Grote mars tegen terreur in Brussel

Tussen de zeven- en tienduizend mensen hebben zondag meegelopen in een protestmars tegen terreur. Na afloop ontving de Belgische premier Charles Michel enkele deelnemers. Daaronder waren ook slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen.

's Middags legden de demonstranten bloemen op het beursplein. Ze droegen spandoeken met teksten als "Samen tegen terreur en haat". Volgens De Standaard liepen mensen uit alle lagen van de bevolking mee. Schoolkinderen uit Molenbeek riepen leuzen tegen IS.

De betoging was georganiseerd door verschillende groeperingen, waaronder Hart boven Hard en de Ligue des droits de l'Homme.

"Men moet ophouden met stigmatiseren van gemeenschappen: de joden, de vluchtelingen en vooral de moslimgemeenschap. Het is schandalig om onze minister van Binnenlandse Zaken te horen zeggen dat een aanzienlijk deel van de moslimgemeenschap heeft gedanst na de melding van de aanslagen in Brussel", zei organisator Alexis Deswaef bij de start van de mars. Volgens hem zijn dergelijke populistische uitspraken bedoeld om de maatschappij te verdelen.

De manifestatie kon eerder niet plaatshebben omdat de politie de veiligheid niet kon garanderen. Er was namelijk teveel mankracht nodig voor het onderzoek naar de aanslagen. Na de arrestatie van de zogenaamde 'man met het hoedje' kregen de organisatoren alsnog groen licht.