'Meer alternatieven voor dierproeven'

In de toekomst mogen alleen nog maar dierproeven worden uitgevoerd als er echt geen alternatief is. Dat staat in een plan dat staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma (PvdA) vrijdag naar de Tweede Kamer stuurt.

Dijksma wil dat de kennis over alternatieven voor dierproeven wordt vergroot, en dat deze ook echt in praktijk wordt gebracht. Als voorbeeld noemt Dijksma pijnbestrijding. Zo zou de de teenknip bij proefmuizen op termijn moeten worden verboden. Er moet zo snel mogelijk een diervriendelijker methode voor komen.

Ook wil Dijksma het fokoverschot van dieren waarvan het dna op kunstmatige wijze is aangepast door genetische modificatie terugbrengen. De staatssecretaris wil zogenoemde centers of excellence oprichten waar alle kennis over genetische modificatie wordt ondergebracht. Ook moeten er afspraken worden gemaakt over 'fokcoördinatoren' en moet in opleidingen meer aandacht worden besteed aan alternatieven.

"Iedere dierproef die wij overbodig kunnen maken telt. Nieuwe technologie biedt mogelijkheden voor alternatieven. Alleen kan de kennis daarover nog beter gedeeld worden", stelt Dijksma. De staatssecretaris wil samen met onderzoekers en dierenwelzijnsorganisaties kennis delen 'om zo onnodig dierenleed te besparen'.

In 2012 werden in totaal 589.056 dierproeven uitgevoerd. Dat is 0,1 procent minder dan in 2011.