Minder vogels in gebieden met veel landbouwgif

In landbouwgebieden met hogere concentraties van het veel gebruikte bestrijdingsmiddel imidacloprid in het slootwater neemt de vogelstand veel sneller af dan in andere gebieden. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

De onderzoekers van de Radboud Universiteit en Sovon Vogelonderzoek richtten zich vooral op insectenetende vogels zoals de veldleeuwerik en de boerenzwaluw. Hoe hoger de concentratie imidacloprid in het slootwater, hoe sneller de vogelstand afneemt. In gebieden waar 20 nanogram van het landbouwgif per liter oppervlaktewater werd gevonden nam de hoeveelheid vogels jaarlijks met 3,5 procent af.

De onderzoekers concluderen dat het effect van zogenoemde neonicotinoïden, een type landbouwgif, nog groter is dan tot nu toe werd aangenomen. Dit type gif is al omstreden omdat het in verband wordt gebracht met bijensterfte. "Bij toekomstige wetgeving moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de effecten van neonicotinoïden zich opstapelen", schrijven de onderzoekers.

Vogelbescherming Nederland reageert geschrokken en roept de overheid op het middel imidacloprid direct te verbieden. Ook zouden andere neonicotinoïden uit voorzorg moeten worden verboden totdat uit onderzoek blijkt dat er geen risico's aan kleven.

De Vogelbescherming wijst erop dat de populatie van vogelsoorten die op boerenland leven sinds de jaren zestig al met zestig procent is afgenomen. "Door de steeds intensievere landbouw is er nauwelijks voedsel in de vorm van insecten en weinig plek om te schuilen en te broeden."

Ook zou uitvoeriger onderzoek moeten worden gedaan voordat een nieuw middel wordt toegelaten. "De eerste signalen van schadelijke gevolgen komen vaak pas aan het licht als het middel langere tijd is toegepast. Zo wordt imidacloprid al ruim vijftien jaar in Nederland toegepast."