Celstraf voor ontploffing en poging brandstichting bij Alkmaarse sportschool

De rechtbank Noord-Holland veroordeelt een 36-jarige verdachte voor het veroorzaken van een ontploffing en een poging tot brandstichting bij een sportschool in Alkmaar.

De man krijgt 394 dagen celstraf waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar opgelegd. 

Incidenten bij sportschool
Op 3 en 20 februari 2023 vonden bij een sportschool in Alkmaar incidenten plaats. De eerste keer is zwaar vuurwerk tot ontploffing gebracht. Die explosie heeft schade veroorzaakt aan het pand. De tweede keer is er benzine bij de sportschool uitgegoten en aangestoken. Daarbij had weer zwaar vuurwerk, een Cobra 6, tot ontploffing moeten komen. Dat is niet gelukt. De verdachte van deze incidenten heeft verklaard dat niet hij, maar een ander het vuurwerk en de benzine op 20 februari heeft geplaatst, terwijl hij in de auto zat te wachten en ontkent betrokkenheid bij het eerste incident.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte met behulp van zwaar vuurwerk midden in de nacht een ontploffing heeft veroorzaakt bij de voordeur van een sportschool in Alkmaar. Ook acht de rechtbank bewezen, dat de verdachte enkele weken later opnieuw heeft geprobeerd bij deze sportschool een ontploffing te veroorzaken of brand te stichten. Voor de sportschool is een Cobra 6 gevonden met daarop DNA van de verdachte. De rechtbank acht mede daarom bewezen dat het de verdachte is geweest die die nacht benzine heeft uitgegoten en aangestoken, zodat de Cobra zou ontploffen. Omdat de Cobra niet is ontploft is het bij een poging gebleven. Ook heeft de rechtbank de camerabeelden gebruikt voor het bewijs.

Volgens de rechtbank mag er van geluk worden gesproken dat de schade van het tweede incident beperkt is gebleven tot geblakerde straatstenen. Beide incidenten zijn bijzonder intimiderend en bedreigend geweest voor de eigenaar en het personeel van de sportschool en leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving in het algemeen.

De verdachte, die al die tijd in voorarrest heeft gezeten, krijgt een celstraf van 394 dagen. De reclassering denkt dat er een grote kans is op herhaling. Daarom legt de rechtbank nog een deel voorwaardelijke gevangenisstraf op, met 2 jaar proeftijd. Dit als waarschuwing aan de verdachte om zich gedurende de proeftijd niet opnieuw aan een strafbaar feit schuldig te maken.