[Special] De ondergang van Max Mosley - deel 2

Max Mosley is samen met Bernie Ecclestone één van de meest besproken personen in het Formule 1-circus. Vooral de laatste jaren moest Mosley nogal wat brandjes zien te blussen als president van de internationale autosportbond FIA, zowel zakelijk als privé. Eind oktober 2009 zal Mosley aftreden als president na een termijn van zestien jaar.

In de vorige special over Max Mosley werden zijn beginjaren in de Formule 1 al belicht. Dit tweede en laatste deel gaan we verder in op zijn FIA-presidentschap.

Het FIA-Tijdperk
Mosley maakte een bliksemcarrière door binnen de Formule 1. In een paar jaar tijd wist de Brit zich op te werken van teambaas van een klein team tot president van de FISA. Dit vond hij echter niet genoeg en in 1993 kreeg Mosley het voor elkaar dat Jean-Marie Balestre, die nu FIA-president was, aftrad zodat Mosley president kon worden. Dit zou het begin zijn van een rumoerig periode waarin Mosley een haat-liefdeverhouding ontwikkelde met de teams waar hij vroeger voor actief was. In hetzelfde jaar werd ook de FISA opgeheven en geïntegreerd in de FIA.

Veiligheid
In 1994 zorgde Mosley al voor de eerste opschudding. Nadat Ayrton Senna en Roland Ratzenberger overleden tijdens de Grand Prix van San Marino besloot de Brit niet de begrafenis van Senna bij te wonen, wat alle andere Formule 1-prominenten deden, maar die van Ratzenberger. Mosley deed dit naar eigen zeggen omdat hij het belangrijk vond dat ook Ratzenberger het respect kreeg die hij verdiende en dat zijn dood onderbelicht bleef ten op zichte van Senna's dood. Ook richtte de Brit de Advisory Expert Group op. Deze groep werd opgericht om de veiligheid in de Formule 1 te bevorderen en verbeteren. Hiermee zorgde Mosley onder andere voor de invoer van het HANS-systeem en werden de crashtests aanzienlijk aangescherpt.

Televisierechten en Rookreclames
In 1995 sloot Mosley namens de FIA een deal met Bernie Ecclestone. Ecclestone mocht dankzij deze deal voor vijftien jaar de televisierechten van de Formule 1 exploiteren. Volgens Mosley was dit een geweldige overeenkomst voor de sport, maar de overeenkomst zorgde direct al voor controverse bij de teams. McLaren, Williams en Tyrrell besloten dan ook een klacht in te dienen bij de Europese Commissie (EC) omdat zij van mening waren dat de FIA deze deal nooit had mogen sluiten. Nadat Mosley in 1997 was herkozen tot president kwam de EC tot een voorlopige conclusie waarin men de teams in het gelijk stelde. Omdat de conclusie echter uitlektte startte de FIA een rechtzaak tegen de EC en won. Dit was de eerste maal dat Mosley tegenover de EC stond.

Tegelijkertijd werd door een Duits gerechtshof besloten dat de rechten van het FIA European Truck Racing-kampioenschap niet bij Ecclestone behoorden, maar bij de organisatie. Mosley besloot direct te stoppen met het kampioenschap, maar moest dit besluit terugdraaien onder juridische druk. In de jaren daarna bleven de EC en Mosley met elkaar vechten. Mosley dreigde met het verlaten van de Europese Unie als de EC in het nadeel van de FIA zou besluiten. Toen de EC in 2000 besloot dat de overeenkomst tussen de FIA en Ecclestone in strijd was met de Europese wetgeving, bedacht Mosley het plan om Ecclestone voor honderd jaar de rechten te verkopen. Op deze manier ontdoken ze de Europese wetgeving.

Op dat zelfde moment was Mosley ook actief bezig met het vertragen van de invoer van het verbod op rookreclame in de sport. Omdat de Formule 1 veel grote sigarettenmerken had, waaronder Marlboro en Rothmans, wilde Mosley deze sponsoren graag behouden. De Britse regering liep voorop bij het instellen van het verbod, maar had veel bedrijven in het land die actief waren in de Formule 1. Mosley dreigde dus ook om alle banen die Formule 1 gerelateerd waren, zouden verdwijnen. Ecclestone en Mosley gingen zelfs zover dat zij geld doneerden aan de Labour partij van Tony Blair om te voorkomen dat de Formule 1 zonder haar geliefde merken zou komen te zitten.

Uiteindelijk besloot de regering om de wet in te voeren voor alle sporten, met uitzondering van de Formule 1. Toen de media echter erachter kwamen dat de partij van Blair geld had ontvangen vanuit de Formule 1, was de volgende rel geboren. Blair deed de donaties echter af als onzin en het besluit zou genomen zijn omdat men bang was banen te gaan verliezen aan landen in Azië. Uiteindelijk werd het rookreclameverbod in 2003 ook in de Formule 1 ingevoerd voor alle races in Europa. Mosley zette in de tussentijd zijn dreigementen nog kracht bij door het hoofdkantoor van de FIA uit Europa te verhuizen in 1999, maar in 2001 kwam men alweer terug.

