Op z'n Grieks met een Ethiopiër

Ineens viel me op dat de route van beduidend veel marathons in een rondje loopt. Ik dacht juist altijd dat een haastige, in oorlogsuitrusting getogen Griek de marathon had uitgevonden. Hij moest een vrolijk briefje en een hompje feta naar de koning brengen, 42 kilometer verderop. Zoiets was het toch? Hij liep in ieder geval door een wijds, uitgestrekt landschap. Van A naar B! Níet door de binnenstad van oud-Athene in één of meerdere rondjes, me dunkt.
“Wat een snelle jongen, die Griek. En wat een enorme afstand. Nou zeg!” Waarschijnlijk heeft hij drie dagen over de terugweg gedaan of is hij flierefluitend achterop een balkende ezel gesprongen. Lekker mediterraan zonnetje op de koperen helm en weer terug naar huis. Nog even een jonko klappen bij de Akropolis en bij thuiskomst zijn heldhaftige avontuur nog even aangedikt in een rol papyrus krassen. Lang geleden stuitte de atletiekunie bij puur toeval op dit hachelijke manuscript en besloot er een hardloopwedstrijd van te maken…

Maar waarom heet het dan de marathon ván New York, Barcelona, Rotterdam etc?! Hij gaat helemaal nergens náár toe. Je komt gewoon weer op hetzelfde punt uit. Als dat de bedoeling is, dan kun je hem beter op en néér lopen. Dan hoef je als organisatie ook niet zo veel wegen af te sluiten en loopt het verkeer in de binnenstad niet zo vast. Alleen zijn de Ethiopiërs in de kopgroep dan al op weg naar de finish terwijl de rest nog naar het keerpunt aan het hollen is. “Dat gaat botsen!” zult u denken. Welnee hoor! Die gasten sneaken werkelijk overal doorheen. Door dichtwoekerende savannes, door een opgefokte clan hyena’s en als het moet zelfs door een zwaarbewaakte grensovergang. Dus óók door grote mensenmassa's die de andere kant op lopen. Viel er ook maar één dode Ethiopiër te betreuren bij laatste editie van de LoveParade? Ik dacht het niet.

“De Ethiopiër kijkt niet achterom naar de kudde buffels die achter hem aan zit. De Ethiopiër draagt geen harnas, maar water. De Ethiopiër weet wel dat er een speer in zijn rug steekt, maar de Ethiopiër loopt gewoon door. Want zo, is de Ethiopiër!”

Vroeger ging ik wel eens met een Ethiopiër naar het zwembad. Dan mocht hij altijd gratis, omdat ie gewoon tussen het poortje doorglipte. Als ie dan betrapt werd, sneakte hij snel weer terug en zette een sprintje in. Die badmeester was bij voorbaat al kansloos. Hij haalde het eind van de parkeerplaats niet eens. "Ja maar…" zult u nu zeggen, "die badmeester kan natuurlijk niet echt rennen op zijn slippers." Dat klopt! Hij had ze natuurlijk ook uit kunnen doen. Mijn vriend liep namelijk steevast zónder schoeisel. Een eerlijke strijd, maar ga er maar eens aan staan.

Een geweldige Ethiopiër was het. Nzolo heette ie. We hadden een vaste plek afgesproken om elkaar weer te ontmoeten na ieder sprintje van hem. Stond ie vier kilometer verderop met een alleszeggende grijns, volkomen ontspannen tegen een berk aanleunend op me te wachten. Ik stond altijd weer perplex van die jongen. Nog geen pareltje zweet te bekennen, en zijn waterkan en mandje appels stonden gewoon nog op zijn hoofd. Geen druppel gemorst en alle appels nog in het mandje. Onbegrijpelijk.

Nzolo is helaas vorig jaar aan een bizar einde gekomen. Waren we samen naar de Efteling gegaan. Hij natuurlijk weer gratis. Glipte ie zo door de beugel van de Python heen. Bovenin de looping flikkert die gozer uit het karretje, komt op de baan terecht en wordt direct daarna overreden. Ik zat zelf in het voorste karretje en heb zijn sterfmoment met lede ogen gadegeslagen. Die laatste blik van hem, vlak voordat hij werd overreden. Alsof hij wilde zeggen: "Waarom ben ik toch in dit stalen monster gestapt? Dat treintje gaat helemaal nergens náár, alleen maar ván." Meer zal hij niet gedacht hebben in die korte fractie.

Nog steeds vraag ik me af waarom hij ook niet gewoon door de rails was geflikkerd? Niet gewoon, in de zachte bosjes eronder met slechts een gebroken schouder of zoiets? Ten spijt kreeg zijn familie ook niets uitbetaald voor het ongeluk. Nzolo had namelijk geen geldig entreebewijs, naar later bleek ook geen geldig paspoort. - Hij vertelde ooit eens een mooi verhaal. Iets met een landingsgestel volgens mij, maar dat ben ik alweer vergeten… -

Ik heb hem op een mooie manier herdacht. Ik ben naar het zwembad gegaan en heb diezelfde badmeester in het Duits verrot gescholden. Hij kwam direct op me af, met zo'n kop van: "Ik ga jou net zolang onder water houden tot je longetjes imploderen vriend!"… De slak! Ik heb hem er dubbel en dwars uitgesprint. Zónder schoenen! "Deze is voor jou Nzolo!"

“Je had elke marathon gewonnen als je nog had geleefd. Naar jou moeten ze een hardloopwedstrijd vernoemen. De Nzololoop. Rust zag schrale Ethi! With me forever!”

… De marathon… tja. Je ziet zelden een Griek in de kopgroep lopen. Een Griek zie je ook niet zo gauw van de supermarkt naar huis sprinten met zijn boodschappen. Staat zijn vrouw al twee uur te wachten op de vergeten tzazikisaus terwijl de keftedes al ruimschoots aan het aanbranden is, komt ie eindelijk thuis met zo'n blik van: “Doe mij eerst ff wat Ouzo,” klettert z'n harnas express langs de kapstok en vergeet heel provocerend zijn vrouw te groeten. "Wat ben je toch een enorme luiwammes, Hektor!"… Zonder te reageren loopt Hektor door naar de keuken. Hij kiepert het tasje boodschappen in een willekeurige, hete pan, graait een keer door de huishoudpot en slentert terug naar buiten om de taxichauffeur te betalen. Terug in de keuken grist Hektor zijn bord en bestek van tafel en zet het schoon in de gootsteen. Met zijn riekende caligae-sandalen aan zijn eeltvoeten loopt hij naar de woonkamer. Hij trekt een pak soepstengels en een fles brandewijn uit de kast en ploft als een waardeloos geworden drachme op de sofa. "Zondagavond!" denkt Hektor. “De tv gaat lekker op studio sport.” In mediterrane euforie kijkt Hektor naar de samenvatting van de marathon. Een blootsvoetse Ethiopiër heeft de wedstrijd gewonnen. Zijn kenmerkende waterkan en fruitmand prijken nabalancerend maar onaangetast op zijn hoofd.