FOK! blikt terug: Command & Conquer
Het first-person uitstapje van Command & Conquer is niet zo\\\'n groot succes gebleken als de strategie-variant. De setting van de game is wel erg tof. Je speelt met de commando uit de eerste Command & Conquer, bekend van one-liners als \\\'that was left-handed\\\', \\\'keep \\\'em coming\\\' en \\\'ha ha ha\\\'. Je speelt zowel nieuwe missies als missies die je hebt gespeeld in de strategie-variant. Een waar feest van herkenning dus.
Het spel bezit eigenlijk alles om er een solide FPS van te maken. Er zijn meer dan genoeg wapens en missies, plus een leuke multiplayer. Wat vooral opvalt aan Renegade is de grootte van de maps. Voor zijn tijd zijn er per level echt behoorlijk grote gebieden te doorkruizen. Als je daar ook nog bij optelt dat je in alle gebouwen kunt rondneuzen... Wie heeft er nooit een kijkje willen nemen in de Hand of Nod of een Refinery. Ook zijn er veel verschillende wapens om mee te knallen en tig voertuigen om mee te scheuren. NOD Buggy\\\'s, Mammoet Tanks; het bekende spul, maar dan in 3D.
Wat het beste aansloeg bij Renegade was de multiplayer-variant. De spelers kunnen hierin kiezen voor de GDI of de NOD. Beide teams hebben een eigen basis en daar kunnen voertuigen gebouwd worden om jezelf in te verplaatsen, of er kan iets in de basis geplaatst of gerepareerd worden. Om dit allemaal te bekostigen worden er credits verzameld door de harvester, die weer worden verdeeld over het team. Je kunt extra credits verdienen door vijanden af te maken. Na verloop van tijd razen er her en der allerlei voertuigen rond die je jaren eerder nog vanuit een isometrisch oogpunt hebt gecommandeerd.
Een heikel punt bij Renegade is de moeilijkheidsgraad. Deze is zo verdomde simpel dat je in no-time de game hebt uitgespeeld. Toch maakte de multiplayermode de game zeker de moeite waard.