Word leraar zeiden ze (9)

Daar stond ik dan met Henk. Op weg naar een bubblebad. Maar op dat moment begon Henks telefoon te trillen.
"Henk.
... Ja ik ben haar zoon. Is er iets?
... Hoe bedoelt u, kritiek?
... Zoals in, vannacht nog?
... Ja, ja, natuurlijk. Alleen, ik kan niet rijden. Ik bedoel, ik kan het wel, maar ik heb iets te veel gedronken.
... Ja, dat zou kunnen. Goed, ik kom eraan."

Hij legde op en keek mij witjes aan. "Het is mijn moeder. Ze heeft een hersenbloeding of een beroerte of zoiets. Ik moet erheen. Maar ik heb gezopen."
"Ik rij wel."
"Ben jij nuchter?"
"Allang. Kom op."
"En Marieke?"
"Laat die maar naar huis gaan. Ze moet morgen lesgeven."
Hij ook en ik ook, maar een stervende moeder van Henk wil je niet missen natuurlijk. Mijn lijfrentepolis was opeens weer goudomrand. De avond was onverwacht zacht. Je rook het voorjaar al.
Ik zei tegen de chauffeur dat hij maar een taxi moest nemen, samen met Marieke en Therèse. Ik nam de limousine, moeder op sterven, noodgeval, ging allemaal goed komen.

Sinds we over de A1 zoefden en we kort daarna samen de laatste ogenblikken van zijn moeder beleefden, zijn Henk en ik goede vrienden geworden. De dood heeft iets verbroederends. De dokter nam me steeds apart om aan mij te vragen of 'moeder' nog aan zus moest, zouden ze wellicht zo nog proberen, wie weet maakte dit kans van slagen of anders konden we dat nog overwegen? Maar steeds schudde ik bedroefd en een beetje wijs van nee. Beter van niet.
Ik vermeed natuurlijk zorgvuldig het misverstand op te heffen dat ik de zoon van 'moeder' zou zijn. Als Henk vroeg wat de dokter wilde, verzon ik smoezen: dokters parkeergeld op, dat ik koffie voor dokter moest halen, dat dokter wilde weten of ik toevallig niet ene Jan was met wie hij vroeger op roeien had gezeten.

De laatste uren van 'moeder' waren mooie uren, behalve voor 'moeder' dan. Een mens zien sterven is een heel bijzondere ervaring. Omdat Henk en ik beiden bij het overlijden van zijn moeder waren, groeide er iets moois tussen ons. We hadden het over onderwijs en het verschil tussen de overheidscampagne wordleraar punt nl en de schrille werkelijkheid, we hadden het over de gezondheidszorg en ik betoogde hoe de zorgsector mensen het recht op een waardige dood ontzegde, misdadig eigenlijk, en in mijn enthousiasme schoof mijn ziekenhuisstoeltje het infuus steeds een stukje opzij.
En toen ik huilde om Henks moeder, zei hij jaloers dat hij dat ook zou willen kunnen, huilen om iemand die afscheid van dit leven neemt, en ik vond het zo rot voor hem dat hij niet kon huilen en ik wel, dat ik nog harder ging huilen, en snikkend legde ik mijn arm rond zijn schouder om hem te steunen in zijn verdriet dat hij niet kon huilen. Daardoor ontnam hij mij het zicht op het infuus in de onderarm van zijn moeder. Hoe lang dat er ook uit heeft gelegen toen ik was uitgesnikt, weet ik niet. Ik had best een tijdje gesnikt, door het schokken gleed mijn stoel op wieltjes steeds verder van het bed. En het infuus steeds verder uit Henks moeder onderarm.
Toen 'moeder' definitief het hoekje om bleek te zijn gegaan, waren we beiden juist stil, heel sereen moment was dat, erbij zijn als iemand sterft is op een vreemde, ontroerende manier ook juist heel mooi, ongeveer vergelijkbaar met simultaan klaarkomen terwijl Van Nistelrooij de EK-finale beslist door een weergaloze goal. Zeker als de overledene een paar miljoen nalaat.
Dat verdiept de spirituele intensiteit van het moment nog eens.

