Mijn laatste jeugdheld

Al van jongs af aan ben ik sportliefhebber. Je scheen me als kind van amper één jaar oud stil te krijgen met een wereldkampioenschap schaatsen, een tour etappe of een tenniswedstrijd. Mijn eerste TV-herinneringen zijn dan ook geen paarse knuffels die praten of een vrolijke spons, maar rode gravel waarop 2 onbekende mannen een bal naar elkaar sloegen. Ik was drie jaar oud en wilde dat ook.

Mijn eerste idool was Nikolay Goeljajev, een Russische schaatser die schitterende duels uitvocht met Hein Vergeer. Zijn 1.52.70 op de 1500 meter in Heerenveen was fenomenaal en direct wilde ik schaatser worden. Dat ik niet kon schaatsen en er eigenlijk niks aan vond deed er niet toe. Goeljajev deed het, dus ik moest het ook doen.
Gelukkig verander je als kind snel en makkelijk van mening en dienen nieuwe helden zich aan. Careca en Maradona voetbalden bij Napoli en alles wat ze deden was even mooi en briljant.

Mati Nÿkanen, Thomas Gustafson, Matt Biondi en Ayrton Senna wilde ik allemaal zijn omdat ze me op een bepaalde manier raakten met hun prestaties. Niets konden ze fout doen, in mijn gedachten en dromen waren ze perfect. Als je ouder wordt blijken je helden vaak gewone stervelingen met verdomd veel menselijke trekjes. Nÿkanen, Maradona en Goeljajev zijn ten onder gegaan aan drugs- en dopingperikelen, Gustafson was een saaie Zweed en Careca is anoniem actief in Japan.

Op 14 januari 2004 overleed mijn laatste jeugdheld. Het levenloze lichaam van Marco Pantani werd aangetroffen in een pension in Rimini. Het olifantje, Il Pirata is niet meer en dat doet pijn. Hij kon het leven niet meer aan en stierf in alle eenzaamheid. Dat beeld wil ik echter niet onthouden. Ik wil hem weer weg zien rijden van alle concurrenten, ik wil hem de baas van het peleton zien zijn, ik wil hem zien winnen.

De erelijst van Marco Pantani is groots. In 1992 won hij de baby Giro en je kon zien dat hij een uitzonderlijk talent was. In 1994 brak hij door met 2 ritoverwinningen in de Giro d'Italia. De kleine klimmer kreeg al snel de bijnaam "Olifantje" vanwege z'n flaporen en hij stal de harten van menig wielerliefhebber met zijn aanvallende manier van rijden. De overwinningen op Alpe D'Huez en de rit naar Morzine in 1995 maakten een absolute held van hem.

In datzelfde jaar brak hij bij een val in de wedstrijd Milaan - Turijn z'n scheen- en kuitbeen. Het herstel duurde ongeveer anderhalf jaar en niemand geloofde in een terugkeer. Niemand behalve Pantani zelf. Opnieuw wint hij 2 ritten in de Tour de France, ondanks een mislukte voorbereiding. 1998 is zijn beste jaar. Op overtuigende wijze rijdt hij alle concurrenten op grote achterstand in de Giro. Hij pakt 2 ritzeges en het eindklassement.

De Tour van 1998 begint met een groot schandaal. In de auto van Festina-verzorger Willy Voet worden ampullen met het dan revolutionaire dopingproduct EPO gevonden. De gehele Festina-equippe wordt uit de ronde gehaald en er gaan zelfs stemmen op deze editie te annuleren. Tot de rit naar het Plateau de Beille heeft men het nergens anders meer over, maar opeens is daar Il Pirata. Getooid met een kleurige bandana doet Pantani iets wat niemand anders kon. Hij zet even aan, kijkt even om en is weg. Favoriet Jan Ullrich kan hem niet bijhouden. De mensen zitten gekluisterd aan de buis en kijken met open mond toe hoe de kleine klimmer in z'n eentje de Tour redt. Pantani was letterlijk en figuurlijk de leider van het peleton. In zijn gele trui zette hij het peleton aan tot muiterij, hij gaf een teken en het peleton stapte af. Zijn collega's van TVM waren als beesten mishandeld en daar was Marco het niet mee eens. Hij redde wederom de Tour door met Tourdirecteur Leblanc af te spreken dat dit een protest-etappe moest worden. Marco was geen held meer, hij was een levende legende, iemand die niks fout kon doen. Helaas bleek dit niet de waarheid

In 1999 werd hij als leider uit de Giro gehaald op verdenking van doping-gebruik. Vanaf hier ging het snel bergafwaarts met zijn tragische dood als gevolg. Heel Italië rouwt om het verlies van een held en ik rouw mee. Mijn laatste jeugdheld is niet meer, met hem zijn mijn kinderdromen over sporters definitief begraven. Het is tijd voor een nieuwe generatie topsporters van een nieuwe generatie dromers. Ik geef het stokje door

Ciao Marco, rust zacht.