Help, mijn man is oranje

“En wat zal het zijn, mevrouw Kreukel? Een permanentje?” Nathalie van Cosmo kijkt vragend naar Teutje Kreukel.
“Ja, doe maar, Nathalie.”
“En zal ik er dan vanwege het wereldkampioenschap voetbal een oranje lokje in doen, mevrouw Kreukel?”
“Oh nee, alsjeblieft niet, Nathalie. Ik word al helemaal gestoord van dat voetbal.” Teutje kijkt verdrietig voor zich uit.
Even later is Nathalie druk bezig met de kleine krullers.
“Waarom wordt u gestoord van het voetbal, mevrouw Kreukel? Het is toch leuk? Of is het dat geluid van die toeters? Dat is inderdaad wel irritant.”
“Dat is het niet Naat. Ik kijk helemaal niet. Het is mijn man Aloysius. Die kijkt alles, maar dat is niet het grootste probleem.” Teutje zucht.
“Wat is dan het grootste probleem, mevrouw Kreukel?” Nathalie geeft niet snel op.
“Heb je even, Naat?” Nathalie heeft wel even, want een permanentje zit er niet zomaar in. En zeker niet bij Teutje met haar lange, dikke haren.

“Het begint al als hij ’s morgens in zijn oranje pyjama uit bed komt. Dan gaat hij eerst naar de wc en daar gebruikt hij oranje toiletpapier met de tekst: ‘hup Holland hup’. Daarna gaat hij in bad. Hij heeft echter de Gelli Baff van onze kleindochter gejat toen hij moest oppassen en strooit meteen een heel zakje oranje poeder in het water. Ken je dat spul, Naat? Het water wordt een dikke, oranje gel en daarmee smeert hij zich in. Als hij uitgespeeld is en zich met zijn oranje handdoek heeft afgedroogd, dan poetst hij zijn tanden met een oranje tandenborstel, trekt zijn Björn Borg WK short aan en dan komt het.” Teutje bouwt even de spanning op. Nathalie kijkt vragend naar Teutje. Ze is erg nieuwsgierig.
“Nou?” vraagt ze ongeduldig.
“Dan komt zijn oranje kleding. Je weet niet wat je ziet, meid. Eigenlijk wilde hij dat stomme Africaman pak. Dat is een pak waarin het lijkt alsof jij in je oranje shirtje wordt gedragen door een klein Afrikaans mannetje met grote oren waar je aan kunt trekken. De mond van dat mannetje zit precies op de plek van je kruis, dus dat mannetje kan ook nog meelullen.” grapt Teutje.
“Of andere dingen doen, haha.”  Het is er uit voor Nathalie er erg in had. Ze moet meteen blozen. Gelukkig houdt Teutje wel van een dubbelzinnig grapje.
“Ja, klopt. Maar hij had pech, want die pakken waren razendsnel uitverkocht. Heel Limburg wilde er een.” Weer moeten beide vrouwen lachen.
“Maar even zonder dollen, meid; wat hij nu aan heeft is nog veel mallotiger. Wat dacht je van een Kabouter Plopmuts op zijn hoofd, daaronder een enorme oranje bril en Nederlandse vlaggetjes op zijn wangen geschilderd. Verder is daar dan een oranje sjaal om zijn nek, die ik graag eens lekker strak zou willen aantrekken als hij op die kuttoeter zit te blazen, want ook die ontbreekt natuurlijk niet. Uiteraard heeft hij dat achterlijke Nuon Energieshirt aan, dat bij 23 graden oranje kleurt. Je weet wel, van die reclame over die Duitser die zo’n shirt van een Nederlander krijgt. Nou, Aloysius heeft hoge bloeddruk, dus zeker bij een wedstrijd van Holland zit hij zo boven de 23 graden, haha.” Teutje lacht wel, maar het klinkt alsof ze het eigenlijk helemaal niet leuk vindt.
“Verder heeft hij dan een oranje tuinbroek, terwijl hij nooit iets uitvoert in de tuin. Uiteraard heeft hij speciaal voor het WK oranje sokken en oranje schoenen gekocht. Hij zit ook te kijken met een Hup Holland Hup spandoek als Nederland speelt en heeft zijn oranje fluitje bij de hand voor als Nederland scoort.” Teutjes ogen hebben weer even pretlichtjes.

