Audrey's Column (week 38)

Om op tv te komen hoef je niets te kunnen.
Hell, je hoeft niet eens geestelijk gezond te zijn. Krankzinnigheid, ongeneeslijke saaiheid en terminale domheid garanderen je geheid een plek in Big Brother...


Nu ik weer thuis op mijn eigen vertrouwde tijgerbankje gewoon als Audrey naar de belevenissen in Het Verschrikkelijke Huis kijk, word ik met de dag blijer dat ik door Nederland niet leuk genoeg gevonden werd. En bekruipt me meer en meer het gevoel dat het best een afgang is dat ik daar überhaupt aan heb meegedaan.
Elke avond om zeven uur kan ik het niet laten en zet als een ware masochist de televisie aan, zodat ik met eigen ogen de ranzigheid kan aanschouwen. Ordinaire scheldpartijen, ranzige sextaferelen, kinderachtige treiterpartijen, boerende, schetende neanderthalers met hakenkruizen op hun ringen, stampvoetende krijsende psychopaten en duizenden "I love yous" gevolgd door een mes in de rug, ik zweer het: als ik er niet zelf aan had meegedaan had ik hiervan gesmuld.

De eerste editie van Big Brother vond ik geweldig. Dagelijks zat ik mezelf te verbijten dat ik niet op zo'n geweldig idee was gekomen, collega's met wie ik tot dan toe nooit meer woorden wisselde dan "Wanneer moet het af?" werden ineens mijn beste vrienden en op mijn werk had ik de hele dag stiekem de internet streams aan. Ik smulde van de perikelen van Bart, Sabine, Ruud en al die anderen, vooral omdat het me de gelegenheid gaf om ongenadig mensen neer te sabelen. Heerlijk, dan hadden ze maar niet zo dom moeten zijn om zichzelf op televisie voor lul te zetten.



Het ergste wat me tegenwoordig overkomt is dat mensen, van de kassière bij de Appie tot obers in restaurants, van dronken pubers in de disco tot huisvrouwen in de stadsbus, me vragen waarom ik heb meegedaan. Altijd gevolgd door de vraag: "Heb je er eigenlijk wat aan over gehouden?"
Wat ik eraan heb overgehouden is simpel. Behalve een gigantische deuk in mijn ego, een administratie-achterstand, een garderobe waar de helft van zoek is en het verlies van mijn waardigheid weinig. Ja, misschien elke ochtend wakker worden en je realiseren dat half Nederland je dronken heeft zien zoenen met iemand die je niet eens aardig vindt om vervolgens letterlijk over je nek te gaan. En het besef dat ik mezelf weliswaar erg slim vind, maar dat ik net zo dom ben als die mensen waar ik vroeger geen goed woord voor over had.

Waarom ik eraan heb meegedaan is een ander verhaal. De meest simpele verklaring is natuurlijk wat ik altijd antwoord als men me het vraagt. Dat ik gevraagd werd, dat ik uit nieuwsgierigheid naar het gesprek ging en dat ik steeds verder kwam. Dat ik bovendien geen opdrachten had en het mooi aansloot op mijn vakantie, waardoor ik het lanterfanten nog even fijn kon rekken. Dat is allemaal waar.
Het vervelende van een paar weken lang opgesloten zitten met mensen waar je niets mee hebt is alleen dat je ontzettend gaat malen. En daar kom je eenmaal weer buiten niet zo makkelijk vanaf. Dus zit ik elke avond te malen over het grote waarom.

Ik weet het inmiddels, hoewel het niet leuk is om te moeten toegeven. Ik bedoel, het politiek correcte antwoord dat elke deelnemer aan een Real Life Soap geeft is dat het zo’n uitdaging is. Ik ben zo'n deelnemer en ik kan je zeggen, dat is gelul.
Dikke vette bull shit.
Ik heb meegedaan omdat ik een ijdeltuit ben, die in de mooie praatjes van de selectiecommissie getrapt is. Die elke keer als Hummie en co. zeiden dat alleen hele sterke en hele bijzondere mensen aan dit soort programma's meedoen dacht: "Ja, inderdaad, want ik ben heel sterk en heel bijzonder en dat mag de hele wereld weten."
Bovendien ben ik geldgeil, en als je zo heel sterk en heel bijzonder bent heb je een hele grote kans om dat geld te winnen. En om en passant miljoenen Nederlanders aan je voeten te hebben liggen, die 's avonds thuis op de bank verzuchten hoe sterk en bijzonder je wel niet bent.

Dat, lieve mensen, is the cold and ugly truth.
IJdelheid en gierigheid waren mijn beweegredenen, en ijdelheid en gierigheid hebben me zo gek gekregen om mezelf voor lul te zetten.

Zo, dat is eruit.
Nou kunnen we het voortaan weer fijn over andere dingen hebben...