Lening

Londen, het financiële district op een fraaie zomerdag. De hoofdvestiging van een echte Britse bank. Een prachtig gebouw uit het eind van de 19e eeuw dat de tand des tijds glansrijk heeft weerstaan. Veel marmer, zowel buiten als in de enorme foyer. Tapijt waar je tot je enkels in wegzakt. Keurig geklede en perfect gemanierde bankemployees die de klanten met alle egards tegemoet treden. Echt zo’n gebouw waar mensen die niet met een bepaalde, aristocratische achtergrond zijn geboren slechts aarzelend binnengaan en meestal nog sneller weer uitkomen. 

Er komt een klant binnen die er heel duidelijk wel thuishoort. Kostuum van Savile Row, een echte Britse hoed op het zorgvuldig gekapte hoofd. Paraplu aan de ene arm, de Times opgevouwen onder de andere. Een typische adept van Oscar Wilde die een uiterst eenvoudige smaak zei te hebben: hij was volmaakt tevreden met het allerbeste. Een bankbediende schiet toe, neemt paraplu en hoed aan en begeleidt de klant naar een zetel. Hij begint met het aanbieden van een cup of tea, uiteraard geserveerd in wedgwood porselein. Eerst na het voltooien van deze bijna sacrale handelingen informeert de bediende zeer beleefd of hij nog op andere wijze van dienst kan zijn.

“Ach ja, jongmens, ik heb interesse in een lening.” “O, sir, dat zal geen enkel probleem opleveren. Om welk bedrag gaat het, als ik mag vragen?” “Eigenlijk gaat het hier om een zeer gering bedrag, slechts tien pond voor een termijn van drie maanden.” Het jongmens is uiterst verbaasd, maar als echte Brit geeft hij geen krimp. Schijnbaar onverstoord gaat hij in op de vraag van de klant. ”Zo’n lening is hier geen enkel probleem, sir. Het enige punt is dat de procedure voor alle bedragen gelijk is, evenals de aktekosten. Die zijn acht pond en bij een leenbedrag van tien pond lijkt dit enigszins, eh, uit de toon te vallen. De kosten moeten na ondertekening van de akte contant worden voldaan, dat is bij deze bank traditie. Ik vertrouw erop dat u begrip zult hebben voor deze procedurele regels. Ik bezit helaas nog niet de competentie om hierop een uitzondering te maken.”

“Jongmens, maak je hierover geen zorgen, die kosten accepteer ik. Maak de akte maar, ik heb wel even tijd.” Na het serveren van nog een kop thee verdwijnt de bediende om de akte op te stellen. Na een kwartiertje is hij terug met de akte die door de klant wordt ondertekend. Er wordt acht pond overhandigd aan de bankbediende, waarna deze even aarzelt en zegt: “Sir, de regels waaraan ik daarnet al refereerde stellen ook dat wij u onderpand moeten vragen voor het geleende bedrag. Voor een luttel bedrag van tien pond en met een persoon van uw standing als aanvrager van de lening lijkt dit belachelijk, maar ook hier kom ik niet onderuit. Ik vertrouw wederom op uw begrip.”

“Jongmens, nogmaals, ik heb alle begrip voor de gang van zaken, u krijgt uw onderpand. Loop even met mij mee naar buiten, dan zal ik het u daar ter beschikking stellen.” Na zijn paraplu en hoed in ontvangst te hebben genomen loopt de klant naar buiten, gevolgd door de bankbediende die zijn nieuwsgierigheid maar nauwelijks kan bedwingen. Op de laan voor het bankgebouw staat een schitterende, klaarblijkelijk fonkelnieuwe Rolls Royce geparkeerd. De klant tast in zijn jaszak en overhandigt de sleutels van de wagen. “Ik neem aan, jongmens dat deze wagen voldoende onderpand is voor de lening. Zet hem maar in de kluisruimte, over drie maanden kom ik hem weer halen en de lening aflossen.”

De bankbediende is zo verbijsterd dat hij enkele ogenblikken zijn spraak kwijt is. “Sir, natuurlijk is dit onderpand van voldoende waarde. Ik weet dat deze wagen nieuw is en minstens een half miljoen pond heeft gekost. Mag ik zo onbeleefd zijn u naar het hoe en waarom dan deze zeer bijzondere transactie te vragen?” “Ach, jonge vriend, zo ingewikkeld is het niet. Ik ga drie maanden naar het buitenland en nu is deze bank met mij overeengekomen om mijn wagen voor die periode volkomen veilig en ook nog eens volledig verzekerd in hun kluis te stallen. Voor het luttele bedrag van acht pond! Ik zal dit verhaal met veel plezier op mijn club vertellen. Ik weet zeker dat velen van mijn clubvrienden gaarne gebruik zullen maken van deze faciliteit. Dank u, jongmens, voor uw welwillende medewerking, over drie maanden ziet u mij weer.”