Dit land kan zoveel slechter!


Nadat ik vier maanden in Zweden had gewoond, een aangeharkt land waar op oudjaar van gemeentewege een feestelijk maar vooral veilig vuurwerk wordt afgestoken op het centrale dorpsplein, was ik blij weer op het CS aan te komen, waar Duitse tienermeisjes met roodgeverfd haar out lagen te gaan op hun vale rugzakken, waar junks je met holle ogen aankeken omdat ze niet wisten of en zo ja hoe ze je geld konden aftroggelen, en waar Ierse toeristen hun blazen vol Heineken leegden in stinkende hoekjes.

Dat smoezelige Nederland had ik gemist. Beschaving gedijt bij rafelige randjes. Verboden dingen wel een béétje aanpakken, maar niet te erg. Daar wordt een land leuk van: het trekt toeristen aan, het zorgt voor leven in de brouwerij en maakt zelfmoord als optie net wat minder het overwegen waard.

Bij mijn lievelingsprogramma "De rijdende rechter" was vorige week een conflict te zien tussen twee steile Calvinisten, waarvan de een de ander beschuldigde van het gebruik van het woord 'donders', maar die andere hield vol dat hij slechts het woord 'bliksems' had gebruikt. Dus zo erg was het helemaal niet geweest! Mij ontging de gradatie, maar ik rilde wel een beetje; ik heb het niet erg op Calvinisten begrepen.

Maar dat niemand het in dit land erg op de ander heeft begrepen, maakt het juist leefbaar. Dat is verankerd in de oerhollandse traditie die verzuiling heet. Niemand voert de boventoon, het is leven en laten leven. De stonede rugzaktoeristen op Amsterdam CS én de mannen met truien die elke zondag naar de dominee luisteren, én de veel te laat op straat rondhangende marokkaantjes in Nieuw-West én de corpsballen in Leiden die in de gracht kotsen: zij creëren met zijn allen een prachtig evenwicht, dat alleen door onverschilligheid, tolerantie en bemoedigende resultaten van het Nederlands voetbalelftal behouden blijft.

Het kabinet dat we nu hebben lijkt dat niet door te hebben. Asobakken, happy hour, blowen in cafés, drinken in coffeeshops, coffeeshops bij scholen, verse paddo's: het moest allemaal niet mogen. We moeten spencertjes aan, de haren moeten nat in de scheiding gelegd, de tandjes gepoetst en de handjes boven de lakens.

Uiteindelijk, en nu komt dan toch het punt wat ik wil maken, is dat een bedreiging voor onze economische groei. Niet dat ik dat erg vind, want eigenlijk kan onze economie beter een beetje krimpen, maar goed; ik sta behoorlijk alleen in dat standpunt. En ik wil er voor de goede orde toch op gewezen hebben dat de Calvinistische onderstroom van dit kabinet de economie ernstig in haar groei kan beperken. Mocht het dan inderdaad binnenkort zo ver komen dat de klad in de welvaart komt, kan mijn moeder en die andere anderhalve lezer dezes tenminste niet zeggen: hé lamlul! Had je niet ff kunnen waarschuwen! Nou zitten we met de gebakken peren!

Ik zal even toelichten waarom braafheid slecht is voor de economie. In de jaren negentig zorgden de New Age denkbeelden samen met de internetbubble voor een ongekend optimisme in de Westeuropese contreien. Dat optimisme zorgde ook in ons land voor groei; Paars hoefde alleen maar niks te doen en dat kwam goed uit want eigenlijk zijn PvdA en VVD het nooit eens. De burgers zetten de ramen open, floten een liedje en spoelden een XTC-tje weg met een flesje mineraalwater uit een ver land, Ramlösa of San Pellegrino - als het maar duur was. Iedereen werkte, want als je niks kon, begon je gewoon een new economy start-upje. De Calvinisten tuitten hun lippen en dachten er stil het hunne van. Maar ze konden niet tegen zoveel blijheid op.

De millenniumbug, de dotcomcrisis en een paar terroristische aanslagen maakten een einde aan het feest. En prompt kwam er een einde aan de hoge groeicijfers. Groei vraagt om optimisme, niet om angst voor plastic tasjes en dalende Nasdaq-koersen.


Gaat het hier in Europa eindelijk weer een beetje beter, nu dreigt de Calvinistische kongsi in het kabinet roet in het eten te gooien.
Balkenende IV zoekt aansluiting bij de benauwde onderstroom in de samenleving, de onderstroom van heren die geen donder of bliksem mogen zeggen van hun geloof. Het ogenschijnlijk brave platteland heeft gewonnen van de openlijk verloederende stad - Nederland moet veilig, rustig, schoon, braaf, gezond. Deksel erop en flink duwen.

Dat deze aanpak niet gaat werken zullen we nog wel meemaken; voorlopig lijkt de regering het in elk geval wel te willen proberen.

In zo'n klimaat krijgt optimisme geen kans. Terwijl in Oost-Europa met kinderlijk enthousiasme keihard gewerkt wordt aan een betere toekomst, neuzelen we hier over een duurder parkeerkaartje voor asobakken; alsof die asobakken niet een rijdende billboard vormen van wat je met een gladde babbel en lange werkweken allemaal wel niet kunt bereiken in een diensteneconomie. Hoezeer ik de asobakken - hun bestuurders incluis - ook verafschuw, ze te willen aanpakken getuigt van een benepen mentaliteit die Nederland de put in duwt. Hoe ongezond het ook is dat jongeren veel drinken, allemaal pubers met spencers en geodriehoeken geeft dit land ook niet echt de schwung die we nodig hebben om de Lissabon-doelstelling te halen. (Google zelf maar even wat die doelstelling behelst, ik moet van de eindredacteur kortere columns schrijven.)

Bos, zoon van een kapper en aan de VU gestudeerd, Balkenende, zoon van een graanhandelaar en aan de VU gestudeerd, en Rouvoet, die zo gereformeerd is dat hij geen ouders heeft (die zouden dan immers de penis in de vagina hebben moeten hebben gehad) maar onbevlekt op jongvolwassen leeftijd is verschijnseld op de VU: als ze uitgedialoogd zijn met de samenleving slaan ze de deksel van de koektrommel met een ferme klap dicht. Een stiekem pepermuntje tijdens de dienst, dat is waar Nederland het de komende jaren mee zal moeten doen.

Na ja. Al die economische groei is alleen maar slecht voor ons leefmilieu. Dus echt érg is het niet - alleen maar oorverdovend saai.