FOK! Toen: Vlucht LY-1862 van EL Al stort neer in de Bijlmer

De Bijlmerramp was een vliegramp die op zondagavond 4 oktober 1992 plaatsvond in de Amsterdamse Bijlmermeer. Een Boeing 747-vrachtvliegtuig, vlucht LY-1862 van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al, stortte neer op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg. De ramp kostte aan ten minste 43 mensen het leven, onder wie de driekoppige bemanning en de enige passagier van het vliegtuig. De Bijlmerramp behoort tot de dodelijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart.

Het vliegtuig, een Boeing 747-200 met registratienummer "4X-AXG", was op 4 oktober 1992 onderweg van New York naar Tel Aviv en maakte een tussenlanding op Schiphol. Tijdens de vlucht van New York naar Schiphol waren drie defecten waargenomen: fluctuaties in de snelheidsregelaar van de automatische piloot, een probleem met de kortegolfradio en fluctuaties in de elektrische spanning van generator 3.

Om 14.31 uur landde het toestel volgens schema op Schiphol. Op Schiphol werd een nieuwe lading in het toestel gebracht die door de Douane was goedgekeurd maar (naar later bleek) niet fysiek was gecontroleerd. Het toestel werd met 80 tot 90 ton brandstof getankt, en de defecten werden provisorisch verholpen. Anat Solomon kwam aan boord. Zij was een El Al-medewerkster uit Amsterdam, die mee zou vliegen naar Tel Aviv om daar te trouwen met een andere El Al-medewerker.

Vertrek van Schiphol
Met een vertraging van 52 minuten vertrok het toestel om 18.22 uur met vluchtnummer LY 1862 vanaf de Zwanenburgbaan in noordelijke richting. Het was op dat moment guur weer, met een krachtige noordoostelijke wind. Eenmaal los van de grond maakte het vliegtuig een bocht naar rechts, om de zogenaamde Pampus-vertrekroute te volgen, een route via het radionavigatiebaken Pampus (bij Muiden) en het waypoint bij Nijkerk in de richting van Dortmund. Snel na de eerste bocht kwam het vliegtuig in de problemen. Om 18.27 uur meldde de bemanning een eerste probleem.

Boven het Gooimeer
Boven het Gooimeer klonken enkele harde knallen. Motor 3 (de binnenste motor aan de rechtervleugel van het vliegtuig) brak af, beschadigde de vleugelkleppen en botste tegen motor 4 die vervolgens ook afbrak. Opvarenden van enkele plezierjachten die opschrokken van de knallen, meldden de Kustwacht dat zij twee objecten naar beneden zagen vallen. Gezagvoerder Yitzhak Fuchs gaf een Mayday-bericht door aan de verkeersleiding en meldde terug te willen keren naar Schiphol. Enkele minuten later meldde de piloot: "El Al 1862 lost number 3 and number 4 engine". Beide motoren werden later inclusief de montageconstructie en grote delen van de beschermkappen en de straalomkering uit het Gooimeer gevist

Op de avond van de 4 oktober 1992 was landingsbaan 06 (de Kaagbaan) in gebruik. De piloot verzocht de luchtverkeersleiding op Schiphol echter een noodlanding te mogen maken op de Buitenveldertbaan (baan 27). Waarom hij juist deze baan koos, is nooit duidelijk geworden. Een keuze voor deze baan lag niet voor de hand; omdat de wind uit het noordoosten kwam, zou het toestel met flinke staartwind moeten landen. Langs de landingsbaan waren enkele grote brandweerwagens van Schiphol geplaatst. Deze zogeheten crashtenders moesten een brand tijdens de landing meteen blussen. Na de crash werd één zwarte doos teruggevonden. De bijbehorende band was in vier stukken gebroken, waardoor de laatste minuten ervan niet meer te gebruiken waren. De doos werd voor onderzoek naar Washington gestuurd en leverde uiteindelijk onderstaande informatie op.

