Verkiezingen VS tegenslag voor homo's

Homorechtenactivisten in de Verenigde Staten hebben in de Congresverkiezingen een flinke tegenslag te verduren gekregen. "Het verlies van het Huis (van Afgevaardigden, red.) aan anti-gelijkheidsleiders is een zware klap," zei Joe Solmonese, voorzitter van de mensenrechtenbeweging HRC.

In de staat Iowa werden drie rechters vervangen die voor het homohuwelijk hadden gestemd, waardoor de vrees vat kreeg op homo-activisten dat gelijkgezinde rechters in andere staten hetzelfde lot staat te wachten. Daarnaast zijn ook de kansen geslonken op het intrekken van het 'don't ask, don't tell'-beleid in het Amerikaanse leger en is openlijke homoseksualiteit in de krijgsmacht nog toekomstgeluid.

Republikeinen die hun opwachting maken in het Huis van Afgevaardigden staan erom bekend dat ze veelvuldig tegen homorechteninitiatieven stemmen, zei Solmonese. Het wegstemmen van de rechters in Iowa is wellicht het meest schokkende nieuws voor homo's. De drie beslisten vorig jaar dat een verbod op het homohuwelijk in strijd was met de grondwet van de staat. Het homohuwelijk in Iowa is nog altijd geldig, maar conservatieve krachten maken zich op voor de invoering van een nieuw verbod.

De Nationale Organisatie voor het Huwelijk en andere vijanden van het homohuwelijk brachten een miljoen dollar bijeen om campagne te voeren tegen de rechters, die zelf besloten geen geld in te zamelen en campagne te voeren. Het verkiezingsresultaat 'is een krachtig bericht aan het adres van iedere rechter die het homohuwelijk wil invoeren tegen de wensen van het volk in', zei Brian Brown, voorzitter van de NOH.

Ondanks de sombere vooruitzichten was er ook enig positief nieuws. De burgemeester van Providence, in Rhode Island, werd gekozen tot het Huis. Hij is daarmee de vierde openlijke homoseksueel die in het Huis plaatsneemt. Drie andere homoseksuele afgevaardigden werden herkozen. In Californië werd voor het eerst in de VS een rechter gekozen voor het hooggerechtshof van de staat die openlijk transgenderist is.