Boris Becker - De Speler - De autobiografie

In zijn autobiografie beschrijft Boris hoe hij zijn eerste stappen op de tennisbaan zette, hoe hij op Wimbledon terecht kwam en daar zeer onverwacht triomfeerde op 17-jarige leeftijd. Hij vertelt over zijn zonen, zijn huwelijk, zijn trainers, blessures, het tenniswereldje, en op het laatst, als je al denkt dat het helemaal niet meer ter sprake komt, over zijn dochter Anna. Details worden – uiteraard – niet vermeld, maar Boris vertelt eerlijk dat hij een slippertje heeft gemaakt en dat hij daarvoor zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Een leuke en onverwachte extra is het interview met John McEnroe door Helmut Sorge van Der Spiegel.

Het boek leest bepaald niet als een boeiende roman. Boris springt van de hak op de tak en het geheel is nogal rommelig. Natuurlijk is tennis de hoofdmoot, maar eigenlijk is het niet zo bijster interessant om al zijn trainers de revue te zien passeren. Ook benadrukt Boris herhaaldelijk dat hij geld niet belangrijk vindt, om vervolgens allerlei dure auto’s te noemen waar hij in rondgescheurd heeft, evenals allerlei chique gerechten en kostbare dranken. Hij spreekt zichzelf nogal tegen op dat gebied.

De conflicten met de Duitse tennisbond worden uitgebreid beschreven. Ook daarbij blijkt het vaak om geld te draaien. Boris vindt uiteraard dat hij het gelijk aan zijn zijde heeft. Tja, het is zijn boek, en de opinie van de andere partij ontbreekt.

Wat persoonlijker zijn de stukken over zijn ouders, de dood van zijn vader, zijn relatie met zijn vrouw Barbara (en de scheiding), en zijn twee zonen. Toch blijft het allemaal vrij afstandelijk. Aan de ene kant te begrijpen vanwege de privacy, aan de andere kant mag je wel iets meer verwachten van een autobiografie.