NASCAR: slotronde vol zware crashes en 0,007 seconden beslist race
Het was in het weekeinde weer tijd voor de NASCAR Cup Series en wel op de majestueuze Talladega Superspeedway, Home of the Big One. De race werd nogal opgeschud door regen en een racistisch dreigement aan Bubba Wallace, wat na een FBI-onderzoektoch geen racistisch dreigement bleek te zijn - de gewraakte strop hing er vorig jaar ook al en blijkt geen strop te zijn.
Een dag later dan gepland, en na een prima vertoon van steun aan Wallace, vertrok de race op kop met Martin Truex Jr en Denny Hamlin op de eerste rij. Wie er aan kop rijdt zegt in een 188 ronden durende superspeedwayrace 187 ronden lang bijzonder weinig, maar Joey Logano schoof in elk geval rap naar de eerste plek.
Mooie steun voor de bedreigde Wallace
Kort voor het einde van de eerste stage kreeg Denny Hamlin met een lekke band te maken, waardoor hij na lange tijd voorin gereden te hebben naar binnen moest. Geluk bij een ongeluk was dat de gele vlag al snel gezwaaid werd: in bocht één regende het en er leek nog meer water aan te komen. Na een minder lange onderbreking dan gedacht kon de stage onder geel afgerond worden, met de bijzonder indrukwekkende rookie Tyler Reddick als winnaar.
Met Alex Bowman en Ryan Blaney voorop begon de tweede stage, dertig ronden later volgde een caution: John Hunter Nemechek spinde het gras op. We waren ondertussen halverwege de race, wat betekende dat de race in het geval van regen afgevlagd kon worden. Richting het einde van stage twee kwam Blaney met een keurige save na een tikje van Brad Keselowski goed weg, waarna een ongerelateerde caution volgde: er lag een gevaarlijk stukje metaal op de baan.
Een meer dan uitstekende save van Blaney
Met twee ronden te gaan in stage twee werd het groen gezwaaid, wat - zoals het een superspeedway betaamt - resulteerde in een flink schuifspel. Specialist Ricky Stenhouse Jr kwam er als beste uit en pakte de stage, voor Blaney en Kyle Busch. Een spin van Chase Elliott zorgde al vrij snel voor een caution, maar opvallend genoeg - zeker aangezien het helemaal voorin gebeurde - raakte verder alleen Austin Dillon hem lichtjes, waardoor het alleen voor Elliott klaar was, in elk geval wat de winst betreft.
De groene vlag ging weer op en neer met vijftig ronden voor de boeg, waarbij de Penske-coureurs weer lekker voorin zaten: Blaney, Keselowski en Joey Logano, die vooral concurrentie kregen van de tandem Kyle Busch-Ricky Stenhouse Jr. Dat alles kon weer snel vergeten worden: Brennan Poole spinde tegelijk met Joey Gase en de twee mindere goden - die er dit keer in elk geval nog bij zaten - zorgden zo weer voor een caution en een reeks pitstops, in principe de laatste benodigde stops.
De jonge Christopher Bell reed - weliswaar onder geel - zijn eerste rondje aan de leiding ooit, maar na de pittige herstart viel hij wel wat terug. Kevin Harvick, Aric Almirola en de veelbelovende rookie Cole Custer vormden ineens een Stewart-Haas-trio aan de leiding, maar Denny Hamlin kwam zich er snel tussen mengen, net als William Byron en Jimmie Johnson. Bell viel ondertussen zelfs helemaal weg: hij kreeg een drivethroughpenalty wegens een duw tegen Erik Jones, terwijl Kyle Busch met een leeglopende band ook ver terugviel.
Elliott spint
Na de herstart veranderde de leiding weer regelmatig en met 27 ronden was het ineens uitgerekend Wallace die even op kop reed. Ook Ryan Preece reed ineens op de eerste plaats, doorgaans een van de mindere goden en iemand die alleen bij een crash in beeld komt, maar hij werd wel ooit derde in Talladega. Vervolgens nam Alex Bowman met Reddick in zijn wiel de leiding weer over, met andere woorden, er viel weer totaal geen peil op te trekken, zoals dat wel vaker het geval is op een superspeedway.
Het begon er ondertussen steeds meer op te lijken dat er toch nog mensen naar binnen zouden moeten voor wat druppels brandstof, waaronder de veel in de wind rijdende Reddick en Logano. Met name voor Logano en de mannen achter hem leverde dat een extra probleem op: zij reden in de bovenste rij en konden dus niet zomaar de pitstraat in, daar reed immers nog een rij auto's tussen. Blaney had zich een tijdje in de slipstream van het veld opgehouden en kwam met zes ronden te gaan naar voren, met Almirola in zijn kielzog.
Vier ronden voor het einde werd het veld ineens flink door elkaar geschud: Blaney nam de leiding over, veteranen Johnson en Harvick sloten aan, maar Johnson werd door Harvick in de rondte getikt. Caution, hoewel Johnson als bij een wonder niemand raakte verder. Eén ding was bij de herstart in elk geval zeker: het zou een bijzonder heftige slotfase gaan worden, met Blaney, Harvick, Stenhouse en Chris Buescher op de voorste plekken voor de overtime.
Custer en Ryan Newman kwamen uitgerekend bij de herstart naar binnen en konden weggestreept worden, Harvick nam de leiding met Buescher, Blaney, Stenhouse en Ty Dillon of all places erachter. De witte vlag werd gezwaaid en dus was het sowieso de laatste ronde, ondanks een forse crash in het middenveld halverwege die laatste ronde. Jones probeerde uit alle macht Blaney te passeren, terwijl rookie Nemechek - die eerder dus al gespind was - buitenom leek te komen.
Blaney tikte Jones aan de kant, waardoor Jones enkele meters voor de finish met Nemechek crashte. Blaney hield vervolgens Stenhouse nét van het lijf, waardoor Blaney er met enkele duizendsten van een seconde als winnaar vandoor ging, voor Stenhouse en de omgedraaide Almirola.
De finish