“Nu stop ik écht!” (13)

De vorige aflevering lees je hier.

Pien zit op haar fietst en trapt of haar leven er van afhangt. Haar benen voelen aan als lood, de hoofdpijn is ondraaglijk, en Pien is laat. Veel te laat. Vanmorgen is ze dwars door het geluid van de wekker heen geslapen. Ook niet zo gek, als je bedenkt hoe de avond ervoor is verlopen. Ze is ook erg geschrokken van de boodschap van haar baas op het antwoordapparaat. Die was niet mis te verstaan. Pien probeert allemaal smoezen te bedenken, ze kán gewoon niet zeggen tegen Chris dat ze zich heeft verslapen, want straks doet hij écht wat hij heeft gezegd, en ontslaat hij haar. Of zou dat bluf geweest zijn? Ze zijn toch altijd goede vrienden geweest? Misschien zal het zo’n vaart niet lopen, ze is tenslotte wel een goede werkneemster.

Ze gaat de winkel binnen, quasi nonchalant, maar ondertussen let ze goed op hoe haar collega’s op haar reageren. Eigenlijk doen ze heel normaal, en als Pien hun vertelt dat ze net bij de dokter vandaan komt, dat het spreekuur nogal was uitgelopen en dat ze haar mobieltje thuis had laten liggen en dus niet had kunnen bellen dat ze wat later kwam, reageren ze zelfs heel lief. Of Pien erg veel last heeft van de migraine, en dat ze maar rustig aan moet doen vandaag.

Pien loopt enigszins opgelucht naar achteren om haar jas op te hangen. Net als ze weer naar binnen wil gaan komt Chris uit zijn kantoortje. “Meekomen. Ik wil met je praten,” zegt hij bars. Maar Pien is hem voor. Zodra ze gaan zitten vertelt Pien het verhaal dat ze ook aan haar collega’s heeft verteld. “Normaal gesproken is er spreekuur van acht tot negen, maar het liep erg uit vandaag. Anders was ik wel op tijd geweest. Maar toen ik je gisteravond belde had ik écht migraine, Chris. En dat mijn stem misschien wat raar klonk kwam vanwege het feit dat ik tijdens zo’n aanval last heb van verdoofde vingers, maar ook van een verdoofde tong.” Chris zwijgt. Hij kijkt haar alleen maar aan met een blik waar niets van valt af te lezen. Pien wordt er onzeker van. Ze gaat zich alleen maar meer verdedigen. “Als je me niet gelooft, dan moet je maar eens googlen op het woord ‘migraine.’ Dat is echt verschrikkelijk. Ik voel me ook eigenlijk niet in staat om te werken, ik heb vanmorgen nog een zetpil genomen. Maar ja, als jij gaat lopen dreigen met ontslag… “

Pien zwijgt. Chris vraagt kalm: “En wat zei de dokter?” “O, eh, nou, ik heb ook aan hem verteld dat ik nogal last heb van stress en de dokter heeft me aangeraden om rustig aan te doen. Migraine kan ook vaak ontstaan door spanningen.”
“En verder? Heb je medicijnen gekregen of zo?”
Pien voelt zich opgelucht. Chris slikt haar verhaal, dus dat is mooi. Maar ze is natuurlijk niet op haar achterhoofd gevallen, als ze nu gaat beweren dat ze nieuwe medicijnen krijgt, dan wil Chris misschien het recept wel zien. “Nee, ik had nog medicijnen. Het ging mij er alleen om dat ik weet waarom ik tegenwoordig weer zo vaak migraine heb. Nou, blijkbaar door de stress. Ik heb het gewoon niet zo makkelijk, zoals je wel weet. Maar goed, ik kom vandaag gewoon werken, dus bij deze meld ik me weer beter. Maar ik baalde wel van jouw telefoontje, want gisteravond had ik echt niet gedacht dat ik vandaag in staat zou zijn tot wat ook maar. En de dokter vindt het ook prima dat ik aan het werk ga, omdat ik thuis ga zitten piekeren en hier op het werk niet.” Na deze woorden móet het onheil toch wel van haar zijn afgewend?

