Een nieuwe vriend?

The Whirlwind

Acht jaar heb ik er op moeten wachten, maar nu is hij er. Hij zou pas dinsdag geleverd worden, maar hij was er vrijdag al. Ik ben zenuwachtig. Zou hij net zo fantastisch zijn als de vorige twee? En dan vooral als die laatste, adembenemende schoonheid? De berichten waren veelbelovend. Natuurlijk klonken er wanklanken: dat het meer van hetzelfde zou zijn. Maar ik las en hoorde vooral zeer lovende woorden.

Het is vrijdagmorgen.
Ik ben aan het werk, als ik hoor dat hij vandaag al binnen is. Vanavond kan ik hem ophalen. De zes uur die ik nog voor me heb, lijken ineens eindeloos lang. Het is vreemd, maar ik voel me gespannen. Alsof je iemand leert kennen van wie je verwacht dat hij wel eens geweldig zou kunnen zijn. Zal het net zo zijn als toen ik de anderen leerde kennen? Zou ik ook zo kunnen genieten van zíjn aanwezigheid? Alle herinneringen aan de anderen zijn zo mooi dat het eigenlijk alleen maar kan tegenvallen.

Ik heb een beeld geschapen dat gebaseerd is op de eerste twee. Er zitten veel herinneringen en gevoelens aan vast. Die twee staan los van elkaar, maar zijn óók nauw verbonden.
Ik heb altijd gehoopt, gedroomd bijna, dat er nog een bijkwam. En nu hij er is, verwart het me enigszins. Zou hij mijn beeld van de eerste twee versterken of juist vertroebelen? Past hij in het plaatje?
Immers, hij is veranderd. Hij is nieuw. Maar misschien strookt hij wel helemaal niet met mijn voorstelling.

Vanavond kan ik hem halen. Nog een halve dag. Terwijl ik me nog eens onderdompel in de eerste twee, schieten de herinneringen door mijn hoofd. Ze zijn állemaal fijn.

De regenachtige dag dat ik, vergezeld door een van hen, buiten liep en me diep ongelukkig voelde. Sensationeel hoe mijn humeur omboog naar een fantastisch gevoel. Alsof ik de hele wereld aan kon, dat ik grootse dingen ging volbrengen. In mijn hoofd brak de hemel open, alles werd warm. Ondertussen regende ik zeiknat.

Er zijn meer van die momenten, veel meer. Dat ze intens geluk veroorzaakten. Dat ik kon huilen, omdat ze me zo raakten. Dat de hele wereld doorging met instorten, maar ik het even niet zag.
En nu is er een vervolg. Ik heb er zo naar uitgekeken. Maar nu het bijna zover is…

Vrijdagavond.
Hij ligt voor me, ik ben bang. Hij ziet er fantastisch uit, heel verzorgd. Maar zoals bij alles: uiterlijk telt maar een klein beetje. Als ik hem oppak, voelt hij fijn. Ondanks de verwarring is hij me nu al dierbaar.
Dit is het moment om erin te duiken, om me te laten absorberen.

Twijfel.
Wat als hij niet is zoals de anderen?
Wat als hij me niet kán absorberen?
Wat als hij niet zo’n goede vriend is als de vorige?
Wat als hij me verveelt?

Wat als de magie verloren is?
Wat als het verlangen de vervulling te heftig beïnvloed heeft?
Wat als ik het geromantiseerd heb?
Wat als hij echt niet in het plaatje past?
Ik stel het nog even uit. Nog even.

Ik merk dat ik over hem denk alsof hij een persoon is, een vriend. Dat ís hij niet, ik weet niet of ik hem vertrouw. En daarbij, hij is van plastic.
De eerste twee zijn wel mijn vrienden. Vooral de tweede, die heeft mij bij zoveel verschrikkelijke én schitterende momenten begeleid, dat hij echt een vriend ís. Een vriend bij wie ik geluk kan voelen, die me geluk kan brengen. Een iemand van plastic. Plastic dat in de verste verte niet op een mens lijkt.
Maar het gaat niet om het plastic; dat maakt het alleen maar tastbaar. Het gaat om de inhoud, om het gevoel dat erbij hoort. De klank van geluk.

De eerste twee staan zeer hoog in mijn lijstje van pure schoonheid. En nu is er een vervolg. Mijn vingers glijden over het doosje. Ik moet mijn bek houden, de lampen moeten uit, ik moet op de grond liggen. Het is tijd om een nieuwe vriend te leren kennen.