Grand Prix Manufacturers Association
Ook binnen de Formule 1 zat het Mosley niet mee. In 2001 richtten de teams de Grand Prix Manufacturers Association op omdat men bang was dat Ecclestone, dankzij zijn televisierechten contract, de Formule 1 op televisie zou weghalen bij de zenders die publiekelijk toegankelijk zijn en ze achter een decoder zou stoppen. Dit zou Ecclestone namelijk veel meer geld opleveren. Ook vond men dat Ecclestone en Mosley wel erg nauw samenwerkten en waren bang dat zij samen besluiten zouden nemen in hun eigen voordeel in plaats van voor de sport. In 2004 besloot Mosley dat hij wilde stoppen als president van de FIA, maar uiteindelijk haalde de FIA hem over niet te stoppen, dit tot onvrede van de teams. Het duurde niet lang voordat de volgende rel zich voor deed in 2005 tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten. Deze race werd maar met zes auto's verreden, omdat de overige veertien auto's niet mee deden in verband met veiligheidsproblemen, veroorzaakt door de Michelin-banden. De race had echter gewoon met het volledige deelnemersveld verreden kunnen worden door een extra chicane aan te leggen. Mosley hield dit echter tegen en kreeg hierop weer veel kritiek te verduren vanuit de teams, maar ook de raceorganisatie en de fans.

Mosleys laatste termijn
In 2005 besloot de FIA Mosley nog een extra termijn te gunnen. Mosley zette ook in zijn laatste termijn zwaar in op de veiligheid van de sport, maar ook van auto's in het algemeen. Mosley wilde dat de teams milieuvriendelijke technologie gingen ontwikkelen welke ook bruikbaar was op de straat. Eén van de meest bekende technieken die hier uit voortkwam was wel KERS, oftewel Kinetic Energy Recovery System. Met dit systeem wordt energie opgeslagen die anders verloren zou gaan, om deze vervolgens te kunnen gebruiken als een snelheidsboost. Ook de laatste termijn van Mosley bleef niet gevrijwaard van problemen in de sport waarin hij een prominente rol moest of zou spelen.

Spy-gate
Tot het seizoen in 2007 had Mosley vrij weinig te doen in de Formule 1 en verliep alles redelijk voorspoedig. In 2007 beschuldigde Ferrari het McLaren-team ervan dat deze inbreuk zou hebben gemaakt op de intellectuele eigendommen van de Italiaanse renstal, omdat men geheime Ferrari-papieren in handen had. De FIA besloot, onder leiding van Mosley, om het Britse team een boete van honderd miljoen dollar te geven en de renstal verloor alle punten die het dat seizoen verdiend had. In hetzelfde jaar kwam ook naar buiten dat Renault weer inbreuk had gemaakt op de intellectuele eigendommen van McLaren. Renault werd door de FIA echter niet gestraft. Dit kwam Mosley op veel kritiek te staan van onder andere Jackie Stewart en Martin Brundle. Mosley werd vooral veroordeeld voor het actief vervolgen van McLaren.

Privéproblemen
2008 zou het jaar moeten worden waarin Mosley zijn nalatenschap zou ontwikkelen. De Brit wilde dolgraag dat de sport hem zou herinneren voor het werk wat hij verricht had om de sport weer goedkoper en milieuvriendelijker te maken. De Brit zorgde zelf echter voor de volgende rel in de sport. In Maart van dat jaar maakte de krant News of the World bekend dat de Brit betrokken was bij sadomasochistische seksuele rollenspellen met vijf prostitués in een nazistische omgeving. Mosley schaamde zich voor de bekendmaking, maar benadrukte dat er van een nazi-thema geen sprake was. De gehele autosportwereld viel over Mosley heen en hij moest diep door het stof. Mosley was niet meer welkom bij belangrijke aangelegenheden en hij kreeg weinig steun. Zelfs zijn oude vriend Bernie Ecclestone sprak schande van het gedrag van de Brit. Uiteindelijk overleefde de president een motie tijdens een buitengewone vergadering van de FIA rondom de kwestie en mocht hij aanblijven voor de rest van zijn termijn. Door deze beslissing dreigden enkele nationale autosportbonden waaronder de ADAC (Duitsland), AAA (Verenigde Staten) en KNAF (Nederland) uit de FIA te stappen, maar zetten dit niet door.

Formula One Teams Association, het einde van Mosley
Ook 2009 was geen jaar zonder problemen. De teams hadden zich verenigd in de Formula One Teams Association en waren het niet eens met de wijzigingen in de reglementen die de FIA wilde invoeren voor het seizoen van 2010. Toen de inschrijflijst voor het seizoen 2010 bekend werd, was het conflict inmiddels zo hoog opgelopen dat maar twee van de acht FOTA-teams zich hadden ingeschreven. De overige teams dreigden met het opzetten van een eigen raceklasse als de FIA onder leiding van Mosley de wijzigingen niet zou terugdraaien. Als antwoord hierop besloot Mosley zich als verkiesbaar te stellen voor een vijfde termijn als FIA-president, dit tegen de zin van de FOTA-teams in. Het conflict escaleerde hierdoor alleen maar verder en het gat tussen de teams en Mosley werd alleen maar groter. Niet veel later werd er echter alsnog een overeenkomst gesloten tussen de FOTA en de FIA, onderdeel van het akkoord was dat Mosley zich niet meer verkiesbaar zou stellen voor een vijfde termijn. Hiermee zou één van de pijnpunten van de teams verdwijnen, zij leefden al tijden in onmin met de Brit. Luca di Montezemolo, Ferrari-president, noemde de maatregel over het aftreden van Mosley zeer welkom en noemde het gedrag van de Brit zelfs dictatoriaal.

Hiermee zal een tijdperk eindigen met daarin veel controverse rondom Mosley. De Brit heeft veel werk verzet op het gebied van veiligheid, maar was nooit geliefd bij de teams. Uiteindelijk brak de haat-liefdeverhouding tussen de teams en Mosley hem dan ook op. Op vijftien juli maakte Max Mosley definitief bekend dat hij eind oktober officieel zou aftreden als FIA-president. Tijdens een officiele bijeenkomst van de FIA zal zijn opvolger bekend gemaakt worden. Voor deze rol zijn momenteel twee kandidaten, namelijk oud-rallycoureur Ari Vatanen en oud-Ferrari-teamleider Jean Todt.

Submitter:  Bron: FOK!Sport