Alles gaat sneller, behalve wij

“Het lijkt wel toveren”, zegt mijn man met regelmaat als het gaat over technologische hoogstandjes als smartphones en computers. En dan geef ik hem gelijk. Natuurlijk weet ik dat die apparaten niet op Zweinstein gefabriceerd worden en dat ze niet werken met  hocus pocusspreuken, maar als je – zoals ik – niet heel veel kennis hebt van bits en bytes en de techniek waarmee ze verzonden worden, lijkt het al gauw op magie. Alsof het uit de lucht komt vallen. Niet in de laatste plaats door de snelheid die ermee gepaard gaat. 

Ooit – niet zo heel lang geleden, als we van de modernste variant uitgaan – namen we een pen en papier ter hand en gingen aan een bureau zitten om een brief te schrijven. Dat op zich was meestal al een tijdrovend klusje, maar nog niets vergeleken bij de tijd die tante Pos erover deed om onze handschriften bij de geadresseerde te krijgen. Je was gemiddeld toch al gauw drie dagen verder. En dan hoefde je er niet eens aan te denken om je in inkt vastgelegde hanenpoten de grens over te laten gaan. Nu nemen we plaats achter pc, laptop, tablet of smartphone, rammelen even op de geïntegreerde toetsen en drukken op ‘send’. Binnen een paar seconden arriveert het digitale epistel bij degene die je bereiken wilt, of dat nu in Tilburg is of op Bali. En wat te denken van foto’s? Vroeger drukte je op een knopje, deed een schietgebedje voor de goede afloop, bracht het fotorolletje naar de plaatselijke fotograaf en haalde het resultaat een week later op bij een winkelbediende die verontschuldigend verklaarde dat er maar weinig afdrukbaars bij was. Nu grijp je de dichtstbijzijnde lens uit broekzak of tas, knipt een plaatje en verstuurt ‘m in dezelfde seconde naar de andere kant van de wereld. Tenzij het niet goed gelukt is, natuurlijk. Dan duurt het twee seconden. En ja, dat lijkt, als je niet gehinderd wordt door enige kennis, inderdaad verdacht veel op toveren.

Alles wordt beter, alles wordt sneller, zelfs deeltjes. Zo snel dat onbetwiste snelheidskoning licht tegenwoordig moet uitkijken voor concurrentie. Verblufte wetenschappers stuurden dit wereldschokkende nieuws afgelopen week de wereld in. Het nieuwtje ging razendsnel. Nog voordat ik het op de radio hoorde, vernam ik de ontdekking via Twitter, FOK! en nu.nl.
 
Dus belde ik vliegensvlug mijn man. Als liefhebber van sciencefiction wijst hij mij er regelmatig op dat dingen uit series als Star Trek, die we tot voor kort voor onmogelijk hielden, inmiddels al waarheid zijn geworden. En ik moet hem steeds gelijk geven. Deuren die opengaan als je eraan komt, beeld en geluid dat ‘realtime’ op grote schermen binnenkomt, vanuit een ander melkwegstelsel. De werkelijkheid heeft de fantasie met een sneltreinvaart ingehaald. Alleen wijzelf blijven een beetje achter. ‘Beam me up, Scotty’ is blijkbaar nog steeds niet mogelijk, maar dat is misschien slechts een kwestie van tijd.

“Wat gaat alles toch snel, hè schat?” zeiden we tegen elkaar terwijl we beiden in de file stonden op de A58. Hij in de buurt van Oirschot en ik ter hoogte van Rijen. Alles gaat razendsnel, behalve wij.