“In ieder geval heeft hij dan weer eens een fluit waar wat uitkomt.” De vrouwen schateren van plezier. Inmiddels heeft Nathalie de kleine krullers er weer uit en vraagt ze Teutje even mee te lopen om de haren te wassen. Na het haren wassen gaat Nathalie met de grote krullers aan de slag en meteen hervat ze het gesprek.

“Is er nog meer oranje, mevrouw Kreukel?”
“Nog meer oranje? Nou en of. Zijn gekte gaat zover, dat hij speciaal hondenvoer is gaan kopen voor onze hond Wesley, omdat hij er een oranje rugzakje en een flesje hondenbier bij kreeg. Hij loopt alle veertien supermarkten af voor de bungels, de beesies, de buddies en de reuzeleus stickers. Hij heeft zelfs ergens een Bavaria DutchDress voor me gekocht, de gek.”
“En hoe zit het met uw huis, mevrouw Kreukel?” Nathalie is wel heel erg nieuwsgierig.
“God, praat me er niet van, kind.” Teutje slaakt weer een diepe zucht.
“Het hele huis is oranje ingepakt, de oranje vlaggetjes zijn van onze eerste etage naar die van de buren aan de overkant gespannen. Hij heeft dat samen met die buren gedaan. Tenminste, ik denk dat het de buren waren, want het waren een oranje Leeuw en een oranje boerka.” Teutje zucht weer even nu ze het beeld weer voor zich ziet.
“Een oranje boerka?” zegt Nathalie stomverbaasd.
“Ik dacht dat die dingen verboden waren. Hebben jullie moslims als buren dan?”
“Nee natuurlijk niet, Naat. Dat zijn gewoon Nederlanders met gekke kleren.” Teutje neemt even een slokje van de koffie die net voor haar was ingeschonken.
“We hebben ook nog zo’n spandoek boven de voordeur met het opschrift: Holland House. Aloysius heeft zelfs zijn fiets oranje geverfd.”
“Dan is uw man zeker wel helemaal uit zijn dak gegaan toen Nederland maandag van Denemarken won?”
“Uit zijn dak gegaan, Naat? Hij was volledig het spoor bijster. Ik heb hem nog nooit zo meegemaakt. Ik moest mijn Bavaria DutchDress aan. Hij trok voor de gelegenheid zo’n oranje Leeuwenpak aan. Hij tilde me op en wilde me naar de slaapkamer brengen net als in het begin van ons huwelijk, maar was vergeten dat ik ongeveer twintig kilo meer weeg dan toen, dus hij ging meteen door zijn rug. Dat hield hem niet tegen en uiteindelijk zijn we toch in de slaapkamer beland. Daar moest ik samen met hem voor het bed gaan staan en het Wilhelmus zingen. Na het volkslied trok hij zijn leeuwenpak uit, riep “aanvallen” en kwam op me toestormen, kleedde me helemaal uit en smeet me op bed. Het leek wel een jonge hond, maar met een oud bot.” Teutje’s stem klinkt toch weer een beetje opgewonden na het vertellen van dit slaapkamerverhaal.
“Dat vond u zeker helemaal niet erg.” lacht Nathalie.
“Nee, dat op zich vond ik helemaal niet erg. Integendeel. Ik was bijna vergeten dat Aloysius ooit nog andere dingen in bed had gedaan dan snurken. Maar wat er toen gebeurde was toch wel te gek voor woorden, hoor Naatje.” Teutje schudt even haar hoofd, maar daardoor trekt Nathalie een krulspeld te hard aan en dat doet even zeer.
“Wat was dan te gek voor woorden?”
“Ik vind het te gênant om te vertellen, Naat.”
“Jeetje, mevrouw Kreukel. U weet toch dat ik niet snel iets gek vind? Nu ga ik de hele avond zitten prakkiseren wat het geweest kan zijn. Toen nou.”
Teutje kijkt even bedenkelijk, aarzelt, maar geeft uiteindelijk toch toe.
“Beloof je niet te lachen, Naat?” Nathalie belooft het.
“Hij liep even de slaapkamer uit, ik hoorde hem wat rommelen in de kamer en even later kwam hij weer de slaapkamer binnen en wat denk je dat hij bij zich had?” Nathalie heeft geen idee.
“Hij had zo’n oranje Beesie bij zich. Je weet wel, van Albert Heijn. Zo’n gek beestje dat je om je vinger kunt winden. Maar hij had hem helemaal niet om zijn vinger gewonden, als je begrijpt wat ik bedoel.”