Rebellen Filipijnen slaan toe met landmijnen

Communistische rebellen op de zuidelijke Filipijnen hebben zich zondag in gevechten met het regeringsleger bediend van landmijnen. Guerrillero's van het Nieuwe Volksleger (NPA) wisten elf militairen en vijf hulpverleners verwondingen toe te brengen. Volgens dorpelingen uit de buurt zijn ook vier opstandelingen gesneuveld.

De rebellen stuitten zondagochtend in de provincie Davao del Sur op legereenheden. Er volgde een urenlang vuurgevecht. Toen de militairen een charge uitvoerden brachten de guerrillero's een landmijn tot ontploffing. Na aankomst van drie burgerambulances, die de gewonde soldaten te hulp schoten, lieten de opstandelingen een tweede mijn afgaan.

De bevelhebber van de regeringstroepen ter plaatse, kolonel Marcos Norman Flores, veroordeelde de strijdmethode van het Nieuwe Volksleger scherp. De communistische opstandelingen schenden het internationaal recht, zei hij.

De communistische guerrilla sleept zich al sinds de jaren zestig voort. Van een zootje ongeregeld met een enkel vuurwapen groeide het NPA tijdens de dictatuur van Ferdinand Marcos uit tot een heus leger van duizenden beroepsrebellen. Die hoogtijdagen lijken echter voorbij. Een reeks gevoelige nederlagen, desertie en onmin in eigen gelederen spelen het NPA parten.