Ongelijk inkomen voor meeste tweeverdieners niet echt een probleem

Van de meeste stellen met twee inkomens uit werk zijn beide partners financieel onafhankelijk. Gemiddeld brengen vrouwen een kleiner deel (37 procent) van het gezamenlijke inkomen binnen. Die ongelijke inbreng vinden de meesten geen probleem.

Dat blijkt uit een onderzoek van het CBS naar de inkomens van tweeverdieners, dat vandaag is gepubliceerd in de reeks Statistische Trends.

Nederland telt ruim 2,4 miljoen tweeverdienersparen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt. Bij de meeste werkt de ene partner voltijds (meestal de man) en de ander in deeltijd (minder dan 35 uur per week).

Uit de Emancipatiemonitor 2022 blijkt dat bijna twee derde van de vrouwen met een deeltijdbaan onder bepaalde voorwaarden meer uren zou willen werken. Vooral als het huishoudensinkomen niet meer genoeg zou zijn om te leven zoals men gewend is, denken vrouwen erover na om meer te gaan werken.

Meerderheid tweeverdieners financieel onafhankelijk
Een meerderheid van de mannelijke én vrouwelijke tweeverdieners was in 2021 financieel onafhankelijk. Dat betekent dat ze per maand minstens het minimumloon (1.540 euro netto) verdienden. Gemiddeld verdienden vrouwen in een tweeverdienerspaar 1,4 keer het minimumloon, en mannen 2,1 keer.

Van vrouwelijke tweeverdieners vindt 72 procent het (heel) belangrijk om genoeg te verdienen om zichzelf en hun eventuele kinderen te kunnen onderhouden. Het percentage dat in de praktijk financieel onafhankelijk is, is vrijwel even groot. Bij mannelijke tweeverdieners is het percentage dat financieel onafhankelijk is (92) hoger dan het percentage dat financiële onafhankelijkheid (heel) belangrijk vindt (83).

Van de mannelijke tweeverdieners verdienen vaders gemiddeld het meest, jonge mannen zonder kinderen (hoofdkostwinner tot 45 jaar) het minst. Vrouwen verdienen gemiddeld minder dan mannen, ongeacht hun levensfase en of ze wel of niet kinderen hebben.

Vrouw brengt gemiddeld 37 procent van gezamenlijk inkomen in het laatje
Van het samengetelde inkomen uit werk van een tweeverdienerspaar komt gemiddeld 37 procent voor rekening van vrouwen. Vrouwen in paren zonder kinderen en met een hoofdkostwinner tot 45 jaar dragen het meest bij aan de huishoudensportemonnee: 44 procent gemiddeld. Dat gaat samen met een relatief lage bijdrage van mannen in zulke tweeverdienersparen. Bij stellen met kinderen van 18 jaar of ouder draagt de moeder gemiddeld het minst bij aan het gezamenlijke inkomen uit werk.

Meeste tweeverdieners vinden gelijk inkomen niet echt nodig
De meeste mannen en vrouwen denken niet dat een gelijkwaardig inkomen per se beter is voor het evenwicht in de relatie. Wel vinden meer vrouwen dan mannen het beter wanneer beide partners ongeveer evenveel verdienen: 29 tegen 20 procent. Daarbij maakt het niet uit of er wel of geen kinderen zijn. In de praktijk zijn er minder tweeverdieners die ongeveer evenveel verdienen als de partner (16 procent), dan tweeverdieners die dat beter vinden voor het evenwicht in de relatie.

Mannen denken vaker dat hun inkomen niet gemist kan worden
Ruim 9 op de 10 tweeverdieners, zowel mannen als vrouwen, vinden het belangrijk geld te verdienen om het financieel goed te hebben met het gezin. Mannen geven vaker dan vrouwen aan dat het door henzelf verdiende inkomen noodzakelijk is om rond te komen: van de tweeverdieners zegt iets meer dan de helft (54 procent) van de vrouwen wel te moeten werken, omdat hun inkomen niet gemist kan worden. Bij de mannen is dat met drie kwart beduidend meer.