VS klaagt Apple aan voor "smartphone-monopolie" in antitrustzaak

Het Amerikaanse Ministerie van Justitie en 15 Amerikaanse staten hebben Apple donderdag aangeklaagd wegens vermeende monopolisering van de smartphonemarkt in de eerste grote antitrustzaak tegen Apple door de regering Biden.

Het bedrijf wordt beschuldigd van oneerlijke concurrentie met de iPhone. De telefoons zijn goed voor meer dan de helft van de jaaromzet, afgelopen jaar was dat meer dan 350 miljard euro.

Minister van Justitie Merrick Garland zei op een persconferentie dat Apple ervan wordt beschuldigd een "strategie te hebben gevolgd die draait om uitsluiting en concurrentiebeperkend gedrag dat zowel consumenten als ontwikkelaars schaadt". Voor consumenten betekent dat volgens Garland minder keuze, hogere prijzen, minder kwaliteit en minder innovatie. Voor ontwikkelaars betekent dat zij worden gedwongen zich aan Apples regels te houden.

De aanklacht gaat niet over één overtreding, maar over de strategie die Apple al jaren hanteert: van het App Store-beleid en de afdracht die ontwikkelaars moeten betalen tot de toegang die derde partijen hebben tot functionaliteiten van de iPhone.

De oneerlijke concurrentie uit zich volgens de aanklagers op verschillende manieren. Banken worden aangemoedigd met Apple samen te werken via betaaldienst Apple Pay voor contactloos betalen, maar zij mogen niet zelf van de techniek gebruikmaken in hun eigen app. Op dat punt is Apple wel in de EU onder druk van de Europese Commissie bezig wijzigingen door te voeren.

Apple Watches werken daarnaast alleen met iPhones, de slimme horloges van andere fabrikanten werken volgens justitie minder goed samen met een iPhone.