Ik neig naar moord

Ik overwoog een molotovcocktail, dacht zelfs even aan dat ouderwetse spektakel tussen vier paarden, maar op dit moment neig ik toch echt naar moord.

Ik zal proberen de geschiedenis kort uiteen te zetten. Mijn relatie ging naar de kloten. Mijn schuld. Ik kon het niet meer. We hadden een jaartje samengewoond.
Als het aan haar had gelegen hadden we een rijtje kinderen op de wereld geslingerd en woonden we nu in een ruim koophuis. Bij voorkeur met een grote tuin en rozenstruiken.  Ik wilde dat niet; ik wilde vrijheid. Ik moest wég.
Er zijn me wel eens dingen meer in dank afgenomen. Ik was een lul maar wel minder ongelukkig.
Oh, ja en ik was dakloos.

Wanneer je op jezelf hebt gewoond, is het stomste wat je kunt doen weer bij je ouders gaan wonen. Maar ik had geen keus. Mijn ouders waren fantastisch, maar dat merkte ik pas achteraf. Ze vingen me op, begrepen dat ik volwassen was en lieten me redelijk met rust. Ik moest me weer schikken naar de huisregels van vroeger. Half zes eten, ik kon er moeilijk mee omgaan.
Geloof me, thee drinken met je moeder is een stuk leuker wanneer je slechts op visite bent.

Ik moest zo snel mogelijk weer iets voor mijzelf hebben. Ik schreef me in bij een particulier bedrijf dat bemiddelde tussen mij en huisjesmelkers. Dat was een stuk duurder dan ik grappig vond, maar binnen een maand had ik een behoorlijk gezellig huisje in de Zwolse binnenstad.
Het was piepklein, schreeuwend duur, maar het was van mij.

Er waren nog wat probleempjes die mijn huisbaas “deze week nog!” zou regelen.
De bel deed het niet, de deur naar mijn studio was voorzien van een flink aantal deuken en gaten, ik had geen badkamerdeur. Gezien het een studiootje was en het toilet en badkamer grensden aan mijn woon-, slaapkamer vond ik dat laatste een ernstig probleem. Ook toen kon ik serieus kakken en de geuren die soms door mijn huiskamer walmden waren alles behalve prettig. Gasten, zeker de wat mindere bekenden en vrouwen, durfden niet bij mij naar de wc, omdat ik ze waarschijnlijk zou horen klateren. Dat kon ik me goed voorstellen.
 
Ik heb er ruim een jaar gewoond en heb, laten we zeggen, dertig keer gebeld, gemaild, ge-sms't over al deze zaken. En werkelijk, iedere keer ging hij het “deze week nog regelen.” De gedachte om mijn huisjesmelker tussen vier paarden te knopen kwam meer dan eens bij me op.
Ik had een jaarcontract waarbij het de verhuurders intentie was om de verhuur (stilzwijgend) te verlengen. Er werd mij echter wel heel duidelijk gemaakt dat ik na dat jaar gewoon op straat zou staan wanneer ik mijn huur niet op tijd had betaald, of zou betalen; overlast had veroorzaakt of een conflict zou hebben gehad met de verhuurder.
Nog eens dakloos worden; daar had ik echt geen zin in. Ik had er overigens ook geen tijd en geld voor. Laat staan dat ik vervangende woonruimte had. Dreigen met niet betalen zolang het niet geregeld was, dat durfde ik gezien het jaarcontract niet.
Weer terug naar mijn ouders was echt geen optie.
Na dat ruime jaar vond ik een fantastisch nieuw huis en was ik eindelijk klaar met al dat gelul.

De huur was opgezegd. Twee dagen voordat het huisje echt niet meer van mij zou zijn, leverde ik de sleutel in. Ik had alles bezemschoon achtergelaten en zowaar even een doekje door de keuken en badkamer getrokken. Precies volgens afspraak.
Maar de middag voor de officiële overdracht werd ik gebeld dat ik het niet correct had achtergelaten. Ze zouden een schoonmaakbedrijf inhuren om mijn rotzooi op te ruimen. En die kosten zouden van mijn borg afgetrokken worden. Je vloekt wat af als het om huizen gaat.

Ik had echt geen zin in die schoonmaakkosten en sprak af met het bemiddelingsbedrijf dat ik de sleutel zou ophalen en het dan zelf piekfijn in orde zou maken. Dat vonden ze prima. Eenmaal aangekomen bij het bedrijfje bleken mijn sleutels er niet te zijn, de nieuwe bewoner had ze al.
Ik hou er niet van om stampij te maken, maar dit leek me een geschikt moment. Immers, ik had me aan alle afspraken gehouden. Ik wél. Na een uitgebreide woordenwisseling werd mijn bijna ex-huisjesmelker gebeld om de sleutel weer terug te brengen.

Het was op het moment dat er gebeld werd, dat ik voor het eerst serieus begon na te denken over hoe je nou eigenlijk een molotovcocktail zou moeten bereiden. En of het een beetje eenvoudig was om dat zonder al te veel aanwijzingen bij iemand naar binnen te gooien. Zo moeilijk kon het trouwens niet zijn om zijn huisje te vinden. Hoeveel zou zoiets kosten? Toch niet zo heel veel?! Een fles, wat benzine en een lapje. En ja, dát mag hij wel van mijn borg aftrekken.
Het telefoongesprek was beëindigd. Het meisje had een voorzichtige glimlach. Het was allemaal geregeld. De nieuwe huurder vond het allemaal niet zo’n probleem, hij zou het zelf wel schoonmaken. Voor mijn gevoel een beetje ten overvloede vroeg ik nog maar eens of het nu echt afgerond was? Of ik geen schoonmaakkosten hoefde te betalen? Het hoefde echt niet.
Ik was een blij man en fietste fluitend naar mijn nieuwe huis.

Van de week zat ik mijn bankzaken door te nemen en ontdekte dat mijn ex-huisjesmelker de borg nog niet had teruggestort. Ik besloot er maar een sms'je aan te besteden om te kijken waar het bleef.
Hij ging het deze week nog overmaken. Maar hij moest nog even rekenen. De schoonmaakkosten moesten er nog af.

Mijn mond viel open én mijn broek zakte af. Dit kon hij niet serieus menen. Hij deed het toch.
Ik had me niet aan mijn afspraken gehouden. Daardoor had ik hem op kosten gejaagd en daar moest ik voor betalen. Zoiets werd duidelijk in de verschrikkelijk frustrerende dialoog die volgde.
Ik had de afspraak niet op papier laten zetten en had wederom nauwelijks een poot om op te staan. Het was zijn woord tegen het mijne.

Zo’n molotovcocktail is dan misschien niet zo heel duur doch uiterst effectief, het is echter niet meer genoeg om mijn woede te stillen. Ik neig nu toch echt naar moord.