Hondentoilet

Last van allerlei allergieën. En heb geen idee waardoor. In het voorjaar hooikoorts, verder het hele jaar door jeukende knieholtes en geïrriteerde ogen. Al komt het laatste misschien door teveel monitorstaren. Bestaat er zoiets als oog-RSI? Hoop het maar, want anders is er echt iets mis.
Komt allemaal door mijn bacterievrije jeugd.
Ik kon het niet helpen dat er bij ons in de straat geen open riool voor de deur was, dat onze ramen dubbelglas hadden en ik full-time met zeep en stromend water ben bewerkt. Volgens het motto “if it doesn’t kill you, it will make you stonger” heb ik een verschrikkelijke achterstandsjeugd doorgemaakt. Want behalve in de zandbak, was er in ons snelheidsbedrempelde woonerf geen virus of microbe te bekennen. En de zandbak mocht ik ook al niet in. “Daar poepen en plassen hondjes in”, wist mijn vader. Aangezien ik geen achterlijke kleuter was, bleef ik dus ver van dit hondentoilet.
Elk jaar, tussen april en juli vervloek ik mijn ouders en iedere mogelijke vorm van natuur. Het vocht komt uit iedere holte, mijn longen niesen zich binnenstebuiten. In feite wil je liever dood dan levend zijn. Zelfs mijn vriendin waagt zich niet binnen mijn safety zone van zo’n anderhalve meter. Ik ben ongenietbaar en denk ieder jaar de strijd tegen pluizen en bloemetjes te verliezen.
Een kleine tien jaar geleden was er hoop: zure regen en andere ellende zorgden ervoor dat onze bossen (=natuur) snel aftakelden. Meer CO2-uitstoot? “Hoera!”: Juichend volgde ik het nieuws. Asfalt, beton, staal! Alles is goed, als het maar niet bloeit.
Ik kijk jaloers naar derde-wereldreportages op TV. Het klinkt misschien wat paranoide (maar zo voel ik me tenslotte ook) maar ik ben er heilig van overtuigd, dat als we er niet snel wat aan gaan doen, volgende generaties ten onder gaan aan Switsal, Head & Shoulders en andere schoonheid. Ik stel voor dat kinderen verplicht per dag een half uur een modderig kreekje moeten delen met verschillende zoogdieren, dat er hooguit twee keer per dag handen gewassen mogen worden en iedereen jaarlijks een week of twee in een arm land doorbrengt. Van de categorie Dominicaanse Republiek, zo’n aangename combinatie van echte armoede en westerse airco’s.
Inmiddels is de grootste pluizigheid alweer voorbij - zoveelste lente overleefd – en voel me weer redelijk goed.
Misschien dat ik daarom wat ongeïnteresseerd reageer op alle wormvirus-ophef. ‘Het internet ligt vanaf morgen plat’ of ‘Schade reeds 1,5 miljard dollar’.
Nou en? We zijn inmiddels grotendeels afhankelijk van computers. Nog net niet helemaal, maar dat zal niet lang meer duren. Laten we dus op de valreep nog even lekker in de zandbak duiken! Vuile handen maken en proberen de allergrootste lekken en onwetendheid kwijt te raken. Wat geeft het dat er een hond naast je een oud kippenbot begraaft, de tekkel van de buren je muis aflikt en die Rottweiler zijn neus in je harddisk duwt? Het maakt het internet en onze samenleving uiteindelijk alleen maar sterker, meer alert en minder kwetsbaar. Dat heet evolutie.
Nou alleen nog van die rooie ogen af.

Kopernikov