Kritiek op uitbreiding supersnelrecht

Strafrechtadvocaten kijken kritisch naar de uitbreiding van het aantal supersnelrechtzaken op politiebureaus. "Een deel van de strafzaken wordt hiermee weggehaald bij de rechter en wat ons betreft is rechtsbijstand onontbeerlijk. We vrezen dat mensen anders te snel onder druk van detentie een boete aanvaarden", aldus advocaat Bart Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten.

Herman Bolhaar, de hoogste baas van het Openbaar Ministerie (OM) zei vrijdag in een interview dat een proef met supersnelrecht op politiebureaus in vijf grote steden goed is verlopen. De officier kan juridisch eenvoudige zaken zelf afdoen. "De gang naar de rechter is daarvoor niet nodig", zei Bolhaar.

Als het aan de voorzitter van het college van procureurs-generaal ligt, krijgt meer dan de helft van bijvoorbeeld de aangehouden fietsendieven, verkeerszondaars en vandalen direct na aanhouding een straf. Dat kan een boete, taakstraf of waarschuwing zijn. "Criminaliteit snel, passend en efficiënt aanpakken, is ons doel. Het moet duidelijk zijn dat misdaad niet loont." Voor ingewikkelde zaken blijft de gang naar een rechtbank bestaan.

Volgens Nooitgedagt realiseren mensen zich niet altijd wat de gevolgen kunnen zijn van het afdoen van een zaak met een boete. "Soms heeft dat catastrofale gevolgen, omdat het betekent dat mensen een aantekening op een strafblad krijgen. Serieus advies van een raadsman is daarom nodig." Hij vindt bovendien dat zorgvuldigheid boven snelheid moet gaan.

Het supersnelrecht werd de afgelopen jaren al regelmatig gebruikt na rellen rond de viering van oud en nieuw.