Nigeriaanse dorpen klagen Shell aan

Een groep van 35 Nigeriaanse dorpen heeft oliebedrijf Royal Dutch Shell vrijdag voor een Britse rechter gesleept. De dorpen beweren dat Shell te laks reageerde op twee olielekken in 2008 waardoor de delta waarin de dorpen liggen doordrenkt raakte met olie. De omgeving liep daardoor ernstige schade op en de kostwinning van de bevolking kwam in gevaar.

Shell ontkent de aantijgingen en zegt dat de olielekken maar een klein deel van de schade hebben veroorzaakt. De grootste schade zou zijn aangericht door oliedieven die geregeld de oliepijpleidingen aftappen zonder zich te bekommeren om het milieu.

De dorpen liggen in een deel van de Nigerdelta dat bekend staat als Ogoniland. De raffinage van ruwe olie vindt sinds 1993 al niet meer in het gebied plaats, maar de pijpleidingen van Shell lopen nog steeds door de dorpen en de velden. Ook staan her en der pompstations van Shell.

Volgens de dorpen lekte er in 2008 in een tijdsbestek van een aantal weken meer dan 560 duizend vaten olie weg (88,9 miljoen liter), voordat Shell uiteindelijk het lek dichtte. Hoewel de inwoners van Ogoniland vijandig staan ten opzichte van de oliebedrijven vanwege de milieuschade die ze aanrichten, was volgens de advocaat van de dorpelingen hulp welkom geweest.

Shell bestrijdt de lezing van de advocaat. Volgens het oliebedrijf zijn er slechts vierduizend vaten olie (635 duizend liter) in het milieu terechtgekomen. De diefstal van olie zou de grootste schade hebben veroorzaakt. Dat Shell niet snel kon ingrijpen om de olie op te ruimen wijt het bedrijf aan de dreiging van een rechtszaak. De uitbetaling van een schadevergoeding zou ernstige vertraging hebben opgelopen 'vanwege interne strijd tussen leden van de Bodo-gemeenschap en advocaten die de verschillende partijen binnen de gemeenschap vertegenwoordigen'.

De rechtszaak wordt in Groot-Brittannië gevoerd, omdat gevreesd wordt dat in Nigeria geen eerlijk proces mogelijk is. Shell heeft met het proces in Londen ingestemd.


Nigeriaanse dorpen klagen Shell aan (Foto: Novum)