Vrijspraak grootouders van dood door schuld kleinzoon na hondenbeet

Een 68-jarige man en een 65-jarige vrouw zijn vrijgesproken van dood door schuld van hun 8 maanden oude kleinzoon. Die overleed twee dagen na een beet van hun hond in oktober 2019 in Diemen. De rechtbank oordeelt dat de strafrechtelijke schuld niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.

De rechtbank stelt voorop dat er op 22 oktober 2019 een vreselijk ongeluk is gebeurd. Daarbij is de 8 maanden oude Robin in zijn achterhoofd gebeten door de Duitse herdershond van de grootouders. De baby liep daardoor ernstig hoofd- en hersenletsel op, als gevolg waarvan hij 2 dagen later overleed. Het is evident dat deze gebeurtenis op de ouders van de baby, zijn grootouders en alle andere betrokkenen enorme indruk heeft gemaakt en bij hen nog lange tijd gevoelens van machteloosheid en verdriet, maar ook van boosheid teweeg zal brengen.

Voorop staat dat schuld in strafrechtelijke zin anders is dan schuld in maatschappelijke zin. Dat wat gevoelsmatig als schuld aanvoelt betekent niet per definitie dat ook sprake is van strafrechtelijke schuld. Voor een bewezenverklaring van schuld is van belang dat de grootouders moesten kunnen voorzien dat bepaald gedrag onvoorzichtig zou zijn en tot bepaalde gevolgen zou kunnen leiden. 

Geen strafrechtelijk verwijt
Op basis van de feiten en omstandigheden staat vast dat de grootouders hun hond in de (directe) nabijheid van Robin hebben gelaten, zonder daarbij voldoende oog te houden op de hond, waardoor hij de kans heeft gehad om hun kleinzoon in zijn hoofd te bijten. Echter, de strafrechtelijke schuld kan niet wettig en overtuigend worden bewezen. Van aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig handelen, zoals is tenlastegelegd, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake omdat het gedrag van de hond voor hen onvoldoende te voorzien was. De grootouders moeten dan ook worden vrijgesproken van dood door schuld.