LPF-voorzitter Belder voormalig crimineel

De huidige voorzitter van de LPF, Jan Belder, blijkt in 1985 te zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden wegens bancaire fraude zo meldt de Telegraaf vandaag. De voorman van de LPF stond indertijd aan het hoofd van een bende die diverse banken had getild, volgens de Amsterdamse justitie op ''sluwe, maar zeer immorele wijze''. Belder en zijn vier handlangers werden er destijds door het OM van beticht ''een laagdrempelige moraal'' te hebben.

Tegenover de Telegraaf liet Belder weten: ''Als mensen mij ernaar vragen, ben ik er eerlijk over. Ik ben inderdaad veroordeeld wegens administratieve fraude. Het OM vond mij dermate listig dat ze mij hebben gestraft, maar zelf vond ik de straf wel overmatig hoog.'' Tot zijn eigen verbazing overigens heeft de huidige LPF-voorzitter die straf, afgezien van een maand voorarrest, nooit uitgezeten.

Belder brak in 1984 met een bendelid in bij een telefooncentrale van de PTT in Landsmeer. Daar tapte hij de telefoons af van twee plaatselijke ABN Amro-filialen. Telefoongesprekken voor de bank kwamen op die manier bij hem terecht. Desgevraagd gaf Belder aan andere geldinstellingen telefonisch toestemming om gelden uit te betalen aan zijn vier kompanen die met valse papieren aan de balie stonden. In totaal drukte de bende zo 25.000 euro achterover.

LPF-Tweede-Kamerlid Van As zegt niets van de veroordeling van Belder te hebben geweten. ''Hij had het in de Algemene Ledenvergadering moeten melden. Zo hoort het.'' Collega-Kamerlid Nawijn geeft toe dat het verleden van Belder besproken is binnen het bestuur. ''Ik heb Belder toen gevraagd hoe lang het geleden was. Na vier jaar wordt je strafblad geschrapt. Niemand in het bestuur had bezwaar tegen de bestuursfunctie voor Belder.'' Nawijn zegt dat hij de veroordeling van Belder wel heeft gemeld aan zijn collega-fractiegenoten.

Officieel heeft de LPF-fractie niets meer van doen met Belder, omdat men deze week uit de partij stapte.


Belder: ''Straf wel overmatig hoog''