me wel erg sterk op een broodje aap-verhaal lijken, maar het was helemaal zoals de collega me vertelde.

Onze twijfels over correcte prioriteitenstelling worden steeds meer zekerheid. Die miljoenenbezuinigingen, met name door afnemende aantallen studenten? Dat wordt puur kafka, wat ik je brom. Hoe luidde dat aforisme ook weer?

"In een organisatie promoveert iedere deelnemer naar zijn eigen niveau van incompetentie’’.

Joh, zou het echt?