Of ik nou doorhad gehad dat mijn stoelpoot het infuus op wieltjes steeds verder wegduwde of niet, het blijft een boeiende vraag, maar zeker is dat niemand doorhad dat 'moeder' toen ze eenmaal niet meer ademde in elk geval al geruime tijd losgekoppeld was geweest van kunstmatige voedingssupplementen of wat stoppen ze daar in. Toen 'moeder' echt goed blauw was, zei ik tegen Henk: "Ik geloof dat dit het moment is om afscheid te nemen." En toen ik hem zag, de koude hand van 'moeder' in zijn knuist geklemd, een beetje onhandig schokschouderend omdat hij nog steeds niet kon huilen, toen welde een enorm gevoel van blijheid in mij op. Het was op dat moment even, alsof God in ons midden was. Ik drukte op een knop.
Een verpleegster schoot toe.
"Het gaat geloof ik niet helemaal goed met moeder," zei ik.
"Dat kun je zeggen. Ze is dood."
"Weet u dat zeker?"
Ze keek me bevreemd aan. "Al een paar uur hoor, zo te zien."

Maar het goede nieuws van die avond, namelijk dat ik opeens verkering had met een vrouw die bij haar scheiding recht had op een half godsvermogen, werd overschaduwd door een brief die ik bij thuiskomst op de deurmat vond. Hoe hard is het leven, je hebt een keertje mazzel, maar meteen gebeurt er iets om je gevoel van geluk daarover te vermorzelen.
Een brief van de opleiding. Ik dacht de hele tijd, die pabo, dat is een makkie, want je mag jezelf beoordelen en dat is een soort Idols maar dan zonder jury. Dat je binnenkomt, geen spoor van Henk-Jan, Eric of Jerney, dat je op die stip gaat staan zingen en dan meteen na afloop door die deur heen spurten van Yes, driedubbele radslag maken, ik ben dóór! Ik vond mezelf geweldig! En zo door naar de finale, waar ik mezelf dan tot winnaar zou sms-en. Niks hoor.

Ik maak die brief open, blij verrast eigenlijk wel dat ik iets van papier in mijn handen heb, want de meeste dingen op die opleiding staan op 'de site', en omdat er 217 url's zijn die allemaal 'de site' heten, vind je die vitale info nooit maar dan ook nooit meer terug. De docenten van de opleiding hebben geloof ik nog nooit een site van dichtbij gezien, ze zijn al blij dat ze het woord site kunnen uitspreken. Dus die zijn er niet echt heel erg goed in om uit te leggen waar de vitale info nou precies staat. Heb je ooit 20 zij-instromers horen discussiëren over wat de beste navigatie is richting 'reader montessori werkvormen Nederlands'? You'd wish you wouldn't.

Dus ik maak blij die brief open en het eerste papier dat ik in mijn handen heb sinds ik met die pabo ben begonnen, lijkt op een uittreksel van het ondergronds kadaster, in dier voege dat er allerlei kleine letters in staan die samengevoegd bar weinig met de Nederlandse taal te maken hebben. Wel staan ze keurig kolomsgewijs gerangschikt, dus je hebt meteen het idee van precisie en accuratesse. Een combinatie van letters die veel voorkomt is STP, wat me doet denken aan een blauwrode ovalen sticker die ik ooit had, als kind, je weet wel, het was de tijd dat we met een klosje garen uren etc. etc.
STP. Lang niet meer aan gedacht. Wat was het eigenlijk? Motorolie? Van Exota weet je het nog: limonade, Chevron, makkie: benzine. Zundapp, easy: brommers, Carrera: racebaan. Maar STP, wat was dat ook alweer?

Ik wil de rare combinatie van cijfers en afkortingen al weggooien als ik merk dat er nog een papier in zit. Hé. Een brief, met "Beste student" erboven. Dat vind ik nou toch zo grappig, ik kreeg laatst ook al een euro korting in de bioscoop. Misschien mag ik ook wel met zo'n bejaardenstrippenkaart de tram in? Netjes ondertekend bovendien, door B/a Hoofd administratieve verwerkingen profit unit studiecredits Han Bont.

Wat denk je! Wat er staat! Ik heb slechts 15 van de 120 STP behaald! Terwijl die in het kader van de Europese Transfer Act Study Achievement Uniform Registration ETASAUR binnenkort ook nog EU Credits gaan heten, waarbij 1 STP geldt voor 1,43 EU Credit. Oké, maar dat neemt niet weg, dat ik maar 15 van de 120 STP's heb.
Jahaaa! Dat is heel erg! Want nu kom ik in het kader van de Wet op dinges niet in aanmerking voor kwijtschelding van de overlast bij bipolaire compensatie in het kader van de Wet op dinges, kortweg bekend als wet tempobeurs.

