Foster in de bres voor K-Stew

Kwetsende koppen, wellustige paparazzi en wispelturige fans. Jodie Foster heeft er genoeg van en verdedigt haar ‘dochter’ Kristen Stewart in het schandaal waarin ze zich bevindt en tegelijkertijd het recht van kindacteurs om nog steeds kind te zijn. Gisteren schreef ze een open brief naar The Daily Beast.

We hebben allemaal de bladen in de schappen zien liggen. ‘Kristen Stewart Betrapt’. We hebben ze doorgebladerd om te weten of ‘Kris en Rob een stel’ waren. We bekritiseren de foto’s. “Mooie jurk, ik haat dat haar. Lief stel. Foute schoenen.” Er is geen schuld in het erkennen van de menselijke interesse in openbare (vuile) was. Het is zo oud als de weg naar Rome. We verheffen mooie, jonge mensen tot goden en dan sabelen we ze neer zodat we naar hun imperfecties kunnen staren, “Kijk, ze lijken toch op ons”. Maar we staan zelden stil bij iemands jeugd die we onbewust vernietigen.

Ikzelf ben actrice sinds mijn derde jaar en vandaag de dag ben ik zesenveertig. Ik heb geen jeugdherinneringen zonder het oog van de camera en volgens de verhalen word ik bestempeld als een succesverhaal. Vaak word ik benaderd door volslagen vreemden die me vragen hoe ik zo normaal en op mezelf heb kunnen blijven? Gewoonlijk lieg ik hierover en zeg “Omdat ik saai ben.” Maar de waarheid is, dat ik net als een nieuwsgierige radioactieve mutant, mijn eigen overlevingsmanieren heb uitgevonden. Ik heb ouderwetse regels om de starende ogen te kunnen controleren. Misschien is het zelfs zo dat ik mijn carrière op een bepaalde manier heb ingericht zodat ikzelf en mijn naasten persoonlijke waardigheid houden. Ik heb mij neurotisch, als een strijder gewapend tegen de cultuur van celebrity’s en de wreedheid in mijn leven als schietschijf. In mijn tijd, kon je je goedlopende carrière en privéleven nog combineren doormiddel van discipline en wilskracht. Natuurlijk moest je je spontaniteit opgeven en alsnog leren zo goed mogelijk onder de radar te vliegen. Maar je kon tenminste opkomen voor jezelf en zeggen dat je niet zomaar mee zou werken aan je eigen uitbuiting. Tegenwoordig niet meer. Als ik een opkomende acteur of actrice was die vandaag de dag zijn of haar carrière startte in het tijdperk van sociale media en haar bestraffende jachtseizoen, zou ik dan blijven drijven of dompel ik mezelf onder in seks, drugs en feesten? Zou ik de weg kwijt raken?

Ik herhaal nog eens wat ik eerder zei: als ik in deze tijd een beginnende actrice was zou ik stoppen voordat ik begonnen was. Als ik in deze mediacultuur had moeten opgroeien, had ik dat emotioneel gezien nooit overleefd. Mijn enige hoop zou een arm zijn van een persoon die echt van mij houdt, een arm die mij naar en in veilige havens leidt. Sarah Tobias zou nooit voor haar verkrachters hebben gedanst in The Accused. Clarice zou nooit zo vreselijk hebben geschreeuwd naar Dr. Lecter. Uiteraard had een andere actrice mijn plek kunnen innemen, die zich met ziel en zaligheid overgeeft aan haar kwetsbaarheden om deze personages te creëren. Maar zou zij het altijd aanwezige oog van de paparazzi, de online pesterijen en de publieke vernederingen hebben overleefd zonder een overdosis op een hotelkamer of overmatige plastische chirurgie?

Acteren is het overbrengen van kwetsbaarheid, het toestaan dat jouw innerlijke waarheid doorschemert ongeacht of het er klungelig of beschamend uitziet. Je moet jezelf openstellen en volledig geven. Acteren is, vrijheid, liefde en een connectie. Acteurs staan graag bekend om hun complexen, instincten en bereidheid tot falen. Hoe verder je gaat, hoe waarheidsgetrouwer je werk wordt. Maar hoe kan je dit doen als je in je achterhoofd weet dat je wordt bekritiseerd, gevild en bedrogen? Als je slim bent, weet je jezelf te distantiëren, je emoties weg te stoppen als het publiek de pik op je heeft. Je moet overleven, gebroken of nog heel, tegen welke prijs ook. Acteurs die beroemdheden worden moeten dankbaar zijn voor de publieke interesse. Daar worden ze voor betaald, toch? Om meteen maar met de deur in huis te vallen, welk salaris er ook gegeven wordt voor een rol, je tast nooit iemands privacy of iemands eigenwaarde aan.

In 2001 bracht ik vijf maanden door met Kristen Stewart op de set van Panic Room, vooral in een ruimte die net zo groot is als een kledingkast in Manhattan. We praatten en lachten samen urenlang om zelfverzonnen mysteries en ook om de verveling tegen te gaan. Tijdens het filmen werd ze elf jaar dus ik organiseerde haar verjaardag. Waar we met haar moeder van genoten, die ervan baalde dat ze actrice wilde worden. Zelfs ik kon haar daar niet van weerhouden. Ik was zwanger en dagdroomde of mijn kind op Kristen zou gaan lijken? Zo’n mooi en onverschrokken talent…

Ik zie Kristen in mijn herinneringen als een klein blond, wild meisje dat onbekommerd speelt in het water en zand. Zingend zo hard ze kan, zich onbewust van de camera, vol levenslust en zelfverzekerd. Kan je meer van een kind houden dan op zo’n perfect moment?

Op dit moment is daar niets van over. Ze is een mooie jonge vrouw die geleerd heeft dat ze het beste met gebogen hoofd over straat kan lopen, ze ontwijkt de paparazzi met snelle pas en gebalde vuisten in haar zakken. Ze verschuilt zich achter haar zonnebril. “Hoe gaat het Kris?. Lachen Kris!” Niet huilen. Niet reageren. Niet kijken, Niet huilen, fuck no. Mijn moeder zei altijd “Ook dit gaat wel weer voorbij”, ik begreep er vroeger niets van maar nu zeg ik het tegen Kristen. Je zal veranderen door het spoor dat ze bij achterlaten maar laat ze dat onbekommerde, wilde meisje niet van je afpakken. Dat is de ultieme overlevingsmanier en wraak.

Jodie Foster tekent voor sciencefictionfilm (Novum)