Bellen met Andy

Er zijn tijden geweest waarin het makkelijker was om Andy van der Meyde te bellen. Alleen al omdat Andy destijds nog in Nederland woonde en bij Ajax voetbalde. Tegenwoordig moet ik eerst het landnummer van Italië en dan nog het nummer van Milaan zien te achterhalen, wil ik Andy aan de lijn krijgen. Per GSM gaat ook nog wel, maar is al wat duurder. Een collect call begin ik zelf niet aan; ik wil niet profiteren van Andy’s Italiaanse topsalaris door hem voor de kosten op te laten draaien. Maar los daarvan, het ging Andy in die tijd ook beter.

Onbewust gaan mijn gedachten terug naar juli vorig jaar, inmiddels bijna een jaar geleden dus. Ik belde Andy op een dinsdagavond, de dag dat Ajax Chivu aan AS Roma had verkocht. Er gingen geruchten dat een andere Italiaanse club de volgende dag bij Ajax op de stoep zou staan om Andy over te nemen. Andy naar Italië… Daar moest ik hem wel over bellen.

Ik kreeg toen een enthousiaste Andy aan de lijn. Het ging om Internazionale, vertelde hij me. Hij had de trainer gesproken en die wilde graag met echte vleugelspitsen gaan spelen. Hij moest op de linkerflank gaan spelen, waar men hem had zien scoren tegen Roma in de Champions League. Italië was zijn beloofde voetballand en nu kreeg hij de kans, als Ajax zou mee werken. Zijn gezin zou hij mee nemen.

Toen had ik Andy al moeten waarschuwen. Internazionale – of Inter Milan, zo u wilt -, is geen club die de Nederlandse voetballers erg gunstig gezind is. Dennis Bergkamp en Wim Jonk, destijds Europese topspelers, konden er niet aarden. Bovendien stond de trainer, Cúper, niet bekend als een aanvallend denkende man. Zijn grootste successen behaalde hij via een hechte organisatie. Moest die met vleugelspitsen gaan spelen?

Verder twijfelde ik erg of Italië bij Andy zou passen. Andy is een hele aardige jongen, die zich ergens op zijn gemak moet voelen om te presteren. In Amsterdam was dat zo. Hij was dikke maatjes met de overwegend jonge selectie, had pas een kindje gekregen en de druk bij Ajax was nog wel te overzien. Een middagje met de handrem erop in pakweg Zwolle of Roosendaal had weinig gevolgen. In Italië is elke wedstrijd zwaar. De voetbalbeleving is er mooi, maar de spelers gaan er anders met elkaar om dan hier. Het is er zakelijker, harder. Zou Andy dat wel aan kunnen? En hoe zou hij de trainingskampen verwerken, zo zonder zijn gezin?

Ik was die dag echter niet dapper genoeg om Andy te waarschuwen. Hij klonk zo enthousiast. Ik heb hem slechts gefeliciteerd met zijn overgang, succes gewenst en gesteld dat we hem best zouden gaan missen in Amsterdam. De afloop is bekend, Andy begon zeer behoorlijk, maar verloor zijn plaats en speelde vervolgens maar erg weinig wedstrijden bij Inter.

Het is dan ook niet onlogisch dat veel mensen vinden dat hij niet in Oranje zou moeten spelen. Andy heeft nauwelijks wedstrijdritme en, eerlijk is eerlijk, nog niet geheel kunnen overtuigen in het Nederlands elftal. Goed beschouwd was Andy bij Ajax nog niet eens een onbetwiste uitblinker en kwam zijn transfer naar Inter dus te vroeg. Ik kan me dan ook goed voorstellen dat het selecteren van Andy voor gefronste wenkbrauwen zorgt bij sommigen.

Onlangs pakte ik de telefoon weer op. Andy zat al in Nederland, dus mobiel bellen kon nu wel. Wederom kreeg ik een vrij enthousiaste Andy aan de lijn. Hij vertelde me dat hij dolblij was met zijn selectie en dat hij Nederland wilde laten zien dat hij er nog wel degelijk was. De wedstrijd tegen de Schotten was zo’n mooie voorbode geweest en Andy schatte in dat hij op de rechtervleugel ging starten. Ik wierp nog voorzichtig tegen dat Advocaat weer richting een 4-4-2 lijkt te gaan denken, maar dat wuifde hij weg door te stellen dat hij ook daarin uit de voeten kon. Niet veel gespeeld, wel veel bijgeleerd in Italië.

Ik aarzelde. Moest ik gaan doen wat Dick Advocaat had nagelaten? Moest ik Andy duidelijk maken dat hij waarschijnlijk niet veel aan spelen zal gaan toekomen en dat veel Nederlanders hem er liever helemaal niet bij hadden gezien? Andy is zo’n aardige jongen. Andy heeft vertrouwen nodig. Ik feliciteerde Andy met zijn selectie, wenste hem succes en stelde dat hij best wel eens in de basis zou kunnen komen.

Voor de tweede keer in nog geen jaar had ik niet het lef om Andy een negatieve boodschap te brengen. Dit in tegenstelling tot al die andere columnisten en journalisten, die hun pen al in het gif hebben gedoopt om Andy straks volledig af te gaan kraken. Ze hebben de zinnen al klaar liggen. Andy is te bescheiden, Andy mist wedstrijdritme, wellicht zelfs niveau. Ik wacht nu al op de eerste die gaat schrijven dat Andy Oranje vleugellam maakt.

Ik smeek de pers en ook de supporters om Andy een beetje te sparen. Het is zo’n aardige jongen. Richt u liever op Advocaat, die hem selecteerde. Al ben ik geen haar beter dan Dick, want ik kan Andy per telefoon ook geen slecht nieuws brengen. Nu geef ik toe, het is als columnist soms erg fijn om op bepaalde voetballers, clubs of trainers in te mogen hakken. Ik kan het nu niet meer, ik heb mijn kans gemist. Misschien moet ik Andy maar niet meer bellen.