Om goed uit te komen voor de landingsbaan vloog het beschadigde toestel eerst nog een rondje boven Amsterdam. Tijdens dit rondje gaf de gezagvoerder de copiloot opdracht de vleugelkleppen (flaps) uit te schuiven. Links schoven de kleppen uit, maar doordat de afgebroken motor 3 de rechtervleugel had beschadigd schoven de kleppen op die vleugel niet uit. Als gevolg hiervan kreeg het toestel links meer draagvermogen dan rechts. De piloot meldde aan de verkeersleiding dat er ook problemen met de flaps waren.

Aanvankelijk ging het aanvliegen van de Buitenveldertbaan goed. Op het moment dat het vliegtuig daalde tot onder de 1500 voet en snelheid minderde, raakte het echter compleet onbestuurbaar en maakte het een ongecontroleerde, scherpe bocht naar rechts. Over de radio was te horen dat de gezagvoerder zijn copiloot in het Hebreeuws opdracht gaf om alle kleppen in te trekken en het landingsgestel uit te klappen. Vervolgens meldde de copiloot in het Engels aan de luchtverkeersleider dat het toestel zou gaan neerstorten. Uit later onderzoek bleek dat het vliegtuig eerder enkel recht bleef vanwege de hoge snelheid (280 knopen, zijnde 519 km/u). Doordat de rechtervleugel beschadigd was, was het moeilijker om het vliegtuig recht te houden. Alleen de hoge snelheid zorgde ervoor dat er nog voldoende draagvermogen was. Toen bij het inzetten van de landing de snelheid verlaagd werd, werd het draagvermogen van de rechtervleugel echter dusdanig gering dat het toestel niet meer onder controle te houden was en een duikvlucht naar rechts maakte.

De crash
Om 18.35 uur boorde het vliegtuig zich vrijwel verticaal vliegend met de rechtervleugel naar beneden door twee hoogbouwcomplexen in de Bijlmermeer, precies op het hoekpunt waar de galerijflat Groeneveen overging in Klein-Kruitberg. De gebouwen vlogen direct in brand en stortten gedeeltelijk in, waarbij ongeveer honderd appartementen vernield werden. De cockpit kwam oostelijk van de flats terecht, tussen de gebouwen en het viaduct van metrolijn 53.

Tijdens de laatste seconden van de vlucht deed de arrival-verkeersleiding verwoede pogingen om met het toestel in contact te komen. Om 18.35:45 uur meldde de luchtverkeersleiding in de verkeerstoren echter: Het is gebeurd. Op dat moment was vanaf de verkeerstoren op Schiphol een grote rookwolk boven Amsterdam zichtbaar. De arrival-verkeersleiders zitten niet in de toren maar in een gesloten gebouw op Schiphol-Oost. Zij zagen alleen het radarbeeld en niet de rookwolk. Na dit bericht gaf de verkeersleider door, dat hij het contact verloor op 1 mijl ten westen van Weesp. Meteen werden crashtenders richting Weesp gedirigeerd.

Op het moment van de crash waren twee politieagenten in de buurt een inbraakmelding aan het natrekken. Zij zagen het toestel neerstorten en sloegen onmiddellijk groot alarm. Snel na de inslag kwamen de eerste brandweer- en reddingsploegen aan op de rampplek. Ziekenhuizen in de omgeving werden gealarmeerd om honderden gewonden te kunnen opnemen. Aanvankelijk werd voor de levens van honderden personen gevreesd. Vooral omdat de flats ook bewoond werden door illegaal in Nederland verblijvende mensen, waren betrouwbare schattingen van het aantal slachtoffers de eerste avond moeilijk te geven.

