Hooggerechtshof VS pakt zaken over homohuwelijk op

Het Amerikaanse Hooggerechtshof gaat zich uitspreken over het verbod op het homohuwelijk in Californië en over de federale wet DOMA, die het huwelijk definieert als zijnde tussen een man en een vrouw. Dat heeft het Hooggerechtshof vrijdag bekendgemaakt.

Het homohuwelijk is momenteel legaal in negen Amerikaanse staten: Connecticut, Iowa, Maine, Maryland, Massachusetts, New Hampshire, New York, Vermont, Washington en het district Columbia. In Maine, Maryland en Washington werd het homohuwelijk vorige maand gelegaliseerd. Daarnaast hebben 31 staten een verbod op het homohuwelijk opgenomen in hun grondwet.

De rechters zeiden te zullen kijken naar een besluit van een hof van beroep in Californië, dat bepaalde dat het recht om te trouwen voor stellen van hetzelfde geslacht niet kan worden teruggenomen aangezien het hooggerechtshof van Californië dat recht eerder had bevestigd. Door de beslissing van de Californische beroepsrechter zou Proposition 8, het referendum waardoor het homohuwelijk werd verboden, worden teruggedraaid. Zolang het beroep tegen de beslissing, dat nu dus bij het Hooggerechtshof ligt, loopt wordt ze echter niet van kracht.

Bij de zaak in Californië kijkt het hof mogelijk of de garantie op gelijke bescherming onder de wet, die is vastgelegd in de Amerikaanse grondwet, betekent dat het recht om te trouwen niet alleen kan gelden voor heteroseksuele stellen. Als het hof deze beslissing neemt zou dat betekenen dat de verboden op het homohuwelijk die nu in 31 staten van kracht zijn niet rechtsgeldig zijn.

Het hof gaat ook kijken naar de Defense of Marriage Act (DOMA) en of de regering getrouwde homoseksuele stellen bepaalde rechten kan ontzeggen die heteroseksuele stellen wel hebben. Een deel van DOMA beperkt rechten over gezondheidszorg en pensioenen die heteroseksuele stellen wel hebben voor homoseksuele stellen. Ook bepaalde belastingvoordelen die getrouwde stellen genieten wordt homoseksuele stellen in DOMA ontzegd.

De specifieke zaak waarover het hof zich gaat uitspreken aangaande DOMA draait om de 83-jarige Edith Windsor, wier echtgenote Thea in 2009 overleed. Thea liet al haar bezittingen na aan Edith, die op haar beurt een belastingaanslag van 363 duizend dollar kreeg voorgeschoteld. Als Windsor met een man was getrouwd zou ze nooit een aanslag voor erfbelasting hebben gekregen. Windsor begon een rechtszaak tegen de aanslag, die nu dus bij het Hooggerechtshof terecht is gekomen. Een rechtbank en een hof van beroep in New York bepaalden eerder dat het recht op gelijke bescherming uit de grondwet Windsor is ontzegd door DOMA.

De voor- en tegenstanders van het homohuwelijk houden in maart hun betoog voor de negen rechters van het Hooggerechtshof. De beslissing van het hof wordt eind juni verwacht.