Geen paardenballet in Rio
De Olympische Spelen zijn weer afgelopen. U kunt dus weer de hele dag aan het werk zonder afgeleid te worden door sporten die u anders ook niet kijkt. Volwassen mannen op kinderfietsjes, lekkere wijven die in het zand duiken en moderne Wilhelm Tells. Ze mogen nog een paar interviews doen deze week, misschien een rolletje in een reclamespot en daarna kan men voor minstens vier jaar de anonimiteit in. BMX en beachvolleybal (voor vrouwen) vond ik dus cool, maar zo zijn er ook sporten waarvan ik vurig hoop dat ze er in Rio de Janeiro niet bij zijn.
In de eerste plaats moet het maar eens afgelopen zijn met paardrijden. Natuurlijk, er kleven nadelen aan. Zonder paarden hadden we maar zestien medailles gehad. Op de medaillespiegel zouden we zonder de paarden een plekje zijn gezakt, de rosrijders wisten namelijk geen goud te bemachtigen. Medailles bij paardrijden, door mijn oom oneerbiedig knolwippen genoemd, ik kan er maar moeilijk trots op zijn. De flauwe grap dat het paard het werk doet en niet de ruiter, het is mij te waar gebleken. Ik geef toe, ik zou nog geen vijf seconden op een paard blijven zitten. Dus niet iedereen kan even een gouden plak ophalen. Maar als ik nota bene Anky van Grunsven hoor zeggen “dat Salinero geen medaillemateriaal meer is” en een andere medaillekandidaat z'n paard hoor verwijten dat “het beest, excuses edel dier, zijn dag niet heeft”, dan kun je in mijn optiek beter stoppen. In het bijzonder met dressuur. Paarden die nichterige danspasjes doen op klassieke muziek, dat druist tegen elke olympische en humane gedachte in. Kan iemand mij vertellen waarom we dansende beren moreel afkeuren, maar iemand die een paard laat dartelen een gouden plak geven? En waarom is paardenballet olympisch en mensenballet niet? Bovendien zegt allesweter Hans van Zetten dat dressuur nog geen goede 'Code of Points' heeft. Dat betekent in normaal Nederlands dat de winnaar nog net niet willekeurig wordt gekozen. Kortom, genoeg reden om dit onderdeel te schrappen.
Een andere sport die ik onder geen beding wil terugzien bij de Spelen van 2016 is snelwandelen. Kent u dat? Snelwandelen. Dat is een sport voor rare blanken en Aziaten die bij de marathon de Kenianen, Ethiopiërs en Tanzanianen niet bij konden houden. Om toch een wedstrijd te kunnen winnen hebben ze bedacht dat je na elke pas een heupzwaai moet doen, terwijl je een voet op de grond houdt en ondertussen iets naar de Goede God prevelt. Snelwandelen, een grotere belediging voor gehandicapten is niet denkbaar. Toeschouwers bij het snelwandelen heb ik nooit begrepen. Het is toch een beetje alsof je bij de Jostiband gaat kijken, maar dat in dit geval de artiesten zichzelf een beperking hebben aangemeten. De willekeur is bij snelwandelen nog een stuk groter dan bij dressuur. Dat komt niet omdat er geen Code of Points is, maar omdat er simpelweg geen pointe is. Snelwandelen wordt door de Nederlandse atletiekbond uitgelegd als “het zich voortbewegen door middel van stappen waarbij het contact met de grond, voor zover zichtbaar (met het menselijke oog), ononderbroken gehandhaafd blijft.” Kortom, als een jurylid oplet of zin heeft om iemand een oor aan te naaien dan lig je uit de wedstrijd. Want wie slowmotion camerabeelden van snelwandelen bekijkt ziet dat het voltallige deelnemersveld na twee van de twintig kilometer volgens de regels gediskwalificeerd had moeten worden. De willekeur levert soms sneue taferelen op, zoals de Australische Jane Saville die tijdens de Spelen in haar thuisland net voor de finish gediskwalificeerd werd vanwege haar derde loopfout.
Laten we voor de volgende Spelen dus niet krampachtig een tussenvorm zoeken voor de Paralympische Spelen en de Olympische Spelen. Blade Runner Oscar Pistorius heeft bewezen dat dat niet hoeft. En laten we paarden weer lekker in de wei spelen. Hoeven we ook niet boos te worden als Adelinde Cornelissen geen goud pakt. Laten we ruimte geven aan echte sporten zoals rugby, honkbal en korfbal (vooruit als medaillecompensatie voor het afschaffen van paardrijden). Opdat ik mij over vier jaar nog vaker mag laten afleiden van mijn werk.