In de getroffen flats zaten meerdere mensen vast. Volgens een ooggetuige sprongen sommigen vanaf de zevende verdieping naar beneden. In de uren erna constateerde de politie dat er plunderingen plaatsvonden. Er werd ingebroken in de ontruimde woningen binnen de omgeving van de rampplek en in het restant van de flatgebouwen Groeneveen en Klein-Kruitberg. De politie constateerde dat er tv's en magnetrons werden meegenomen en had moeite om ramptoeristen, ook van buiten Amsterdam, tegen te houden

Eerste dagen na de ramp
De daaropvolgende dagen begon het bergen van de slachtoffers en de resten van het vliegtuig. Veertig appartementen werden door het ramptoestel volledig weggeblazen, meer dan 135 appartementen kwamen in brand te staan. In de getroffen woningen stonden volgens het bevolkingsregister 239 mensen ingeschreven. Uit het feit dat in de loop van de avond slechts enkele tientallen gewonden naar ziekenhuizen in de omgeving werden overgebracht, leidde de brandweer af dat het aantal doden enorm moest zijn. Toch waren het geen honderden doden, hoewel we nooit helemaal zullen weten hoeveel mensen er werkelijk gestorven zijn in het inferno. De hulpverleners en bergers moesten erg zorgvuldig omgaan met de enorme bergings-/hulpverleningsoperatie tussen de berg smeulend puin waar lichamen en lichaamsdelen tussen lagen en misschien nog overlevenden zouden kunnen worden gered. Buiten dat dreigde er instortingsgevaar van de restanten van de nog staande en te stutten flats. De identificatie van de slachtoffers was een hele operatie op zich, in eerste instantie was er een lijst met 1.566 vermiste personen. Het bizarre was dat deze lijst zo lang werd omdat er mensen waren die misbruik van deze ramp hebben gemaakt door mensen als vermist op te geven met een verkeerde reden (bijvoorbeeld betalingsverplichtingen van de 'vermiste'). Recherchewerk heeft hierin veel duidelijkheid gegeven en doordat er veel illegaliteit was bleken de meest juiste bronnen de postorderbedrijven en dierenartsen te zijn. 

Herdenking
De overlevenden en nabestaanden van de ramp richtten snel na de ramp een herdenkingsplaats in rondom "de boom die alles zag", een boom op de rampplek die de crash en de brand had overleefd. Rondom deze boom werden waxinelichtjes en foto's geplaatst. Al snel werd deze plek een belangrijke plaats voor mensen die hun verdriet wilden verwerken. Later werd deze plaats wat geïnstitutionaliseerd: door de architect Herman Hertzberger werd er een soort galerij opgericht met teksten die betrekking hebben op de ramp en met mozaïektegels die bewoners, overlevenden en hulpverleners zelf hebben gemaakt onder leiding van Akelei Hertzberger, de dochter van de architect. Door de gemeente Amsterdam werd later een nieuw monument opgericht. Dit leidde tot woede onder bewoners, omdat zij niet betrokken waren bij dit monument en zij zich er niet in herkenden. Voor het beheer en onderhoud van het monument werd de "Stichting Beheer Het Groeiend Monument" opgericht.

Jaarlijks vindt bij "de boom die alles zag" een herdenking van de slachtoffers plaats. Tijdens deze herdenking vliegen er geen vliegtuigen over de Bijlmer, normaal een drukke aanvliegroute voor Schiphol.

De regering besloot op initiatief van Van Gijzel (PvdA) tot het oprichten van een financieel noodfonds (Hulpfonds Gedupeerden Vliegramp Bijlmermeer) dat slachtoffers met ernstige psychosociale problemen een eenmalige tegemoetkoming wilde geven.

Sloop flats
Anderhalve maand na de ramp vergaderden bewoners van Groeneveen of hun flat moest worden afgebroken of weer opgebouwd; zij kozen voor wederopbouw. Veel bewoners trokken echter weg; een deel van hen keerde later alsnog terug. Naderhand zijn er 161 Groeneveense appartementen gesloopt; 320 flatwoningen van Groeneveen zijn gespaard. Klein-Kruitberg is geheel afgebroken. Het terrein van de voormalige flats ligt sindsdien braak en is onderdeel geworden van het omliggende park.

'De boom die alles zag' (Foto: FOK!/DJMO)
'De boom die alles zag' (Foto: FOK!/DJMO)

De tekst van deze special is afkomstig van Wikipedia.