Erben Wennemars is een lul

Dikke, donkere donderwolken hingen boven start en finish. Ik stond met meer dan vijftienhonderd andere hardlopers te wachten in de winkelpromenade van Kijkduin. Het regende al pijpenstelen en het startschot van de Parnassia Laan van Meerdevoort Loop kwam steeds naderbij. De lopers voor de vijf kilometer waren veruit in de minderheid, dus de meeste lopers zouden, net als ik, tien kilometer lang zeiknat regenen. Naast me stond een meisje te lachen. ‘Dit is onze hobby,’ zei ze. ‘Ja.’ zei ik, ‘Dit vinden we leuk.’ Alle lopers om ons heen lachten. Hardlopers laten zich niet snel ontmoedigen.
Niet veel later liepen we door de plensregen. De eerste kilometers waren vrij vlak, maar nog dik voor de vijfde kilometer gingen we de duinen in en moest je een bult over. Daarna volgden er nog meer bulten en toen de bulten op waren, kwam het strand. Ik liep zo snel mogelijk door het mulle zand naar de zee. Daar was het strand nog redelijk te belopen. Het zand was harder. Ik moest wel af en toe over een geul zeewater springen en soms ging dat mis. Zo werden mijn voeten ook zeiknat. Al meteen toen ik op het strand kwam, zag ik het Atlantic hotel. Daar vlakbij was de finish. Maar het leek net of het maar niet dichterbij wilde komen. Uiteindelijk kwam ik via een strook mul zand en een helling met gladde keien weer op de promenade van Kijkduin en even later liep ik met een medaille om mijn nek naar de winkelpromenade.
‘Zo, dat hebben we ook weer gehad.’ Naast me liep het meisje dat voor de start had opgemerkt dat hardlopen onze hobby was. Ze sloeg een arm om me heen en zei: ‘Maar regen of niet, wij kunnen tenminste de wedstrijd lopen. Een vriendin van me is naar New York voor de marathon en die heeft het nu zwaarder dan wij, denk ik. Maanden getraind en nu gaat hij niet door vanwege die kutstorm.’ Even later zaten we in een restaurantje aan de boulevard koffie te drinken nadat we ons daar hadden omgekleed.
Eenmaal thuis onder de warme douche moest ik aan de woorden van dat meisje denken. Ze dacht dat haar vriendin het zwaarder had dan wij omdat de marathon niet door ging vanwege de storm. Ineens zie ik het voor me.

Over de oceaan nadert het beest. Woeste winden zwepen het zeewater op. De lucht boven Staten Island wordt inktzwart. Even later komt Sandy aan wal en neemt de oceaan mee. Auto’s vliegen door de lucht of worden opgeslokt door het water. Houten huizen worden weggeblazen. De stroom valt uit. Kortsluitingen veroorzaken branden in gebouwen. Gevels van panden worden kapotgebeukt. Bomen breken af alsof het luciferhoutjes zijn. Boten worden op de kust geworpen. Dijken breken door. Sandy trekt als de zwarte schaduw van Sauron over Staten Island en laat een spoor van vernieling achter.

De situatie in Staten Island na Sandy: een moeder huilt om haar twee zonen die nog in haar auto zaten toen deze werd meegenomen in een kolkende stroom water. De lijken werden na drie dagen gevonden. Er worden nog meer doden gevonden. Meer dan twintig. Huizen zijn volledig verwoest. Mensen zitten zonder stroom en het is maar een paar graden boven nul. Mensen hebben voedsel en kleding nodig.
Het gebied waar de start van de marathon van New York zou plaatsvinden is één groot rampgebied waar de slachtoffers schreeuwen om hulp.

Een paar dagen na Sandy organiseerde Erben Wennemars zijn zogenaamde ‘Holland Run’.
Hij had huilende mensen in het hotel aangetroffen en was daardoor zo geëmotioneerd dat hij meteen een alternatieve marathon wilde organiseren. Dat heb je met die schaatsers. Ze zijn gewend dat ze een alternatieve Elfstedentocht moeten organiseren en dan kunnen ze zoiets ook wel regelen als er een marathon niet doorgaat omdat er een heel stadsdeel plat ligt en er nog wat lijken in het water drijven. Hij deed meteen een oproep via Twitter en had al snel veel aanmeldingen. Gelukkig kon hij nog twitteren, want anders had hij die oproep natuurlijk niet kunnen doen. Het was ook wel belachelijk. Veel mensen hoorden pas na aankomst in New York dat de marathon niet doorging. Dat is dan wel het ergste wat je kan overkomen. Ik weet er alles van. Ik heb twee jaar geleden de marathon van Rotterdam gelopen. Je moet er maandenlang zeker vier keer per week voor trainen. Dat is zwaar. En omdat de marathon van New York één van de belangrijkste marathons ter wereld is, wil je juist daar natuurlijk een goede tijd lopen. Logisch dat je moet huilen als hij niet doorgaat.
Maar dan is er gelukkig Erben, de held. De ware leiders staan pas op als alles verloren lijkt. Erben was zo’n leider. Hij kwam op voor de slachtoffers van de ramp. Niet alleen de Nederlandse slachtoffers waren hem dankbaar, ook lopers uit andere landen die slachtoffer van Sandy waren geworden mochten meelopen met de ‘Holland Run’. Het zou me niets verbazen als er een standbeeld voor Erben komt ergens op Staten Island, want zijn initiatief werd een groot succes. Dankzij hem hebben duizenden lopers toch nog een soort marathon kunnen lopen in Central Park. Helaas ontbraken er zo’n veertig Nederlandse lopers. Zij hadden ervoor gekozen om te gaan helpen in Newark. Het waren lopers van de stichting Run For Human Rights Watch. Ze moesten er nog heel wat moeite voor doen ook. In Staten Island is ook nog hulp gegeven door lopers. Die lopers moesten wel allemaal het feestje van Erben missen.

Hoe meer ik erover dacht, hoe meer ik tot de conclusie kwam dat Erben Wennemars een lul is. Niet ver van de plek waar hij zijn Holland Run organiseerde dreven de lijken nog in het water, zaten mensen zonder huizen of zonder verwarming, elektriciteit, voeding en goede kleding. Al breng je ze maar wat uit je meegebrachte koffer met kleding. Gelukkig waren er dus ook hardlopers die niet in het hotel zaten te huilen omdat hun feestje niet doorging. Gelukkig waren er nog hardlopers die anders dachten dan Erben.

En toch. Wat zou ik eigenlijk hebben gedaan als ik naar New York was gevlogen om de marathon te lopen? Als ik me gek had getraind om daar dat evenement mee te maken en tot een goed einde te brengen? Ik zal het nooit weten.