FOK! Zien en doen: Expositie Etty Hillesum in Joods Museum in Amsterdam

Esther (Etty) Hillesum, geboren in een Nederlands-Joodse familie, kreeg in 1981 bekendheid door de publicatie van een bloemlezing uit haar dagboek, 38 jaar nadat zij in Auschwitz werd vermoord. In haar dagboek verwoordde ze haar persoonlijke, innerlijke ontwikkeling te midden van de turbulentie van de Tweede Wereldoorlog en de absurditeiten van de Holocaust. Het boek is niet alleen een sterk persoonlijk document, maar geeft ook enig inzicht in de wijze waarop de anti-Joodse maatregelen en deportaties in die jaren op Joden zelf zijn overgekomen.

Etty werd op 15 januari 1914 geboren in Middelburg. Na eerst in Hilversum en Tiel te hebben gewoond, vertrok het gezin Hillesum naar Winschoten en ging daar aan de Oranjestraat wonen. In 1924 verhuisde men naar Deventer. Vader Louis (Levi) Hillesum, die leraar klassieke talen was, werd in 1928 aangesteld als rector van het Stedelijk Gymnasium. Etty was leerling van deze school. Moeder Rebecca (Rivka) Hillesum-Bernstein, geboren in Rusland, vluchtte in 1907 na een pogrom en – volgens haar zoon Jaap – met kaalgeschoren hoofd en in soldatenkleren naar Amsterdam. Hoewel Etty's overgrootvader, Jeremia Hillesum, opperrabbijn was geweest in Zwolle, kreeg ze tijdens haar jeugd weinig van het joodse geloof mee. De familie liet zich in 1937 uitschrijven als lid van de Joodse gemeente.

In 1932 ging Hillesum in Amsterdam rechten studeren. Deze studie sloot ze op 4 juli 1939 met succes af. Hierna volgde ze een studie Slavische talen in Amsterdam en Leiden. Door de anti-Joodse maatregelen van de bezetter kon zij deze studie niet voltooien. Tot haar vertrek naar Kamp Westerbork voorzag ze in haar levensonderhoud door privélessen Russisch te geven. Etty had twee broers: Mischa, die een begaafd pianist was, en Jaap (Jacob), die arts was.

In 1941 ontmoette ze de 54-jarige uit Duitsland gevluchte ex-bankier Julius Spier. Tussen hen ontstond een liefdesrelatie. Spier was psychochiroloog en had een kleine praktijk in zijn woning aan de Courbetstraat. Hij was verloofd met Hertha Levi, die in Engeland op hem wachtte. Op advies van Spier begon Etty op 9 maart 1941 met het schrijven van een dagboek. De bedoeling was door oudere en nieuwere onderdelen te vergelijken inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van haar gevoelens en gedachten bij alledaagse ervaringen.

De hel van Westerbork
Inmiddels had zij al verschillende malen Joodse studenten geholpen en in juli 1942 kreeg ze een baan als administratief medewerkster bij de Joodsche Raad, de Joodse organisatie die in opdracht van de Duitsers de Joodse gemeenschap in Nederland moest besturen. Etty's broer Jaap bemiddelde bij het verkrijgen van dit werk. Na enige tijd kwam ze terecht op de afdeling 'Sociale Verzorging Doortrekkenden' in deportatie-kamp Westerbork. Vanwege haar werk genoot ze een uitzonderingspositie en mocht ze vrij het doorgangskamp in en uit. In het kamp, dat ze in haar dagboek als "de hel" omschrijft, probeerde ze haar Joodse lotgenoten die wachtten op transport naar Polen te helpen. In juli 1942 werd ze zelf geïnterneerd in kamp Westerbork. Doordat haar uitzonderingsbewijs nog geldig was reisde zij zonder problemen nog een aantal malen naar Amsterdam. Vanuit zowel Amsterdam als Westerbork beschreef ze haar ervaringen in tientallen brieven.

Ze besloot niet onder te duiken en ging op 6 juni 1943 opnieuw naar Westerbork. In juli 1943 verloor ze haar uitzonderingspositie en werd ze een gewone kampbewoonster.

In december 2018 werd bekend dat Hillesum heeft geholpen met de ontsnapping van een aantal Joodse kinderen uit kamp Westerbork. Dit bleek uit een aantal notities van de Joodse verzetsstrijder Ies Spetter. Siertsema heeft in de memoires van Spetter ontdekt dat hij "samen met een vriendin Mr. Hillesum erin slaagde enkele kinderen uit het kamp te smokkelen". Mr. Hillesum is Etty, die de academische titel mr. mocht voeren. Dit feit was opvallend omdat van Hillesum bekend is dat zij tegen onderduiken was. Vanwege deze visie is Hillesum omstreden in een deel van de Joodse gemeenschap. Zij wilde in haar eigen woorden "het lot van haar volk delen". (bron: Wikipedia)

In het Joods Museum in Amsterdam is er een tijdelijke expositie over Etty Hillesum te zien. Het pronkstuk is wel het bureautje waaraan Etty in de Gabriël Metsustraat 6 (een deel van) haar dagboek schreef. In het museum is uiteraard nog veel meer te bewonderen, zoals een Mikwe, een ritueel bad, dat gebruikt wordt voor rituele onderdompelingen en dat moet voldoen aan specifieke voorschriften. Zo moet het waterreservoir een minimum aan natuurlijk water bevatten, dat wel mag worden aangevuld met verwarmd water. Verder is er natuurlijk aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. 

De expositie is tot en met 10 april 2023 te zien in het kunstkabinet van het Joods Museum aan de Nieuwe Amstelstraat 1 in Amsterdam. Een ticket voor volwassenen kost 17 euro en biedt een maand lang toegang tot zowel het Joods Museum als de Portugese Synagoge. 

Het Joods Museum  (Foto: FOK!/DJMO)

Het Joods Museum (Foto: FOK!/DJMO)

Het bureautje waaraan Etty Hillesum haar dagboek bijhield (Inzet: het dagboek van Etty, foto bewerking door ToT) (Foto: FOK!/DJMO)
Het bureautje waaraan Etty Hillesum haar dagboek bijhield (Inzet: het dagboek van Etty, foto bewerking door ToT) (Foto: FOK!/DJMO)

De woning waar Etty Hillesum in Amsterdam woonde. (Inzet: de struikelsteen, foto bewerking door ToT) (Foto: FOK!/DJMO)
De woning waar Etty Hillesum in Amsterdam woonde. (Inzet: de struikelsteen, foto bewerking door ToT) (Foto: FOK!/DJMO)

Mikwe (Foto: FOK!/DJMO)
Mikwe (Foto: FOK!/DJMO)

Voor Joden verboden  (Foto: FOK!/DJMO)
Voor Joden verboden (Foto: FOK!/DJMO)