Noorse dominantie in World Cup-opening noordse combinatie met nieuw format

In het Finse Ruka is vrijdag het World Cup-seizoen op de noordse combinatie van start gegaan. Dat gebeurde met de zogenaamde compacte wedstrijd, een nieuw format: bij het schansspringen worden de punten dan niet omgerekend naar een tijdverschil voor het langlaufen, maar worden de verschillen gebaseerd op de positie bij het schansspringen, zodat de nummer twee bijvoorbeeld altijd zes seconden na de winnaar mag beginnen aan het langlaufen. Dat langlaufen was ook korter dan normaal: 7,5 in plaats van 10 kilometer.

Het schansspringen werd gewonnen door de Oostenrijker Johannes Lamparter, de eindwinnaar van de World Cup van vorig seizoen. De voor dat seizoen dominante Noor Jarl Magnus Riiber werd tweede en kreeg zo zes seconden aan de broek voor het langlaufen, gevolgd door de Fin Eero Hirvonen (+0:12) en de Noren Jørgen Gråbak (+0:17) en Jens Lurås Oftebro (+0:22). Vijf sterke langlaufers in de top-5, waarmee het er op voorhand op leek dat zij de hoofdrollen zouden vertolken, met als uitdagers wellicht de Duitser Johannes Rydzek (+0:42) en de Fin Ilkka Herola (+0:50).

Op de langlaufski's voegde Riiber zich al snel bij Lamparter, terwijl Hirvonen, Gråbak, Oftebro en de Est Kristjan Ilves elkaar vonden. Na een kleine drie kilometer vonden zij de aansluiting bij Riiber en Lamparter, maar het tempo ging alleen maar omlaag. Zo kon een forse achtervolgende groep ook aansluiten, onder leiding van de Duitsers Manuel Faisst en Rydzek, Herola en de Oostenrijker Stefan Rettenegger: tien mannen in de kopgroep met nog een ruime kilometer te gaan.

Niemand slaagde er echt in weg te komen tot de groep bij het laatste klimmetje richting de finish arriveerde. Daar waren het de Noren die ineens gezamenlijk een extra versnelling hadden en in de eindsprint was Oftebro van hen de snelste, voor Riiber en Gråbak - gelijk al een volledig Noors podium, voor het eerst sinds februari 2020.