Ho. Wacht even. Balen dat het zaterdag is, en ik niet meteen uren in de wacht kan gaan hangen, want hier klopt iets niet.

Hier klopt iets zó errug niet dat ik toch maar in de wacht ga hangen, wie weet ben ik dinsdag in de loop van de middag aan de beurt. Want: credits? Tempobeurs? Wat? We hadden toch zelf-beoordeling, we waren toch af van dat ouderwetse gedoe meer met tentamens en briefjes en herkansingen en punten en wat had jij en er nog een half puntje bij lullen voor je cum laude? Dit was toch anders, dit was toch een kwestie van opleidinkie volgen stage overleven en dan hoppa naar huis met die bevoegdheid? Hè? Wat heb ik gemist?

Ik pak snel het kadasteruittreksel er weer bij. In totaal heb ik 15 STP. Mmm. Een beetje karig, zeker omdat in de brief staat dat je 120 van die ellendige STP moet hebben anders vervalt je BAS. Ik begin door te krijgen dat die STP toch wel de moeite waard zijn, je kunt er BAS mee winnen en al weet ik nog niet precies wat BAS is, misschien is het wel een hele grote pluche ijsbeer of anders korting op je collegegeld, of nog iets anders, maar echt slechter kun je van BAS niet worden, dat voel ik aan mijn water! En je kan ze altijd nog omzetten in EU Credits, en daarmee kun je wellicht korting krijgen op alle Madame Tussauds in alle hoofdsteden van de lidstaten, of iets anders leuks.

Nou staat er in de brief ook dat je aan het einde van het eerste jaar 60 STP's moet hebben en in totaal 120. Mm. Ik ben dus net voorbij eentiende van mijn studie. Dat valt een beetje tegen, na een jaar sloeberen. Gelukkig meldt de brief dat er heel vaak fouten worden gemaakt, en dat er dus ook een procedure in het leven is geroepen om die te herstellen, maar dat het wegens administratieve problemen de komende maanden niet toegestaan is om van die procedure gebruik te maken, maar dat het wel zaak is om binnen twee weken te melden als er iets niet klopt want anders verspeel je iedere aanspraak (zegge: IEDERE aanspraak) op een reïntegratietraject in het kader van de wet REA/Poortwachter-not otherwise specified.

En ik zit toch al zo in de bureaucratische shit. De stageschool wil van mij een ordentelijke zij-instromer in beroep maken, want de geburnoute collega van Francine heeft met haar reïntegratietherapeut afgesproken dat ze nu definitief op therapeutische basis aan de slag gaat bij de demente bejaarden in Aerdenhout. De kans dat ze zo nog een Amsterdanse kleuter ziet is dan immers naderend tot nihil. Maar dus want en ook, men heeft een vacature, en van mij weet Ellie O'Malley tenminste dat ik de zaak niet gierend uit de klauwen laat lopen.

Maar nu is het probleem dat je als zij-instromer recht hebt op je laatst verdiende salaris. Stel dat zo'n Nuon-baas voor de klas gaat staan, dan verdient hij daar een slordige tien miljoen euro per jaar mee. Word leraar.

Nou is het bij mij niet zo erg, maar toch al best erg. Want de laatste cijfers die beschikbaar zijn, die zijn uit de tijd dat ik nog honderdtwintig euro per uur factureerde aan het bureau waar ik vier dagen per week acht uur per dag zat te werken, en dan moet je bij het woord 'werken' even je wijsvinger en middelvinger van beide handen de lucht in steken en heen en weer krullen. Maar goed, dat schijnt nogal veel geld te zijn in onderwijsland, honderdtwintig euro per uur. Dus de arbeidsvoorwaardelijke onderhandelingen tussen O'Malley en mij gaan niet echt van een leien dakje. Zeker als je bedenkt dat ik steeds diarree van angst krijg als ik haar ook maar zie.

Die O'Malley moet weg. Maar hoe?

Nee, ik mag dan bijna miljonair zijn, maar mijn lot is niet te benijden. Volgende week maar weer verder.