Shell stapt uit Brits windmolenproject

Shell wil zich terugtrekken uit een groot windmolenproject voor de kust van Engeland. Het Brits-Nederlandse olieconcern wil in plaats daarvan meer investeren in windenergieprojecten op het Amerikaanse vasteland.

Shell bevestigde vandaag een bericht daarover op de website van de Britse zakenkrant Financial Times. Het concern wil zijn belang van 33 procent in het project "om strategische redenen" verkopen, zo stelt een woordvoerder.

Het plan voor het grootste aflandige windmolenpark ter wereld, waarvoor nog geen investeringsbeslissing was genomen, staat op losse schroeven als Shell eruit stapt. Shell zat samen met het Duitse Eon en het Deense Dong in het project, dat 341 windturbines moest opleveren die een kwart van de huishoudens in Londen van stroom zouden kunnen voorzien.

De kosten van het project waren geraamd op 1 miljard pond sterling (bijna 1,3 miljard euro) in 2003 en op 1,5 miljard pond in 2005, maar zijn volgens de zakenkrant opgelopen tot minimaal 2á 2,5 miljard pond. De wereldwijde belangstelling voor windenergie heeft de prijzen van turbinecompenenten opgedreven.

Als Shell uitstapt, leidt dat minimaal tot vertraging van het project. Ook is het een klap in het gezicht van de Britse regering, die nu alle zeilen bij zal moeten zetten om de EU-doelstellingen voor duurzame energie alsnog te kunnen halen.

Wereldwijd heeft Shell een aandeel van 550 Megawatt in windparken, met het zwaartepunt in de VS. In Nederland zit Shell samen met energieconcern Nuon in het windpark van 36 molens voor de kust van Egmond. De partijen bekijken momenteel de mogelijkheden voor een tweede windpark voor de kust van Katwijk.