Er komt een flauwe glimlach op het gezicht van Chris en Pien voelt dat het pleit al half gewonnen heeft. “Fijne man hè, dokter Bronkhorst. Die heb jij toch ook als huisdokter?” vraagt Chris terwijl hij Pien recht aankijkt. “Ja, klopt!” reageert ze enthousiast. “Hij neemt ook altijd zo lekker de tijd voor je, dat vind ik wel erg prettig.”
“Vanmorgen nam hij wel héél erg de tijd voor je, je kon niet eens op tijd op je werk komen,” merkt Chris droog op. Pien schiet in de lach. “Joh, je had moeten zien hoe vol die wachtkamer zat, echt niet normaal! Die man is echt razend populair onder zijn patiënten!”

Chris lacht niet mee. Zonder iets te zeggen pakt hij de telefoon en toetst een nummer in. Hij overhandigt de hoorn aan Pien. Zij kijkt hem vragend aan. Wat heeft dit nou weer te betekenen? Aarzelend pakt ze de hoorn van hem aan en houdt hem bij haar oor.
“Dit is het antwoordapparaat van de praktijk van dokter Bronkhorst. Wegens vakantie zijn wij gesloten tot  maandag  12 oktober. Tot die tijd kunt u terecht bij de vervangend arts…”
Langzaam laat Pien de hoorn zakken. Ze weet niet waar ze kijken moet. Chris kijkt haar aan en zegt langzaam, alsof hij ervan verzekerd wil zijn dat ieder woord dat hij zegt goed tot Pien doordringt: “Ik wil dat je je spullen pakt en dat je vertrekt. Ik heb genoeg van al je leugens, en ik geef je op staande voet ontslag. Zoals je weet heb ik een dossier aangelegd van  het te laat komen en het ziek melden, bij je functioneringsgesprek hebben we afgesproken dat ik hier niet de consequenties wil dragen van jouw alcoholisme, en nu ben je te ver gegaan.”
“Krijg ik nog één kans?” smeekt Pien, terwijl de tranen over haar wangen glijden. Chris schudt gedecideerd zijn hoofd.
“Nee. Je krijgt je salaris uitbetaald tot het eind van de maand, dus daar mats ik je al mee, maar ik wil je hier niet meer zien Pien. Het ga je goed.”
En alsof ze niet meer voor hem bestaat draait hij zijn stoel richting de computer en gaat aan het werk. “Ik dacht dat we ook vrienden waren,” zegt Pien met een verwijtende klank in haar stem. Chris draait zich om. “Tegen vrienden lieg je niet. Jij hebt net een staaltje laten zien van wat voor leugenaarster je bent. En dat ben je geworden door dat drinken, Pien. Je moet er wat aan doen, dat is de tip die ik je nog mee wil geven. Anders ga je ten onder aan je alcoholisme, en je sleurt daar iedereen in mee. Je huwelijk is daar al door naar de donder gegaan, nu ben je je baan kwijt, pas maar op dat je kinderen zich niet tegen je gaan keren. En nu mijn kantoor uit graag.”

Langzaam fietst Pien naar huis. Die laatste zinnen van Chris blijven maar door haar hoofd malen. Hij heeft gelijk. Hij heeft gewoon gelijk. En hij moest eens weten dat het laatste wat hij zei al gebeurd is, dat ze haar kinderen kwijt is. De jongens zijn gisteravond geconfronteerd met een tafereel dat ze waarschijnlijk de rest van hun leven niet meer zullen vergeten. En nu is zij haar baan kwijt. Geen inkomen meer. Is dit misschien het goede tijdstip om zich te laten behandelen? Ze hoeft op dit moment niet voor haar kinderen te zorgen, ze hoeft niet naar haar werk. Is er eigenlijk wel een beter tijdstip denkbaar? En is dit niet de enige manier om het vertrouwen terug te winnen van een hele hoop mensen? Door het nu maar eens uit te voeren, wat ze altijd roept: “Nu stop ik écht!” ?

De volgende aflevering lees je hier.