Zilver na wereldrecord voor teamsprinters op WK, flop voor vrouwenploeg

Op het wereldkampioenschap afstanden in Calgary hebben de Nederlandse teamsprintploegen donderdagavond behoorlijk wisselende prestaties afgeleverd. De mannen deden het meer dan uitstekend, terwijl het bij de vrouwen - zoals wel te verwachten viel - volledig in de soep liep.

Vrouwen
Na het nodige gedoe over de opstelling, men moest het immers zonder de niet geïnteresseerde Femke Kok doen, stonden Marrit Fledderus, Jutta Leerdam en Antoinette Rijpma-De Jong aan de start. Fledderus opende erg snel, Leerdam reed daar in rap tempo naartoe, maar Rijpma-De Jong bleef - volkomen logisch - wat achter en reed vrijwel de hele race alleen. Het leverde met 1:26,86 minuten een vierde plek op voor Nederland, dat het onderdeel al tijden totaal niet serieus neemt.

De rest van de toplanden deden wel serieuze pogingen om voor de medailles te gaan, wat thuisland Canada het goud opleverde: met Carolina Hiller, Maddison Pearman en Ivanie Blondin snelde de ploeg naar 1:25,14 minuten. Het zilver ging in 1:26,04 naar Sarah Warrin, Erin Jackson en Brittany Bowe namens de VS, voor de 1:26,63 van de Poolse ploeg Andzelika Wojcik, Iga Wojtasik en Karolina Bosiek.

Mannen
De Nederlandse mannen namen het beduidend serieuzer en startten wél met een team dat op elkaar aan kon sluiten. Janno Botman opende zeer scherp, Jenning de Boo gooide er een heerlijke ronde achteraan en Tim Prins maakte het fraai af in 1:17,17 minuten, een verbetering van het alweer ruim zes jaar oude wereldrecord van Canada.

Die tijd bleef wel staan, maar de titel leverde het niet op: Anders Johnson, Laurent Dubreuil en Antoine Gelinas-Beaulieu reden voor eigen publiek óók 1:17,17 minuten, maar waren twee duizendsten van een seconde sneller en pakten zo nipt het goud. Het brons was voor de Noren Henrik Rukke, Bjørn Magnussen en Håvard Lorentzen in 1:17,31 minuten.