Opruimen olie Nigeria duurt 30 jaar

Weglekkende olie van onder meer oliemaatschappij Shell heeft in Nigeria wijdverbreide milieuschade aangericht. Dat blijkt uit een rapport dat de Verenigde Naties donderdag hebben uitgebracht.

Het onderzoeksverslag beschrijft door olie vernietigde gewassen en vervuild drinkwater in het in de Nigerdelta gelegen Ogoniland. In een van de geïnspecteerde dorpen bleek het drinkwater negenhonderd maal meer benzeen te bevatten dan wereldwijd is toegestaan. In een ander gebied was veertig jaar geleden weggelekte olie nog altijd niet opgeruimd.

De oliewinning in Ogoniland is al in 1993 gestaakt, maar de olieleidingen zijn nog altijd in gebruik. Die zijn vaak beschadigd door bedrijfsongevallen en diefstal, en lozen onophoudelijk olie in dorpen en akkers. Milieuactivisten stellen dat elk jaar voor ruim dertien miljoen vaten aan olie in de Nigerdelta lekt. Dat staat min of meer gelijk aan een jaarlijks terugkerende olieramp zoals die met de olietanker Exxon Valdez in 1989.

Het VN-rapport houdt zich op de vlakte over de oorzaken van de afzonderlijke olielekken. Milieubeschermers beschuldigen de onderzoekers er daarom van Shell, dat het onderzoek betaalde, uit de wind te houden. Woensdag maakte de oliemaatschappij bekend dat de Nigeriaanse joint venture Shell Petroleum Development Company of Nigeria gaat onderhandelen over een schikking met een door olievervuiling getroffen gemeenschap in de Nigerdelta.

Volgens het VN-rapport vergt het dertig jaar om de verontreinigde grond te zuiveren. De onderzoekers opperen dat de Nigeriaanse regering en de olieindustrie voor de sanering voorlopig zevenhonderd miljoen euro beschikbaar zouden moeten stellen.