Raamprostitutie volgens rechter geen reden om woningwaarde te verlagen

De eigenaar van een grachtenpand in de Amsterdamse binnenstad heeft ongelijk gekregen in een zaak tegen de gemeente Amsterdam over de waarde van zijn woning. Hij wilde dat de woningwaarde omlaag ging omdat hij dan minder belasting betaalt, maar de rechtbank vond zijn argumenten niet overtuigend. Zo meldt AT5

Het gaat om een pand van 321 vierkante meter groot, met dakterras en een zolder. De gemeente stelde de zogeheten WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2022 vast op ruim 1,9 miljoen euro, maar hij vond die inschatting te hoog en vond een woningwaarde van 1,8 miljoen euro wel terecht. Uiteindelijk belandde de zaak bij de rechtbank.

Vergelijkingsmateriaal
De gemeente gebruikte andere panden die binnen een jaar voor of een jaar na de waardepeildatum verkocht waren als vergelijkingsmateriaal. Volgens de eigenaar waren de vergelijkingen niet terecht, omdat die panden niet in een raamprostitutiegebied liggen. Ook zou een van de andere adressen een betere ligging en een groter dakterras hebben.

De rechtbank denkt daar anders over. De waarde van het grachtenpand was met 5169 euro per vierkante meter lager dan de vierkantemeterprijs van de vergelijkbare adressen.

"Niet is gebleken dat een groter verschil gerechtvaardigd is", schrijft de rechtbank in het vonnis. "Voor zover sprake is van een waardedrukkend effect van de door eiser geschetste overlast en het grotere dakterras van genoemd vergelijkingsobject, wordt dit door de lagere vierkantemeterprijs ondervangen. De door eiser geschetste overlast is overigens maar zeer ten dele specifiek voor de locatie van de woning."

Verder zou de problematiek die de eigenaar van het pand schetste kenmerkend zijn voor de hele binnenstad en dus ook meegewogen zijn in de transactieprijs van de vergelijkbare adressen. Ook ligt een van die panden volgens de rechtbank juist wel in een raamprostitutiegebied.